Herbert Targaryen 335
| |
| Onderwerp: A new beast lives here [+ Snowpaw] za 22 dec 2012 - 19:37 | |
|
Zijn levendige ogen waren gefixeerd op de prooi. Ze knipperden niet, draaiden niet weg of werden niet afgeleid door een beweging in het hoge gras. De blauwe irissen werden beheerst op de woelmuis gericht. Het was maar een schraal diertje: meer vacht dan vlees en scherp afgetekende botten. Als de prooi zich draaide kon Aegon de ribben tellen. Het dingetje had een roestbruine vacht die dik was opgezet tegen het koude weer en een korte staart die wat had van een verpieterde worm. De gespierde kater spitste zijn oren en wierp nog een laatste blik over zijn schouder; hij was in vreemd territorium dus konden er steeds nieuwe gasten opduiken. De besneeuwde heidevlakte was leeg, de enige beweging kwam van de wind die de armzalige struikjes streelde en het gras deed golven als een rimpelende poel water. Aegon richtte zich terug op de woelmuis die zich nog niet had verroerd. In geruisloze passen kwam hij dichterbij. De kater gleed over de sneeuwwitte vlakte en verdeelde zijn gewicht over zijn flanken. Het diertje was nu ruim binnen springafstand. Hij spande zichzelf op, scande de omgeving nog een laatste keer en stootte zich af. Razendsnel dook de predator neer op zijn voedsel, hij drukte zijn poten langs het lijfje en schepte het in een snelle beweging de lucht in. De jager gaf het nog een laatste kans om te vluchten, gewoon om zichzelf te kunnen bewijzen, en ramde daarna de strot van het beestje open. Er liep donkerrood bloed uit de wonde, het kleurde de sneeuw en vermengde zich met wat smeltwater. Gretig likte Aegon de vloeistof op, het had een koperachtige geur en smaakte bevredigend. De kater zette zijn tanden in het malse vlees en scheurde het van de botten. Bij elke hap ontplooiden er nieuwe smaken zich op zijn tong. De aroma's van de wildernis, de zoute smaak van muizenvlees en de zure organen dansten tussen zijn kaken. Schrokkend verorberde hij alles, tot op de laatste pees werd al het eetbare weggekauwd. Het onverteerbare vormde in zijn maag een bal, maar die zou er later nog wel uitkomen. Aegon liet het hoopje botten achter voor wat het was en sloop weg. Het was fijn om een gevulde maag te hebben, het verspreidde een warm, zelfvoldaan gevoel over zijn lichaam. Terwijl de kater het laatste bloed van zijn lippen likte viel zijn oog op een kokervomig gat in de grond, het liep schuin naar beneden en kwam daar uit in duisternis. Er hing een geur van das, een reuk vol trots en kracht maar met weinig gezond verstand. De markering was oud, het was zeker een moon of twee geleden dat hier nog effectief dassen hadden gewoond, schatte Aegon. Hij zakte door zijn poten en sloop de gang binnen, de geur slokte de zijne op en maskerde hem perfect. Ook al was het spoor oud, het was zo overweldigend dat de rogue er niet in opgemerkt zou worden. Het hoofdnest van het gangenstelsel was lekker ruim en er lag nog oud mos op de vloer. Door verschillende gaten stroomde er waterig licht binnen en het was er aangenaam warm. Aegon besloot dat hij hier zou overnachten. Het was hier droog, de temperatuur zat goed en de dassengeur dekte hem in. Met een zelfvoldane grijns legde de kater zichzelf neer en begon zich lui te wassen.
{ + S N O W P A W }
|
|