Met haar lippen strak op elkaar gedrukt liep ze naar de den van Acornstar. De avond daarvoor had hij de prophecy met haar gedeeld die hij van Whitelion te horen had gekregen. De prophecy had een duidelijke boodschap. De schaduwen zouden verdrinken als er niks gedaan werd. Shadowclan zou vallen als Riverclan niet uit de weg geruimd zou worden.
Voorzichtig liep de poes in de richting van de kater zijn den. De aankomende woorden die ze zou uitspreken moest ze nogmaals over na denken. Newtpaw likte haar lippen voordat ze haar keel schraapte en zijn den instapte.
"Acornstar? We moeten praten, wel nu." begon de flame point en het was duidelijk te horen dat de poes serieus was.
"Volg mij." En met die woorden keerde ze om. Als ze het goed had wisten alleen hun twee van de prophecy die hij gehoord had en dus wilde ze hem privé spreken. Onder twee ogen. Met een vlotte pas liep ze het kamp uit. De zon verdween langzaam aan de horizon en met een zucht stopte de jongere kattin in een rustig stuk van het bos.
"Starclan.. Starclan heeft met mij gesproken vannacht." Ze vulde haar longen met de frisse lucht en sloot haar ogen om het laatste beetje zonlicht op te nemen.
"Ik denk niet dat ze met Pepperpaw hebben gesproken, althans ik heb haar er niet over gehoord. Ik heb het dan ook nog niet met haar besproken." Vervolgde de kattin waarna ze ging zitten en ze zocht naar zijn ogen. Dit was een serieus onderwerp waar ze niet luchtig over kon doen.
"Het was een andere prophecy, maar ook deze waarschuwde ons weer voor het gevaar die de rivier met zich mee kan brengen." Het was duidelijk waar de
sterren op doelde, hoe moeilijk dat misschien ook te accepteren zou zijn. Nogmaals opende ze haar mond en vertelde ze hem de woorden. De woorden die waarschijnlijk zoveel levens zouden kosten.
"Where there once was light
The darkness now falls
Spreading through the forests roots
Heed our warnings and our calls
For the water might end it all"
De poes herhaalde de woorden. De woorden die ze de hele dag al zo had ingestudeerd dat ze zeker wist dat ze ze als ze haar ogen sloot nog zou kunnen dromen.
"Ik denk... dat we beide wel weten wat dit betekend" zuchtte ze zachtjes waarna ze haar blik weer afwendde van de kater. Met een verslagen houding opende ze haar mond nogmaals, alleen maar om deze weer te sluiten. Haar nagels doorboorde de bosgrond onder haar poten waardoor de grijns die zo graag op haar lippen wilde spelen weg bleef. Nee. Ze was nu zo dichtbij.
"We moeten de rest inlichten. In ieder geval Pepperpaw en Settleddust." Daarna stond ze op en schonk ze de kater een verdrietige glimlach. Ze zou hem voor nu alleen laten om deze woorden te verwerken en de rest hierover in te lichten. Dat was zijn taak voor nu. Haar taak was de prophecy met hem delen. De prophecy die Starclan met haar 'gedeeld' zou hebben. Echter was het niet starclan geweest, nee. Het waren haar eigen zieken gedachten geweest.
Zonder nog een woord tegen hem te zeggen volgde ze hetzelfde pad die ze hier naartoe hadden genomen en liet ze de grijns eindelijk op haar lippen toen ze uit het zicht verdwenen was.
Ze zou haar wraak krijgen.