|
| Pilgrims on a Long Journey | |
| Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Pilgrims on a Long Journey ma 11 jan 2021 - 23:48 | |
| De kattin had haar ogen gesloten. Het was nu nog donker, maar de zon steeg langzaamaan boven de horizon uit en verbanden de sterren uit de hemel. Maar de sterren zouden zich niet voelen zoals zij zich voelde; want de volgende dag zou de zon weer onder gaan en zouden ze hun plaats opnieuw kunnen claimen, dezelfde plaats als de dag ervoor. Zo ging het, elke dag opnieuw. Ze had het gezien, had hun plaatsen van buiten geleerd, zag de sterren nog branden op haar oogleden wanneer ze haar uitgeputte blik een moment van rust gunde. Haar maag rammelde, maar de jonge kattin maakte geen aanzet om te bewegen. Dit was haar straf. Als Starclan haar zo graag in leven wou houden, dat ze haar dan iets stuurden, een teken, een reden om te blijven leven. Want hier was niets voor haar. Ze had geen idee hoeveel tijd er voorbij was gegaan. Ze was het Windclan camp uitgelopen en had alles daar achtergelaten. Haar hart lag in het grafje waar Gorsekit begraven was, besefte ze nu. Haar hart, haar eer, haar waardigheid. En nu liet ze de dagen voorbijgaan, terwijl ze wenste dat de grond haar zou omhelzen en van haar pijn zou ontdoen.
+ Routnose
|
| | | Kip 3539 Actief ★You are, I think, an evening star.
The fairest of all stars
| |
| Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey di 12 jan 2021 - 0:28 | |
|
Het ergste was dat ze erover na had gedacht. Ze had de plek opgezocht waar ze lagen en te lang naar de donkere besjes gestaard. Het duurde te lang voordat ze zich had omgedraaid met een misselijk makend gevoel en heel hard was weggerend. Ze was starclanverdomme een medicine cat, iemand die levens probeerde te redden, niet af nemen. Een huiverig zucht rolde over haar lippen, angstig door wat ze bijna had gedaan. Ze wist het gewoon niet meer. Ze wist niet meer wat nog goed en slecht was en bovenalles wist ze niet meer wat ze moest doen. Maar ze moest haar zien. Al probeerde ze zichzelf nog zo wijs te maken dat het te laat was, hoopte iets in haar hart nog steeds dat Amberstorn terug zou komen. Haar nest bleef echter leeg.
Haar geur was niet moeilijk te vinden. Het had nog niet geregend en er was een reden voor haar suffix. Met iedere stap die ze dichterbij kwam voelde ze haar hart verder in haar poten zakken. Wat wilde ze doen? Wat was ze van plan? Ze kon het niet meer recht zetten, ze zou nooit van een rouwende Wolfstar kunnen vragen haar terug te nemen. Maar wat dan? Kon ze haar gewoon zomaar het niets in sturen, terwijl ze al gezegd dat dat haar einde zou zijn? Anderzijds, besefte ze zich met een pijnlijke steek, was zin degene die bijna de besjes had meegenomen. Alle vragen die in haar kop rondzwermden kwamen kort tot stilstand toen ze haar zag. Ze was niet anders dan toen ze was weggegaan. Routnose slikte, niet zeker wetend wat ze had verwacht aan te treffen. Een maniac? Iemand die nu echt helemaam doorgedraaid was? Maar natuurlijk was dat het niet, het was nog steeds gewoon Amberstorm. Haar vriendin. En ze leek bijna vredig als ze haar ogen gesloten had. Zachtjes stapte de Windclanner dichterbij, totdat ze nog maar een vosselengte verwijdert was. "Amber..." De brok in haar keel kon ze niet wegslikken en de tranen al even min. Zonder verder te twijfelen omhelsde ze de poes, stilletjes snikkend.
|
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey di 12 jan 2021 - 15:49 | |
| Haar oortje trok lichtjes toen ze een stem hoorde, zacht en bekend en hartverscheurend. Ze negeerde het als een wrede hallucinatie geboren uit honger en slaaptekort en hopeloosheid. Maar de vacht die tegen haar drukte was echt en warm, de kruidige geur die haar neus binnenkwam zoet, de snikken die haar benige lichaam door elkaar lieten schudden voor een keer niet haar eigen snikken. Amberstorm opende haar ogen geschokt en verstijfde. Routnose. Wat deed zij hier? Moest ze niet in Shadowclan zijn, zo ver mogelijk van haar giftige invloed, van de vreselijke belofte die ze haar had doen maken? De stem van de medicine cat speelde keer op keer in haar hoofd, de voorwaarden die ze opgesteld had, de pijn maar ook dat eeuwige geloof in haar, ook al had Amberstorm nooit iets gedaan om dat te verdienen. Maar ze wist wat ze hier kwam doen. Het besef daalde neer in haar maag en maakte haar misselijk. Het bracht een nieuwe steek in haar hart, reet haar open van top tot teen. Ze verwelkomde de pijn, het schuldgevoel. Ze duwde haar kopje in Routnose's vacht en ademde diep in, alsof ze zo al het verdriet en de pijn en de twijfels van de kattin kon inademen en wegnemen. Routnose verdiende het niet om zo te lijden. Amberstorm zou de sterren één voor één naar beneden halen als ze daarmee op de één of andere manier de pijn van de medicine cat kon overnemen. Ze had zo veel voor haar gedaan en zij had niets dan leed teruggeven. Haar ademhaling was beverig, maar ze huilde het niet, voelde zich niet waardig genoeg om haar zoete geur te verpesten met het zout van haar tranen. In plaats daarvan sloeg ze de geur op in haar hoofd, zodat ze kon sterven met Routnose's bloemige boeket in haar neus en de smaak van de bessen die zij haar zou geven in haar mond. Een veel te goed einde, eentje die ze niet verdiende, maar die ze met beide poten zou grijpen. Uiteindelijk trok ze haar hoofdje terug, keek ze op naar de kattin met een verslagen blik. "Het spijt me zo, Routnose..", murmelde ze zachtjes, haar stem dik van ongehuilde tranen. "Ik heb.. Gefaald.." En ze legde haar hoofdje neer aan Routnose's poten, neerknielend voor haar, ogen gesloten, mond halfopen. Amberstorm kwam haar beloftes altijd na. Ze zou dit niet moeilijker maken voor de medicine cat. Ze zou haar einde ontvangen met een gratie die ze lang, lang geleden verloren leek te zijn. En ze zou de wereld een betere plaats maken wanneer ze haar plaats in Dark Forest nam.
|
| | | Kip 3539 Actief ★You are, I think, an evening star.
The fairest of all stars
| |
| Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey ma 25 jan 2021 - 1:51 | |
|
Amberstorm leunde met haar hoofd tegen de borst van de kleine medicine cat, en dat was genoeg om haar te doen snikken. Ze was zo gebroken, zo verslagen. Terwijl, Amberstorm was altijd sterk, altijd een gesloten boek. Zelfs tot op het punt dat Routnose zich meer dan eens afvroeg of de voormalige deputy haar ook als vriend zag, of dat het slechts eenzijdig was. Nu was ze allleen nog maar een een ellendig hoopje dat nog vaag rook naar as, vlammen en verwondingen. En alsnog huilde ze niet, terwijl Routnose haar tranen stilletjes haar bruine vacht nat maakten. Amberstorm trok haar hoofd terug en met moeite keek Routnose haar aan. Ze zag toe hoe de poes haar mond opende en een pijl leek zich recht door de poes haar hart te trekken. Bijna had ze het gedaan. Bijna had ze ze meegenomen, in haar mond gelegd en gewacht totdat de poes zou vertrekken. "Oh jij idioot, doe je mond dicht," huilde ze, waarna ze met haar staart de bek van de poes sloot en haar snikkend omhelsde. Ze was ook zo stom geweest, had een belofte gemaakt die ze nooit had kunnen houden. In haar hoofd zou Amberstorm alleen nog een ander kwaad doen als ze daadwerkelijk slecht was in haar hart. Maar voor haar poten lag geen slechte kat, geen ziel die eropuit was anderen pijn te doen. Voor haar lag alleen Amberstorm, haar vriendin. Haar vriendin waar ze zoveel van hield en die niemand ooit een kans had gegeven. Vol overgave liet ze zich vallen, krulde ze om de poes heen en begroef haar kop in de vacht van de ander. "Waarom Amber?" klonk haar stem schor. "Je had nog een kans, om alles goed te maken, om gelukkig te zijn. Waarom zou je dat ooit zo weggooien?" het besef sloeg met iedere seconde harder op haar in en ze duwde zich strakker tegen de poes aan. "Ik wil niet dat je weg gaat, in kan niet zonder je," in haar toekomst had ze altijd Amberstorm gezien. Als queen, als deputy, als elders... Dat wist ze niet. Maar niet zo. Nooit zo.
|
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey ma 25 jan 2021 - 19:27 | |
|
Maar Routnose, lieve, goede, onschuldige Routnose verbaasde haar, zoals ze haar keer op keer verbaasde, en met een snik en een zacht gebaar van haar staart liet ze Amberstorm haar mond sluiten. De grotere kattin fronste lichtjes, opende haar groene ogen en keek niet-begrijpend op naar de medicine cat, die wazig was in haar met tranen gevulde zicht. Ze had een belofte gemaakt en ze had haar belofte gebroken. Ze had anderen pijn gedaan, zo veel anderen, en ze had zichzelf pijn gedaan. Ze was egoïstisch geweest, en impulsief, en agressief, en al die andere adjectieven waarvan ze zichzelf beloofd had dat ze nooit op haar zouden slaan. Routnose was nu degene die haar kopje in haar vacht drukte, in haar uitstekende botten die als harde hoeken een fysieke vorm gaven aan haar destructieve karakter. De stem van haar vriendin - Starclan, dat ze dat woord zelfs maar durfde te denken, hoe egoïstisch, hoe zelfingenomen van haar - was schor terwijl ze vroeg waarom, waarom ze deze laatste kans weggegooid had. En toen, de zachte toegeving dat ze niet wou dat ze wegging, dat ze niet zonder haar kon. Een humorloze lach ontsnapte haar; hoewel de grens tussen een lach en een snik ontzettend dun was op dit moment. Routnose kon niet zonder haar? Wat had ze de kattin ooit gegeven, behalve hartzeer en pijn en leugens? Als er iemand was die niet zonder de ander kon, dan was het wel andersom. Routnose was sterk, zo veel sterker dan ze zichzelf zag, en door en door goed zoals ze nooit iemand anders gekend had. Routnose was een brandend licht, fel en warm in haar gouden gloed, onuitputbaar terwijl ze anderen verlichtte door simpelweg in hun omgeving te zijn. Amberstorm was een zwart gat, dat opslorpte, al het goede in de wereld deed verdwenen in haar eindeloze diepte, steeds maar nemend en nemend en nemend zonder ooit iets terug te geven. Dat de jonge medicine cat überhaupt naar haar gekomen was, ondanks alles, ondanks de leugens die ze haar had doen vertellen en de beloftes die ze gebroken had, was daar het beste bewijs van.
Amberstorm schudde haar hoofdje, alsof ze woordeloos Routnose wou duidelijk maken dat die haar helemaal niet nodig had, en krulde haar benige lichaam rond de kleinere kattin, de pijn in haar zij en haar vastgeroeste botten negerend. Het fysieke ongemak kon niet op tegen de pijn in haar hart, het schuldgevoel en de ijzige kou die van binnen uit kwam en de zachte warmte van de medicine kat die bijna hulpeloos haar leek te proberen verwarmen, die vocht tegen dat ijs en daarmee zelf leek af te koelen. Amberstorm kon zichzelf niet harder haten dan wanneer ze de warmte van dat goede licht zou afnemen, wanneer haar duister eindelijk zou overwinnen van de onschuldige goedheid. De woorden die Routnose sprak waren woorden van geknakte hoop, hoop die zij vertrappeld had zoals men een bloem zou vertrappelen, per ongeluk in het begin maar daarna met een soort vuil plezier in het gekraak van de stengel en de kleurstof van de blaadjes die aan je poten hangt. Alsof de agressiviteit en de nutteloze verwoesting van de activiteit op de één of andere manier alle beschaving uit hun lichamen deed vloeien tot er niets anders over was dan het wilde dier dat ze ooit geweest waren. "Ik weet het niet.", antwoordde ze zachtjes, en haar stem brak. De kattin kneep haar ogen toe, kon het niet meer aan om de jonge kattin zo verslagen te zien. Het was haar fout, allemaal haar fout. Ze maakte alles alleen maar kapot, keer op keer, zonder te weten waarom, zonder te weten hoe. Ze was een orkaan op een verwoestingspad, zonder reden, iets waar je niet tegen kon vechten, dat je niet kon tegenhouden - als je in zijn pad stond, werd je zonder pardon meegesleurd, onbeschaamd, onbewogen. Maar zij was die orkaan niet, oorspronkelijk toch niet. Ooit was zij ook opgezogen erdoor, erin meegesleurd, ronddraaiend voor zoveel manen zonder hoop op redding, tot ze niet meer kon zien waar zij begon en de orkaan eindigde, zonder dat ze het verschil wist tussen de verloren kattin die zo hopeloos probeerde eruit te raken en de verwoesting die steeds aan haar poten gebeurde.
Amberstorm opende haar mond opnieuw, probeerde woorden uit haar strot te krijgen, probeerde haar lippen en haar tong en haar stembanden onder controle te krijgen om uit te kunnen leggen, om Routnose de antwoorden te geven die ze verdiende, die haar misschien rust konden bezorgen. Maar het enige dat haar bekje verliet was een zielige, versmachte snik die haar hele lichaam door elkaar deed schudden; en eenmaal dat die eerste dam gebroken was, kon ze het niet langer meer tegenhouden en spoelde het over haar als een zondvloed; verzet was nutteloos, het was niet tegen te houden - zoals de orkaan. Waar ze eerder nog met snelle vermoeide poten had kunnen boven blijven, ging ze nu kopje onder. Ze had geen tijd gehad om adem te halen - het water liep in haar keel en brandde in haar longen, verblindde haar ogen en ruiste in haar oren. Woorden dropen nu van haar lippen, zo snel en hopeloos na elkaar dat het meer één lang gebed was: "Het spijt me", keer op keer opnieuw, alsof dat iets goed kon maken, alsof dat iets kon veranderen. Nee, zo naïef was ze niet langer meer, niet meer. Maar wat kon ze anders? Wat meer kon ze doen, nu ze hier op de bodem lag, verslagen, neergedrukt door tonnen water, haar trots en haar waardigheid en haar potentieel niets meer dan herinneringen?
Ze was verdronken en met haar zware lichaam drukte ze Routnose met zich mee naar beneden, de diepte in. Het moment dat Amberstorm zich dat realiseerde was plots en duidelijk merkbaar - alsof ze zich gebrand had aan het vuur van de jongere kattin liet ze haar los, liet ze haar gaan. Ze kroop achteruit, tot geen enkel haar van hun vachten elkaar nog aanraakte, tot Routnose naar boven zou kunnen zwemmen zonder haar dood gewicht mee te proberen sleuren. Hoewel ze die woorden niet kon uitspreken, sprak het in haar blik en haar houding. Red jezelf, nu het nog kan.
|
| | | Kip 3539 Actief ★You are, I think, an evening star.
The fairest of all stars
| |
| Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey wo 10 maa 2021 - 1:15 | |
|
Een koude wind trok aan haar, maar het leek haar niet nog kouder te kunnen maken. De medicine cat voelde zich alsof ze van steen was, niet weg te krijgen van deze plek. Hoe anders zoden dingen zijn? Als ze er was geweest, als ze haar had geholpen? Ze kon het Wolfstar onmogelijk kwalijk nemen naar alles, maar zichzelf wel - en dat zou ze voor altijd blijven doen. Een loze belofte van kwade wil. En nu, nu ze haar vriendin zo zag brak het haar hart. Hoe had ze dat ooit voor kunnen stellen? Misschien was het een wrede manier van Starclan geweest om haar te straffen, hoe dan ook was ze Amberstorm nu kwijt. Nooit meer kon ze haar meenemen naar hun plekje tussen de bloemen, daar de wereld ooit ontsnappen. Routnose haar blik werd duister van verdriet en pijn, en nog veel meer toen ze zag dat ze hetzelfde overbracht op Amberstorm. Het waren vragen die ze niet kon beantwoorden, die enkel oude wonden openreten. Misschien wilde ze ergens boos zijn, al deze pijn naar buiten gooien. Maar dat idee vervloog in schuldgevoel toen ze tranen zag fonkelen. Amberstorm was niet iemand die huilde, en Routnose wist dat ze gebroken was. Wanhopig probeerde ze zich tegen haar aan te drukken, te troosten terwijl ze dat eigenlijk niet kon. Maar Amberstorm trok van haar weg als een wild dier. Het brak haar hart. "Amber, alsjeblieft," smeekte ze en zette trillend stapjes dichterbij. Ze leek haast een wild dier, in het nauw gedreven. Maar het maakte haar niet uit, ze zou haar niet alleen laten. Niet nu. Zachtjes drukte ze zich tegen haar aan, omhelsde haar zoals ze met een kind zou doen en likte over haar oren. Haar adem stokte."Wil je me één ding beloven?" ze snikte, een pijnlijk stemmetje in haar achterhoofd. Wat had een belofte nog voor nut, als het er een was tussen katten die ze eerder al hadden gebroken? Maar ze moest het horen, ze moest het uit haar mond horen. "J-je bent nu vrij, vrij van alles. Amber, alsjeblieft, beloof me alsjeblieft dat je deze kans niet laat gaan. Dat je er het beste van probeert te maken, en gelukkig probeert te worden," ze kon niet zonder haar. Een clan zonder Amberstorm was als een vaas zonder bloemen. Heel Windclan mocht haar ideeën hebben, maar Routnose wist dat zeker. De wereld was niet lief voor haar geweest, en dat kon katten leiden tot verschrikkelijke dingen. Dat maakte ze zichzelf wijs, keer en keer opnieuw. Met iedere misdaad die Amber beging, met iedere schop tegen haar hart. De gedachte dat er misschien daadwerkelijk iets slechts leefde in haar vriendin was te pijnlijk, te confronterend. Ze wilde het niet zien, wilde als een kind blijven geloven dat dingen nog goed konden komen en Amberstorm het in zich had goed te zijn en te blijven. Om gelukkig te zijn, zelfs al was het zonder haar.
|
| | | Bunny 1497 Actief She was a storm, begging to be understood in a world that loves sunny days.
| |
| Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey zo 9 mei 2021 - 16:17 | |
|
Routnose gaf niet op. Ze had die eeuwige goedheid in haar, dat licht dat bij haar ontbrak. Amberstorm voelde zich bijna verblind, alsof de goedheid een fysiek verschijnsel was. Ze plooide haar oortjes in haar nek maar dook niet verder achteruit toen de medicine cat dichterbij kwam en haar omhelsde. Haar lichaam beefde oncontroleerbaar; haar botten deden er pijn van. Ze voelde zich koud, zo koud. Alsof ze nooit opnieuw warm zou zijn. Alsof ze voor eeuwig zwak en gebroken zou zijn. De jonge kattin begroef haar neus in Routnose's vacht en haalde diep en beverig in. Tranen gleden over haar wangen en doorweekten de vacht van de kleinere kattin. Ze liet de kruidige geur zich bedwelmen, alsof dat de pijn kon dimmen, alsof dat werkte zoals papaverzaadjes. Ze was zich zo hard bewust van haar hart dat klopte in haar borstkas, hoewel ze niet begreep hoe haar hart kon blijven kloppen. Waarom het bleef kloppen. Wat was het nut? Waarom zou ze moeten blijven leven, blijven ademhalen, wanneer elke ademhaling die ze binnenhaalde iemand pijn leek te doen? Soms zichzelf, soms een ander, soms beiden. Er bleef nooit iemand ongeschonden. Ze had gewild dat ze nooit geboren was. Dat Sparrowfeather zich aan zijn heilige eed als medicine cat gehouden had, dat hij net zo'n eerlijke ziel geweest was als Routnose dat was. Of dat haar moeder niet zo'n lafaard geweest was, dat ze bij hen gebleven was of misschien hen meegenomen had naar de tribe. Misschien zou alles dan anders geweest zijn. Misschien zou de wereld dan mooier zijn, de katten om haar heen minder geschonden. Cootsnarl zou nog leven. Maar haar kittens, onschuldig en puur en zo veel beter dan zij dat was, zouden nooit geboren zijn. Hazelpaw, zacht en nu al zo geschonden door Amberstorm op een totaal andere manier dan waarop Amberstorm door haar eigen moeder geschonden was. En Falconpaw, die er zo veel sterker uitgekomen leek te zijn, die een medicine cat was waar zijn grootvader nooit in de buurt van zou kunnen komen, die de wereld met elke dag een beetje beter maakte. Maar hij zou zijn leven spenderen in de schaduw van haar fouten. En hij was sterk, hij zou er bovenuit stijgen - daar was ze zeker van. Maar was het dat waard, was het dit allemaal waard? Al deze pijn, al dit lijden? Kon er ooit iets zijn dat dit goed zou maken?
Routnose vroeg of ze haar iets wou beloven. Amberstorm trok zich lichtjes terug, zodat ze de medicine cat kon aankijken. Ze had de kracht niet meer om zich te verzetten, om de ander te redden. Een betere kat zou weglopen, zou Routnose niet meer belasten met haar pijn en haar verraad en haar hopeloosheid. Maar ze was geen goede kat, was dat nooit geweest. Dat was nu wel duidelijk. "Ik doe alles voor je.", antwoordde ze plechtig, haar stem schor. Alles. Maar ze had al zo veel beloften gebroken; hoeveel was haar woord nu nog waard? Niets, helemaal niets. Het was lucht, ijl en vergankelijk. Ze kon beloven wat ze wou. Ze kon roepen en smeken en fluisteren dat ze Routnose niet opnieuw zou verraden, maar uiteindelijk zou ze zich waarschijnlijk toch niet tegen kunnen houden. Amberstorm was te impulsief, te koppig op de foute momenten en niet koppig genoeg op de momenten die er toe deden. Ze dacht niet na voor ze deed en had de gewoonte om eeuwen in haar zelfmedelijden te baden alsof dat iets zou aanpassen, alsof dat iets zou veranderen. Ze was snel op haar teentjes getrapt, ze dacht dat ze altijd gelijk had, ze was egoïstisch en jaloers en kleinzielig en ze moest altijd overal de controle over hebben. Dat was wie ze was, en hoe kon ze daar nu iets aan veranderen? Hoe moest je veranderen wie je was, een andere kat worden? De belofte die Routnose haar wou doen maken was volledig onverwacht en benam haar de adem. Amberstorm onderdrukte een snik en begon opnieuw te trillen, harder dan ervoor, tot ze het idee had dat ze haar botten kon horen rammelen.
Ze was nu vrij, vrij van alles? Ze had zich nooit meer vastgeketend gevoeld. Zelfs toen ze vast zat in de nursery of later in de eldersden. Zelfs toen ze amper sliep van de stress van het deputy zijn. Zelfs toen ze paniekaanvallen kreeg in de grotten onder het windclan gebied. Ze had de wereld voor zich open liggen maar kon nooit teruggaan naar de enige plaats waar ze echt wou zijn. Een grotere kwelling bestond er niet. Het was pure marteling. Maar ze verdiende het. Ze verdiende de pijn, ze verdiende de ketenen. Ze verdiende het niet om gelukkig te proberen worden. Wat was het nut? Haar familie, haar clan ging verder zonder haar. Zij waren gelukkig zonder haar. Ze had niet langer een doel in haar leven, niets om naartoe te leven, niemand om te beschermen of om voor te bestaan. Wanneer ze Routnose straks vaarwel zou moeten zeggen, zou niemand het merken als ze hier en nu dood neer zou vallen. Niemand zou er een traan om laten. En waarom zouden ze dat moeten? De wereld zou er een betere plaats om zijn. Amberstorm was heel lang stil. Ze had net aan Routnose beloofd dat ze alles zou doen. Maar dit was zo'n onmogelijke vraag. Zelfs als ze de belofte zou maken, wist ze dat ze die zou breken. Amberstorm was niet voorbestemd om gelukkig te zijn. Ze had dat niet in zich. Zeker niet nu, na alles wat gebeurd was, na alles wat ze op haar rug meedroeg. Het zou een slag in het gezicht van iedereen die ze pijn gedaan had zijn als zij nu verderging met haar leven, gelukkig ronddartelend.
Ze had toen ze jong was een goed idee geweest van wat ze wou, wat haar gelukkig zou maken. Toen ze nog kleiner was, nog ongeschonden, toen haar moeder hen nog niet achtergelaten had. Ze zou leider van Windclan worden, Amberstar, sterk en streng maar rechtvaardig. Haar clan zou naar haar opkijken met trots. Ze zou Windclan naar grootste tijden geleid hebben. En ze had een kater aan haar zijde gehad, iemand die sterk was maar haar niet verstikte. Iemand die de vader geweest was van haar kittens; een drietal, vrolijke kleine bolletjes wol met een onuitputbare leergierigheid en een ambitie om hogerop te raken. Het waren zeer generieke dromen geweest, die iedereen vast kon beamen. Maar ze had het voor zich gezien en het had mogelijk geleken. En toen was alles misgegaan, keer op keer opnieuw. Ze was de dochter van een medicine cat - door Starclan nooit gewild. Haar moeder werd clanverrader en verliet Windclan en hen. De journey, die al hun levens op hun kop zette. De dood van haar broer. Zwanger worden en de vader van haar kittens van de outlook rock duwen. Haar zoon bijna slaan. Opnieuw zwanger worden, dit keer van de kater die tijdens haar bevalling de leidersrang van onder haar neus stal. Een kitten verliezen tijdens die bevalling. Haar eigen zoon vermoorden. Routnose meesleuren in een complot om die moord geheim te houden. Haar deputy rang opgeven en elder gemaakt worden. Verbranden in een bosbrand die Wolfstar een leven ontnam, waarop hij met hun zoon sprak in Starclan. Verbannen worden.
Voor een moment probeerde ze het zich in te beelden. Hoe het eruit zou kunnen zien om gelukkig te worden vanop het punt waar ze nu was. Als ze al haar schuldgevoelens, al haar littekens achter zich zou kunnen laten. Misschien zou ze een knappe rogue kater vinden en opnieuw een nestje baren, een nestje dat dit keer wél goed verzorgd zou worden? Maar nee, al haar problemen stamden uit kittens en katers. Misschien zou ze.. Naar de tribe gaan, zoals haar moeder gegaan had? Opnieuw in haar pootstappen volgen, zoals ze blijkbaar zo vaak deed zonder het te willen? Ze wist niet of ze haar trotsheid daar lang genoeg voor kon inslikken. Misschien zou ze in Bloodclan eindigen, bij de andere monsters. Ze zou haar littekens met trots dragen en met opgeheven kin haar plaats opeisen. Ze zou gevreesd worden en door niemand lastig gevallen.
Er waren opties. Het leven kon doorgaan. Maar geen van deze opties leken haar goed. Ze kon zich niet inbeelden ooit opnieuw gelukkig te worden. Op dit moment wou ze dat niet eens. Het was zo veel simpeler om hier te blijven liggen, uit te mergelen, tot de vliegen rond haar vlogen terwijl ze nog leefde omdat ze dachten dat ze al dood was. Ze zou pijn lijden, maar pijn was haar bekend. En ze zou gestraft worden voor haar daden, in plaats van kansen te krijgen die ze niet verdiende. Ze zou hun pijn nooit weg kunnen nemen met haar eigen pijn, maar ze kon het het misschien waard maken. Ze kon voelen wat zij gevoeld hadden. Maar dat toegeven, dat vertellen aan Routnose, zou de zachte medicine cat alleen maar meer pijn doen. En dat kon ze niet, niet opnieuw. Haar woord was niets meer waard, haar beloftes had ze al zo vaak gebroken - wat was nog een keer, voor het goede deze keer? Nog één gebroken belofte zou de druppel niet zijn die de emmer deed overlopen. De emmer was al lang geleden overgelopen. En dus haalde ze beverig adem, keek ze de kattin aan en knikte ze. "Ok", mauwde ze zachtjes.
"Dat beloof ik."
|
| | | | Onderwerp: Re: Pilgrims on a Long Journey | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |