Samen met haar partner verliet ze het kamp om samen te jagen. Icebreath was dol op haar partner, en de jonge poes was ook drachtig van hem. Ze waren van plan om te gaan jagen bij de Hoogsparren. Binnen kort zou Icebreath haar plaats in de Nursery. Ze verheugde zich er op, en verheugde zich er niet op. Waarom wel; daar kon ze zich klaar maken om moeder te worden. En ze verheugde zich er niet op om dat ze dan tot dat haar kittens oud genoeg waren het kamp uit. Alleen met begeleiding en dan moest ze iemand regelen om op haar kittens te passen. Maar ze zag er niet tegen op. Ze had er meer zin in dan gaan zin. Ze liepen door de hoogsparren tegen elkaar aan gedrukt. Maar toen hoorde Icebreath geritsel. Meteen keek ze op. Ónéé! Ze zag een vos op hen af rennen. De vos pakte haar partner bij de nek ver en scheurde een stuk vlees er van af. Icebreath liet een kreet horen en wou aanvallen, maar ze kon niet. Ze zat als aan de grond genageld. 'NEE!' Schreeuwde ze. Ze wou springen maar de vos was al weg, samen met haar partner die dood was. Ze was hem kwijt. Hij was dood. Hoe kon die vos dat nou doen? Icebreath liet zich op de grond vallen en kromp in één terwijl de tranen uit haar ogen stroomde. Toen hoorde ze weer geritsel. Maar de lucht vertelde haar dat het een kat was. Hij was dood. En zij was kapot. 'Het is mijn schuld'
[Één iemand]