Crowpaw glimlachte. Zij had weinig twijfels bij de poes. Ze leek bijzonder ongevaarlijk en vooral nieuwsgierig. Een beetje vreemd, misschien. Puddlepaw leek er nog niet helemaal gerust op. Niet heel verwonderlijk, aangezien het heersende idee nog altijd was dat rogues altijd prooi stalen en aanvielen en allemaal evil waren. Ze liep achter Puddlepaw aan aan het kamp. Ze was intussen behoorlijk moe en ze had ook wel honger. Bij de gedachte aan een lekker konijn liep het water haar al in de mond. "Zullen we zo een konijn delen?" vroeg ze aan Puddlepaw. Ze zat vrij vaak alleen bij het sharing tongues, meestal gewoon omdat ze zelf geen gezelschap opzocht, maar ze wilde ook wel een gezellig bij iemand zitten, een beetje praten. Puddlepaw leek eerst vooral druk en vrolijk, maar hij was intussen wat rustiger geworden en zei eigenlijk nog best verstandige dingen.