Rustig keek de bruine tabby om zich heen. De herfst was aangebroken en de bladeren van de weinige bomen in het territorium zochten haastig hun weg naar de koude bodem. Als ze een korte vacht had gehad, zou Owlflight waarschijnlijk bijna bevriezen van de koude. Een herfstbriesje bracht de geur van konijn naar haar toe, waarna ze onhandig in sluiphouding zakte. Toen het konijn nog maar een paar meters van haar verwijderd was, schoot ze vooruit. Het mollige beestje had haar gezien, maar was te laat. Owlflight zette haar tanden in de nek van het konijn. Tevreden kwam de gestreepte kattin overeind. Er groeide een glimlach om haar lippen wanneer ze wat verder haar zus, Craneclaw, zag staan. Enthousiast trippelde Owlflight in haar richting. "Hallo",

{{Craneclaw}}

{{C R A N E C L A W}}