We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Op zijn gemak liep de bruien cyperse kater door het beschaduwde gebied van de ThunderClan. De bomen waren nog steeds kaal door Leafbare en de vorst was ook nog volop bezig, wat duidelijk te zien was aan de bevroren grassprietjes, de dunne ijslaag om de bomen heen en het was natuurlijk te voelen aan de steenharde grond waar Austin zijn poten op terecht kwam. Austin snoof de koude lucht op in zijn luchtwegen en liet die weer ontsnappen via zijn mond. In de omgeving waar hij liep zag hij allemaal rotsen die tien keer zo koud aanvoelde als de grond zelf waardoor een rilling door de kater zijn ruggengraat heen ging. Plots voelde hij een stekende pijn in zijn staart waardoor hij een geschrokken kreetje slaakte en wilde met z’n staart zwiepte uit automatisme. Hij zag vanuit zijn ooghoeken dat er een adder in zijn staart had gebeten en greep die gelijk vast met zijn tanden om hem zo dood te bijten en hem van zijn staart af te trekken nog steeds luid grommend van schrik ging hij zitten en begon de plek waar de adder had in gebeten grondig schoon te likken.
Een eindje verderop was Nimblepaw in een boom geklommen, en lag al een tijdje lekker te luieren en voor zich uit te staren. Haar staart zwaaide langs de tak waar ze op zat. Af en toe spinde ze als ze in een fijne gedachte verzonken was. Het was een vreemde geur, een die ze nog nooit geroken had, die haar uit haar ontspannen houding haalde. Ze spitste haar oren, en wist meteen waar de poes vandaan kwam. Ze kroop ineen, met haar blik gefocust op de donkerbruine kat die een paar meter van haar boom vandaan liep. Haar ogen volgden elke beweging die de kat maakte. Ze was zo gefocust op bedenken wie deze kat was, waar hij bij hoorde en wat hij hier deed, dat ze de adder niet aan had zien komen. De adder pakte de kater beet, waarop de kater wild begon te schudden. Hij kreeg de adder van zich af, en met een simpele beweging doodde hij het dier. Dat moest zij nog leren.. Vanuit haar tak bekeek ze hoe de kater zijn staart begon te likken. Zou de adder giftig geweest zijn? "Wie ben je?" vroeg ze kalmpjes vanuit haar boom. Het was geen Thunderclankat, dat was duidelijk. Nadat haar laatste ontmoeting met een indringer niet fijn was afgelopen, was ze voorzichtig.
De kater was nog steeds bezig met de wond aan het schoonlikken. Voor het geval als de adder giftig was geweest dat hij het gif er uit zal halen, of in ieder geval een groot deel. Doordat zijn concentratie volledig op zijn staart was gericht had hij de vlammend rode ThunderClan apprentice in de boom helemaal niet gezien waardoor hij zijn hoofd licht geschrokken met een ruk omhoog trok en keek het katje recht in der ogen aan toen die tegen hem sprak. Zijn ogen werden zacht toen ie zag dat het een jong katje was. “Austin” antwoordde die met een zwakke glimlach. “En wat doet een ThunderClan apprentice hier zo alleen zonder mentor?” vroeg ie met een niet gemeende maar eerder speelse afkeurende toon.
Austin. De naam kwam haar helemaal niet bekend voor, maar zijn houding leek oké. Hij leek in ieder geval niet bedreigend, maar dat nam niks af aan het feit dat hij op Thunderclangrond was. "Dat zou niks uit moeten maken," reageerde Nimblepaw. "Het territorium is veilig, geen katten van buitenaf.. Normaal gesproken." Ze liet haar dikke, rode staart weer langs de tak hangen. "Bovendien mag ik vrij rondlopen. Ik ben apprentice." Ze was er de laatste weken al ouder uit gaan zien doordat haar vacht flink was gaan groeien. Eerst had ze een redelijk korte vacht gehad, maar sinds de laatste weken waren de haren langer geworden en meer gaan glazen. De piekjes op haar oren bewogen continue mee met de wind. Maar nog steeds verwarden sommige katten die haar niet kenden haar met een kitten. Ze was niet groot en slank gebouwd. Haar dikke vacht en lange poten konden de rest van haar jonge uiterlijk niet compenseren. "Wat doe je hier?" vroeg ze. Ze klonk al vriendelijker, en haar standaard vrolijke gezicht speelde weer op door de rustige houding van de kater. Maar ze was zich er heel bewust van dat deze kater hier niet hoorde.
"Dat zou niks uit moeten maken," reageerde de rode apprentice op zijn opmerking. "Het territorium is veilig, geen katten van buitenaf.. Normaal gesproken." Vervolgde ze vervolgens waardoor hij zijn wenkbrauwen optrok. “Hier zitten anders toch adders” verklaarde die bijdehand tegen haar en ging zitten om vervolgens zijn zachte staart om zijn voorpootjes heen te krullen. Hij luisterde nog naar hoe ze vertelde dat ze vrij rond mocht lopen op het territorium omdat ze een apprentice was vandaag. Dat ze een apprentice was had hij inderdaad al gezien maar dat hun ook vrij rond mochten lopen op het territoria was nieuws voor hem. Hij had altijd gedacht dat ze pas vrij mochten rondlopen wanneer ze zogeheten warriors waren, ach weer wat geleerd vandaag. Het viel hem op dat de kat veilig hoog in de boom bleef zitten wat hij ergens wel begreep. Hij was immers een kat van de Elite en die waren gehaat door de vier Clans, en zeker door de ThunderClan.
Nimblepaw grinnikte. "Je hebt pech gehad vandaag. Bijna alle adders zijn dood, en bovendien.." Ze tikte met haar poot op de tak waar ze op lag. "De adders zitten daar bij die rotsen, waar jij net overheen liep. In de bomen komen ze niet." Ze rilde zich op haar zij, en strekte zich uit, waarna ze zich weer terug rolde en ze de kater strak aankeek. "Maar nogmaals, wat doe je hier?" Deze keer klonk haar stem wat minder vriendelijk. Ze was niet in de positie om hem aan te vallen; hij zou gemakkelijk winnen. Maar ze moest eigenlijk een warrior roepen, zodat hij hem kon verjagen. De kater moest zijn goede wil tonen wilde hij voorkomen dat ze dat snel zou doen.
Austin haalde zijn schouders op toen ze dat zei over die adder. Hij was er inderdaad door een gebeten. Maar hij merkte niet dat het gif, als die adder giftig was, hem aan het uitschakelen was dus hij zal wel niet giftig zijn geweest waardoor het hem niet veel scheelde. "Maar nogmaals, wat doe je hier?" zei dei kleine apprentice waardoor hij zijn gedachtes er weer bij haalde en nogmaals zijn schouders ophaalde. “Ik loop overal en nergens, ene moment ben ik bij de Twolegs, andere moment bij de Highstones.” verklaarde die en keek der aan, desondanks ze een stuk minder vriendelijk klonk dan voorheen zag ze er niet uti alsof e hem ieder moment kon aanvallen. Het was een verstandige leerling dat was zeker.
Nimblepaw haalde een wenkbrauw op. Had de kater niet door waar ze op doelde? Of wist hij simpelweg niet dat het niet de bedoeling was dat hij op het territoria van een andere clan kwam. "Je hoort hier niet te komen," zei ze kalm. "Ik weet niet wat je hier wil, of je op zoek bent naar onze prooi. Maar je zou je moeten omdraaien en buiten het territorium gaan wandelen." Ze liep naar stam van de boom, zette haar nagels erin en liet zich soepeltjes naar beneden glijden. Ze bleef op veilige afstand van de kater, want ze realiseerde zich nog steeds dat -ondanks dat hij op háár gebied was- hij een gevecht zou winnen. "Ik hou niet van problemen," legde ze uit, "maar het is nodig dat ik een warrior inlicht dat je hier bent. Omdat je niet onaardig of respectloos bent geweest, zou ik het jammer vinden om te zien dat er iets met je gebeurd. Dus ik wil je vriendelijk vragen weg te gaan, voordat ik wel echt een warrior roep."
"Je hoort hier niet te komen," zei ze kalm. "Ik weet niet wat je hier wil, of je op zoek bent naar onze prooi. Maar je zou je moeten omdraaien en buiten het territorium gaan wandelen." Sprak de rode poes tegen hem waardoor hij licht en bijna onzichtbaar fronste. Hij keek ondertussen hoe ze zich soepel uit de boom werkte en zich op een veilige afstand hield van hem, hem waarschijnlijk niet vertrouwend wat hij ook wel begreep. Hij keek der recht aan toen ze zei dat ze niet van problemen hield maar het niet nodig vond om een warrior erbij te halen omdat hij niet onaardig en/of respectloos tegen haar was geweest. Bedenkelijk keek hij haar aan, hij mocht het kleine katje wel maar hij had eigenlijk geen zin zich om te keren en terug te gaan naar de harde straten van de Twolegs omdat het zachte gras hem net zo goed beviel waardoor hij ging zitten en geen antwoord gaf op haar zinnen. Integendeel keek hij der onschuldig aan.
Ongeduldig zwaaide Nimblepaw haar staart heen en weer. Ze was geduldig geweest en had hem de kans gegeven zonder kleerscheuren weg te lopen. Maar hij reageerde niet, en zette een onschuldige blik op. Het werkte, want Nimblepaw had al niet het gevoel dat hij kwaad in de zin had. Maar hij moest hier weg. Als iemand zou zien dat ze hier 'gezellig' stond te praten met een kat uit een andere clan, dan zou zij ongelofelijk in de problemen zitten. "Nou?" vroeg ze, een beetje zenuwachtig. "Ga je weg? Of moet ik iemand roepen?"
"Nou?" vroeg ze aan hem en hij zag aan haar dat ze wat zenuwachtig was, waarschijnlijk omdat ze niet met hem praten betrapt wilde worden door een warrior uit haar Clan. "Ga je weg? Of moet ik iemand roepen?" zei ze vervolgens terwijl hij haar recht aankeek en net deed alsof hij daar heel lang over na moest denken. “En wie ga je dan precies halen?” Zei hij met een zwakke grijns op zijn gezicht, vindend dat de kleine kat zich om werkelijk niets druk maakte. Iets wat hem liet zien dat het clanleven in het woud erg strikt was qua regels en je je er ook aan moest houden omdat je anders in de problemen zou raken.
❧ 119 words ❧ Idk of je iemand erbij wilt halen want mij maakt het niet uit (':
Aan de reactie van de rode kater concludeerde Nimblepaw dat hij niet zou vertrekken. Ze zuchtte. Waarom moest nou precies zij deze kater tegenkomen? "Een willekeurige kater. Bijna iedereen hier is goed getraind, en zal de kracht hebben om je weg te krijgen." Ze keek de kater strak aan, haar woorden menend. "Zo te zien ben je niet van plan om te gaan.. Jammer." Dat meende ze. Ze kat leek haar prima, zonder kwaad in de zin, maar ze had de plicht het zekere voor het onzekere te nemen. Al helemaal nu de prooien schaars waren en ze niet het risico moesten lopen dat een andere kat hun prooi afpakte. "Indringer!" riep Nimblepaw zo luid mogelijk. Ze was niet ver van het kamp vandaan, dus ze was zeker dat iemand haar zou horen. Met een treurige blik in haar ogen deed ze een paar stappen naar achter. Waarom was de kater niet gewoon weggegaan?
De rosse kater hoorde de stem van een Apprentice roepen, iets buiten het Camp. Lostdream dacht er niet eens over na wat ze riep, ze riep en dat was reden genoeg een kijkje te gaan nemen. Zijn grote lichaam rende al snel tussen de bomen door, en hij zag de rosse pels van Nimblepaw. Hij rook dat ze niet alleen was, en stekde de vuile BloodClangeur vast. Hij schudde zijn hoofd en rolde geërgerd zijn ogen. "Nimblepaw." knikte Lostdream haar toe. Hij keerde zich naar de BloodClan kater. "Welkom niet welkom op ons Territory." zei hij kil.
Het duurde slechts een minuut voordat er een warrior verscheen. "Lostdream," zei Nimblepaw opgewekt tegen de mooie, rode kater. Maar die houding verdween toen ze zag hoe kil zijn houding was ten opzichte van de indringer. Hij begroette de indringer kil; een heel andere houding dan zij in eerste instantie aangenomen had. Had zij zich niet gerealiseerd hoe vijandig de relatie was tussen de Thunderclan en de clan van deze kat? Ze had de geur van de clan niet herkend, dus ze had geen idee hoe de relaties waren. Ze raakte er steeds meer van overtuigd dat ze er goed aan had gedaan een warrior te roepen. Ze merkte hoe haar eigen houding ook veranderde. Haar lichaamstaal werd strakker; haar poten stonden verder uit elkaar, haar kop ging wat lager en haar gepiekte oren lagen dieper tegen haar nek aan.
Lostdream hoorde dat Nimblepaw opgewekt zijn naam zij, en hij keerde zich naar haar toe, met een half oog op Austin. "Goed dat je geroepen hebt, Nimblepaw, hij is van de BloodClan, en BloodClanners zijn geen lieverdjes, als je weet dat ze Rogue's doden." fluisterde hij haar toe, en glimlachte zachtjes. Hij keerde zich weer naar Austin, en keek hem uitdagend aan. "Verdwijn." zei hij ijzig, niet verwachtend dat die dat zou doen. Lostdream was niet bang om met die kater in gevecht te gaan, hij was banger dat Austin Nimblepaw wat aan zou doen. De rosse kater ging beschermend naast de Apprentice staan.
Austin snoof even toen Nimblepaw zo zeker deed over dat de katten in haar Clan zo sterk en alles waren. Desondanks de apprentice zo aardig tegen hem had gedaan riep ze wel keihard dat er een indringer was waardoor hij der vreemd aankeek. Het territorium was naar zijn gevoel aardig groot dus het moest wel toevallig zijn als er een warrior aankwam die haar hoorde, of ze moesten erg dicht bij het camp van hun zijn waardoor een enkele of meerdere katten haar hoorde. Al snel kwam er een rosse kater die een stuk groter was dan Nimblepaw, ongeveer zijn lengte als het al niet groter was dan hem. "Welkom niet welkom op ons Territory." Zei de kater kil waardoor Austin zijn oren zich in zijn nek plaatste, hij vond het triest blijven dat die Clankatten zo pissig deden als je maar een stap op hun territorium zette. Hij wist dondersgoed dat ze het recht hadden om hem nu aan te vallen maar hij bleef het té-té vinden.
Gelijk merkte hij op dat Nimblepaw haarzelf gelijk zelfverzekerder voelde met een volgroeide en getrainde kat naast hem wat Austin zelf zich juist onzekerder begon te voelen. Hij wist zeker dat hij onmogelijk kon winnen tegen een halfvol trainde kat én een vol trainde volwassen kat zoals de zogeheten ‘Lostdream’. "Goed dat je geroepen hebt, Nimblepaw, hij is van de BloodClan, en BloodClanners zijn geen lieverdjes, als je weet dat ze Rogue's doden." Toen ie dat laatste zei gromde Austin laag. “Ik heb nog nooit een rogue of welke kat dan ook vermoord” verklaarde die waardoor zijn haren lichtjes overeind gingen staan. “Niet iedere kat in onze Clan is het zelfde, net zoals er moordlustige wezens in jullie Clan zitten, zitten er ook warmhartige katten in de Elite.” verdedigde hij zichzelf want hij vond van zichzelf dat hij dus echt geen moordlustige en bloeddorstige kater was die elke kat die op zijn pad kwam sowieso een wond gaf en net niet vermoordde. Als hij zo geweest was had hij allang Nimblepaw van het leven beroofd.
Rogues doden? hoorde Nimblepaw geschrokken aan. Was die kater die voor hun stond een moordenaar? Ze legde nu nog dieper haar oren in haar nek, en volgde strak iedere beweging die hij maakte. Maar de kater vertelde op zijn beurt dat hij nog nooit iemand had vermoord. Ze dacht na. Hij had gelijk dat er ook nukkige katten in de Thunderclan zaten, maar ze kon zich niet voorstellen dat een Thunderclankat een andere kat zou vermoorden zonder dat daar écht een reden voor zou zijn. Voor haar gevoel waren de Thunderclankatten niet gewelddadig en probeerden ze de conflicten niet lichamelijk uit te vechten. "Maar dan nog hoor je hier niet," zei Nimblepaw. "Ik heb je de kans gegeven weg te gaan, maar je luisterde niet."
Hij zag hoe de vlammend rode apprentice even nadacht over wat hij had gezegd, waarschijnlijk over of er echt slechte katten zaten in de ThunderClan. Austin zijn staart zwiepte ondertussen heftig heen en weer terwijl hij paraat stond om zichzelf te verdedigen, zijn trots was te groot om uit zichzelf weg te gaan. Hij was dan wel niet een kat die altijd de macht over alles en iedereen wilde hebben, hij had geen zin om een nederlaag te ondergaan zonder dat-dat nodig was. "Maar dan nog hoor je hier niet," zei Nimblepaw. "Ik heb je de kans gegeven weg te gaan, maar je luisterde niet." Sprak Nimblepaw tegen hem, ze zich er zonder twijfel zelfverzekerder uit met Lostdream aan haar zijde. Wat hij ook wel begreep aangezien technisch gezien een anderhalve kat waren met elkaar. “Omdat ik hier niet hoor hebben jullie alsnog niet het recht om mij te beledigen.” sprak hij nog op een aardig kalme toon terwijl hij ze steeds gewisseld aankeek, de ene paar seconden naar Lostdream en de andere weer naar Nimblepaw. Benieuwd wie de eerste zet zal gaan zetten.
Een beetje onzeker keek Nimble naar Lostdream. Wat moesten ze doen? Zij kon niet een gevecht starten - al hoopte ze nog steeds dat de kater zou besluiten zich om te draaien en weg te lopen, zodat er geen gevecht nodig was. Maar mocht het toch nodig zijn, dan was het aan Lostdream om te bepalen wanneer dat zou beginnen. Zij kon niet vechten, had nog geen enkele vechttraining gehad en wist honderd procent zeker dat ze geen kans maakte tegen de indringer. Lostdream stond er gefocust bij, met zijn ogen strak naar voren en zijn borst diep tussen zijn poten. Ze zag dat hij ieder moment kon opspringen, en wachtte onzeker op dat moment.
Lostdream grinnikte kort. "Ik heb jou niet beledigd," zei hij, nog steeds kil. "Ik vertelde deze vriendelijke Apprentice gewoon even hoe de meeste BloodClanners zijn." De rosse kater legde de nadruk op 'meeste', om te laten merken dat hij heus niet dacht dat ze allemaal zo waren. Hij zette nog een stap korter naar Austin, en keek hem strak aan. "Maar verlaat ons gebied nu maar, anders zal ik je hardhandig de weg naar je eigen plek terug moeten helpen vinden." Zijn gelige ogen keken kalm en kil, maar vanbinnen kon hij niet wachten tot die BloodClan kater weg was.