Petalcloud staarde voor zich uit in het halfduister van de nursery. Buiten sneeuwde het - alweer. Ze had nog nooit zo'n koud seizoen meegemaakt. Goed, heel veel bladkalen om het mee te vergelijken had ze nog niet beleefd, maar ze hoorde het oudere katten ook zeggen. Ze keek naar het kleine bundeltje dat tegen haar aan lag. Missingkit, wat was ze toch lief. Er had nog iemand naast moeten liggen, ze had haar broertje nog moeten hebben. Sallowkit was zo lief, zo klein. Hij had zijn oogjes ook moeten openen en er vol verwondering de wereld in mee moeten kijken. Hij had ook moeten piepen als hij honger had. Hij had ook met de andere kittens moeten spelen, warriors speels aanvallen, proberen het kamp uit te glippen. Ze keek omhoog, alsof ze door het dak van de nursery heen de sterren kon zien, waar hij nu tussen speelde. Zou hij niet eenzaam zijn? Hij had zo kort geleefd, zou hij onthouden hebben dat er een ander leven bestond dan dat in StarClan? Hij wist niet beter. Hij had nog geen dag in deze wereld doorgebracht. Zou hij herinneringen aan haar hebben? Zou hij haar herkennen als zij zich ooit bij hem voegde? Waarschijnlijk verzorgde een ander hem daar en dacht hij dat dat zijn moeder was. Misschien had Dreamheart hem wel onder haar hoede genomen, of misschien we een kat die zij helemaal niet kende. Hij was vast gelukkig...
Petalcloud probeerde haar tranen binnen te houden, het lukte niet. Wat als Missingkit wakker zou worden? Ze mocht haar niet zo zien. Zou Missingkit eigenlijk nog eigen herinneringen hebben aan haar broer? De brok in Petalclouds keel werd groter. Sallowkit was er maar zo kort geweest, te kort om herinneringen achter te laten, anders dan die van zijn dood. Ze slikte. Vanuit haar ooghoek zag ze beweging, een kitten. Snel knipperde ze de tranen uit haar ogen en veegde haar wangen droog met haar poot. "Hallo daar", miauwde ze met een glimlach.