De zon stond al hoog in de lucht met geen wolkje te zien. Shinekit liep naar de uitgang dat ook de ingang was van het kamp. Ze was nog nooit buiten geweest. Het nieuwschierige gevoel werdt groter in haar lijf. Ze wou graag weten wat er nog meer was te zien. Maar toch twijfelde ze. Ze heeft al een paar keer gezien dat katten op patrouille og jagen gaan, maar gewond terug kwamen. Ze heeft zelfs een Hulpkreet gehoord ver weg. Wat zou er daar zijn gebeurt. Mischien was er wel iemand dood gegaan of gewoon om hulp geroepen hebben. Maar het zou ook gewoon de wind kunnen zijn geweest. De kit zuchte. Zou zou erg graag de buitenwereld zien. Maar het gevaar is groot. Haar ogen keken er al een tijdje naar uit. Nu stond ze op en liep door de uitgang. Ze wist niet wat haar bezielde. Haar verstand zei dat ze een groote fout maakte. Maar haar poten zeiden dat het leuk zou worden. Dit gebied was zo mooi. De vogels zongen nog mooier dan in het kamp. Er waren er ook meer dan ze ooit hat gezien. Haar ogen spotte een eekhoorn die snel in een kleine book kroop en zich verstopte voor Shinekit. Dit wat teminste beter dan een dode eekhoord op de prooienstapel. Zonder dat ze het merkte stond ze recht tegenover een omgevallen boom. Ze draaide haar kop daarheen. Haar ogen werden klein. Hoe kwam ze daar nou overheen. Ze zocht naar een plek waar ze erop kon klimmen, maar helaas. Geen succes. Ze deed een stapje verder, maar viel voorover. Ze rolde in een gat en stopte pas totdat ze ergens tegen aan kwam. Meteen sprong ze op en hijgde diep waardoor het zand alle kanten opging. Ze moest vast in een gat zijn gevallen die ze niet hat gezien. Waarschijnlijk omdat haar mooie ogen op de boomstam was gericht. Het was koud en donker en je rook geen bosgeuren meer. Alleen iets dat ze nog nooit had geroken. Gehuig hoorde ze en voelde ze in haar nek. Het was warm maar het stonk verschrikkelijk. 'Ha...hallo?' Piepte ze terwijl ze zich omdraaide. GGRRRRR Hte gevoel in haar maag was niet te omschrijven, maar haar pupillen werden zo klein van verschrikking. Ze keek recht in de bloeddorstige ogen van iets. Die ogen waren harteloos en kil. Zonder iets te zeggen spande ze haar spieren, draaide zich om en rende keihard weg. Nu zag ze een klein licht, zonlicht! Meteen raaste ze zich eropaf. Haar oren zaten in haar nek maar alsnog kon ze het gergom horen en het kwam steeds dichtebij. Haar hart klopte als nooit te voren. Eindelijk was ze buiten, maar deze kit bleef maar doorrennen. 'Help!' Piepte ze zo hard als maar kan.
Ga je gang^^
Ps het is een Das..........