Loci liep door een veld. De vorige avond had hij met Miki gepraat. hij had niet gedacht ooit nog op die manier met iemand te praten. Maar hij was vanmiddag terug weggegaan, gaan kijken of er hier niets interessants te vinden was. Tot nu toe haf hij nog niets gevonden. Hij hield zijn pas in en stond stil. Er was niemand te zien, maar hij rook iets. Een kat, maar, niet zomaar een kat, Kiba. Het was al een hele tijd voorbij gegaan sinds hij de kater voor het laatst gezien had. Maar nu rook hij de kater, al droeg hij nu ook de geur van een andere kat bij zich, één die Loci niet kende. Hij begon te stappen, naar waar de geur vandaan kwam. Hij zag iets wit, Kiba. 'Hey, Kiba, al een tijdje geleden niet.' zei hij tegen de kater.