Bluestream keek wantrouwend achterom toen ze een onbekende stem hoorde. Een bruine kater stond achter haar, en zei; "Wat is er aan de hand?" vroeg hij. Het was niet moeilijk aan zijn stem te horen dat het hem niets boeide. Bluestream gromde even, en zei op een even kille toon als de zuur kijkende kater; 'Hoezo? Wat gaat jou dat aan? Volgens mij ben jij geen bekende.' Ze spande kort de sterke spieren in haar rechterpoot. Waarom wist ze niet, maar ze had geen goed gevoel over deze kater. Misschien kwam het door de geur in zijn vacht, of de toon van zijn stem. Of het was maar gewoon een gevoel. Maar toch, een kat meer of minder, vriend of vijand, zou toch geen verschil maken. Een kleine grijns verscheen op haar gelaat. Eigenlijk was het wel fijn zo, kittypet zijn. Welke kat zou nu verwachten dat van onder het beeld dat iedereen had van een 'kittypet', plots een gespierde warrior tevoorschijn zou komen? Ze was een van de geduchtste Skyclanners geweest, onderschatten moest je haar zeker niet. 'Ik kan precies hetzelfde aan jou vragen,' zei ze kalmpjes en met een halve grijns. 'Wat is er met jou en wat moet je hier, in mijn tuin?'