Met haar blauwe blik keek ze paniekerig om haar heen, niet wetende waar ze was. Ze had de hele dag liggen rondlopen, omdat ze zich simpelweg verveelde, en nu was ze blijkbaar te ver afgedwaald en wist ze niet meer waar ze was. "I-is daar iemand?" vroeg ze haperend toen de varens voor haar begonnen te ritselen. De hele omgeving kwam haar onbekend voor, ze wist niet eens meer waar ze naartoe moest gaan, of van welke richting ze vandaan kwam. Een traan welde op in haar ooghoek, welke nadien ook over haar rang naar de grond toe rolde. Haar blue-pointed lange pels zag er zacht en goed verzorgt uit, wat aantoonde dat de poes een huiskat was en geen wilde kat. Ook de manier waarmee ze met de situatie omging gaf aan dat ze er niet goed in was. Ze was de zachtheid van het kittypet leven gewend, en de straten die haar zo bekend voorkwamen. Maar hier waren in hemelsnaam geen mensen noch straten. Het enige wat ze zag was een klein meertje dat langs haar rechter kant stroomde, en wat gras. Een klein zuchtje verliet haar mond en een nog banger gevoel bekroop haar ruggengraat toen ze een schim voor haar tevoorschijn zag komen.
-Open