WazBeer 175 Actief Although I lost my mind, sir,
I think you lost yours quicker.
| |
| Onderwerp: The one who knows.. zo 2 dec 2012 - 22:10 | |
| Met kalme passen stapte de zilveren poes het kamp uit. Enkel iemand die haar goed kende zou kunnen zien dat haar passen niet enkel kalmte uitstraalde. Een zeker verdriet hing nog altijd om haar heen. Een pijn veroorzaakt door het verliezen van zo veel. Haar moeder, haar mentor, de kat waar ze van had gehouden. Zelfs de andere medicine cat, die van ThunderClan, had ze al een tijd niet gezien. De blinde Jayfeather, aan wie ze toen der tijd haar hele verhaal had verteld. Alles waar ze zich zo voor schaamde. Hij wist het allemaal, maar zijn mond had hij niet open gedaan. Hier was ze hem nog altijd dankbaar voor. Hoewel hij tegen ieder erg nukkig en kortaf kon zijn, straalde hij een vreemd soort rust uit die haar volledig had opgeslokt die dag. Een medicine cat meeting was het, wat een geweldige plaats om liefde te bespreken. Ze wist dat het nooit had mogen gebeuren, maar er was ook niets tussen haar en Ashcloud geweest. Ze had hem enkel leuk gevonden en toch was dit al een schande. Een vlek die op haar vacht hing en niet wilde vervagen. Desondanks was ze al die tijd door gegaan, haar emoties vaak verborgen voor anderen. Ze kon nu eenmaal niet uitleggen waarom precies en daarbij hadden haar patiënten geen behoefte aan een medicine cat die te bedroeft was om haar werk te doen. Af en toe vroeg ze zich nog wel eens af, wat ze precies voelde toen ze nog niet van Sandspots wist. Telkens weer die versnelde hartslag wanneer ze de medicine cat apprentice van ShadowClan tegenkwam. Hoe verlegen hij dan ook was. Ze had hem nooit kunnen vertellen, maar ze wist dat het gevoel echt was geweest. Hoe dan? De pijn die haar in tweeën rukte toen ze hem zag met een ander. In plaats van zijn relatie te verlinken sloot ze dit geheim op met haar eigen geheim. Diep weggestopt om nooit omhoog te halen tegenover een ander. En toch was dit gebeurd. Jayfeather wist ervan. Het was eerst redelijk vreemd geweest om Ashcloud onder ogen te komen, maar op een gegeven moment stopte hij met het komen naar hun gatherings. Ze had vaagjes opgevangen dat hij naar ThunderClan was gegaan om daar bij zijn partner te zijn.
Haar zilveren pootjes stapte met voorzichtige passen langs de oever van de rivier. Waarom ze hier was wist ze niet, maar het water liet haar hoofd iets tot rust komen leek het wel. Ondanks alles was haar schoonheid er niet op achteruit gegaan. Toch was het niet iets waar ze erg veel om gaf. Haar pluizige staart iets omhoog getild achter haar lichaam, zodat deze niet over de grond zou slepen als een oude sluier van een bedroefde bruid. Eenmaal aangekomen bij de stenen die je naar de andere kant van het water konden leiden, hield ze stil. Nightstream ging aan de oever zitten, met haar kop iets omlaag. IJsblauwe ogen tuurde omlaag naar haar spiegelbeeld, verstoord door de golfjes die de wind op het water blies. Waarschijnlijk zag ze niet wat anderen zagen. Het beeld in het water was gebroken. Anderen behandelde haar zoals ze altijd deden. Misschien was ze toch beter in toneelspelen dan ze dacht, als ze de Clan voor de gek wist te houden. Een enkele traan vormde zich in haar ooghoek, waarna deze over haar wang naar beneden rolde. Hangend aan het puntje van haar vacht, om vervolgens in het water te druppelen. Haar zilveren poot sloeg erachteraan, waardoor het beeld volledig uiteen brak en er niets meer dan blauwe diepte over was. Ondanks de koud en de sneeuw, bevroor de rivier nooit. In dit winterlandschap viel ze nauwelijks op met haar lichte vacht. Dat was ook precies wat ze op het moment het liefste had. Niemand had er iets aan haar zo te zien. (Voor Jayfeather)
NIGHTSTREAM |
|
|
Sanne 101
| |
| Onderwerp: Re: The one who knows.. zo 10 feb 2013 - 21:10 | |
| Voor zover een blinde kat soepel kon zijn in het dikke pak sneeuw, ging het Jayfeather toch nog redelijk goed af. Zijn blauwe ogen staarde zichtloos voor zich uit, terwijl een koele bries door zijn vacht speelde en hem kort liet rillen. De kou rond zijn poten deden deze wat gevoellozer aanvoelen, en in een kalm tempo slenterde hij door om zo bij de over aan te komen. Hij boog zijn hoofd om met zijn neus het ijskoude water aan te raken, en er slechts een enkele slok van op te nemen in zijn lichaam. Het voelde verfrissend. De laatste tijd was hij er slechts half bij met zijn gedachten. Zijn apprentice; jonge Maskpaw, was dan ook een uitstekende hulp geweest als hij niet in staat was zelf op te rukken. Hij vervulde zijn taak als Medicine cat niet meer goed, en hij vroeg zich dan ook af of StarClan dit niet had kunnen voorzien. Hadden ze niet kunnen bedenken dat Jayfeather niet het soort kat was dat ze nodig hadden in de Clan als Medicine cat. Ookal had hij zich neergelegd bij zijn lot, het ging hem de laatste tijd steeds moeilijker af om aan de eisen te voldoen. Het water zorgde voor een zekere levendigheid, hij had het gevoel alsof hij er weer was. Of het met zijn gevoel te maken had, of de droge keel was maar de vraag maar het deed hem in ieder geval goed. De jonge kater spitste zijn oren om het geluid van een druppel op te vangen, het was niet verweg en een plotselinge scherpe zoete geur drong zijn neus binnen. Die hij waarschijnlijk niet eerder had opgevangen omdat zijn gedachten zo ver weg zaten. Zijn uitstekende reukvermogen onderscheidde dan ook meteen wie dit was, en een kleine glimlach die bijna niemand ooit zag sierde dan ook zijn lippen. Hij liep onstuimig op de poes af die hij zo had gemist, en niet eerder had kunnen opzoeken door alle tumult die op het moment door het kamp hing. Hij merkte dat hij achter haar was, en daarom liep hij geruisloos naar hem toe om zijn neus tegenhaar wang te duwen. "Nightstream," verzuchtte hij als korte begroeting. Een plotseling verlangen om bij haar te zijn overspoelde hem. Hij had het eerder gevoeld, een aantal keer zelfs maar dat stopte hij weg. Zelfs daar had hij geen tijd voor. Jayfeather had wel door dat hij zich gelukkiger voelde dan ooit nu hij weer in Nightstream's aanwezigheid was. Hij nam een beetje van afstand van haar, en spon onophoudelijk. |
|