|
| |
91
| |
| Onderwerp: Afgedankt do 21 okt 2010 - 21:13 | |
| Alec werd ruw in een zak gepropt. Angstig en niet begrijpend piepte hij naar zijn moeder. Wat had hij nu weer gedaan, was hij weer stout geweest door zijn zusjes te plagen, of had hij zijn broertjes weer te veel gedaan bij het stoeien. Zijn ogen konden altijd goed zien in het duistere, wanneer de zon verdwenen was achter de verte. Dit, dit zwarte hol was zelfs voor hem duister. Hij zag niks, slechts het zwarte wanneer hij begon in te dommelen als hij erg moe was, maar dat was tegen zijn moeder, zijn neus in haar vacht gestoken en een heerlijke warmte. Misschien.. Misschien was het een spelletje, hij was gewend dat een tweebeen aan zijn staartje trok, het was dan vooral de twee kleine tweebeners. Alec hield zich dan ook zeer afzijdig van de tweebeners, hij vond ze niet leuk. Vanaf de zijlijn keek hij meestal geamuseerd toe hoe zijn zusjes en broertjes met de tweebeners speelde en schreeuwde van schrik als hun staart weer werd beetgepakt door de vreemde klauwen van de tweebeen. In het begin duwde zijn moeder hem nog wel is richting de tweebeen, en ze zei dat hij hen aardig moest vinden. Een paar keer had hij het geprobeerd maar het kwam altijd uit tot blazen en wegrennen, stomme tweebeners. Hij hield zijn staart zo als hij was, recht en fier. Niet in rare bochten en uitgerekt! Na een tijdje zag zijn moeder in dat hij een hopeloos geval was en liet hem maar begaan. Alec speelde dan jagertje met zijn muis die nooit dood wou en altijd bleef lopen, of hij stoeide ruw met zijn broertjes die aan het einde klaagde dat hij hen nooit is liet winnen. Dan rolde hij met zijn ogen en legde ze nog is uit dat je er helemaal voor moest gaan om te winnen of te leren. Hij snapte nooit dat zijn broers zo dom konden zijn. Alec was het piepen gestaakt, het hielp niet. Niemand gaf gehoor aan zijn smeekbede. Hij jankte nu boos en haalde uit met zijn scherpe nagels en beet in het nest. Het nest was niet zacht en warm, maar ruw, hard en heel koud. Het proefde naar vies, stoffig. Waar waren zijn zusjes en broertjes, waar was ma?! Onvermoeibaar worstelde hij met het nest dat onwurmbaar om zijn lijfje was geklemt. Met een harde tok viel hij tegen iets aan en hoorde gebrom. Het soort brommen dat hij hoorde als de tweebeen, de leider meestal, in een van hun monsters stapte en wegreed. Zat hij nu in zo'n monster, wat moest hij hier. Geirriteerd snuifde hij en moest meteen niesen van al het stof dat in zijn neus begon te kriebelen. Juk, de gedachten dat hij zich moest schoon likken nadat hij hieruit was gaf hem al een haarbal. Hard bleef hij terugvechten tegen het stof en het benarde hol maar het wou niet baten. Bitter door de vernedering begon hij te teppen op het stof en rolde zich op. Dan maar wachten tot hij hier uit werd gehaald.
Alec werd langzaam wakker. Waar was hij, loom knipperde hij met zijn ogen. Nou ja zeg, was hij nou blind geworden, zijn ogen waren toch echt open, of toch niet. Opeens ging er een licht in hem aan, o ja. Dat monster, het vol stof zittende stugge niet verslaanbare nest. Zijn oortjes gingen omhoog en luisterde aandachtig. Verbeelde hij het zich nou, nee toch niet! Het gebrom van het Monster stopte. Afwachtingvol ging hij opstaan, en ja hoor hij voelde de grond onder zijn pootjes verdwijnen. Hard begon hij zijn klaagzang hoe bagger zijn reis was maar er klonk geen antwoord. Het punt waar hij aan hing verdween opeens en hij werd rond getolt. Niet begrijpend kneep hij zijn ogen dicht en hoorde een plons. Zijn ogen gingen open, zijn poten voelde iets nattigs.. Water! Het vieze water waar hij ooit in was gevallen toen het veel had regent. Verbijsterd om iets te doen lag hij stil en zag hoe het water snel naar boven kwam. Tot hij het snapte, hij lag in water, in dat hol. Meteen ging hij aan de slag en probeerde met zijn nagels en tanden een opening te maken. Terwijl hij miauwde om hulp bleef hij vechten en vechten. Waarom ging het niet open! Toen de hoop begon weg te drijven zag hij het licht. Zijn adem had hij al ingehouden voor het geval dat. Nu zag hij het blauwe schijnsel van water. Zoals hij zijn moeder ooit had zien doen toen een zusje in het water was gevallen begon hij te zwemmen. Met zijn poten heen en weer zwaaien om omhoog te komen. De lucht die in zijn longen zat leek op knappen te staan en zijn hart bonkte angstvallig in zijn keel. Bijna, bijna, dacht hij benauwd. Met een laatste slag kwam zijn kopje boven het water. Proestend hapte hij naar lucht. Drijvend op het water kneep hij zijn ogen tot spleetjes. Het eerste duister hadden gezorgt dat zijn ogen het felle licht van nu niet verdraagde en zwarte vlekjes zweefde voor zijn ogen. Kort schudde hij zijn kopje heen en weer en deed zijn ogen weer open. De vlekken waren weg en hij zag dat het al zonhoog was. Verbaasd maar niet dom begon hij weer te ploeteren. Hij zag er vast debiel uit in zijn halfslachtige poging om te zwemmen. Nu hij er zo'n halfuur in het water lag voelde het zo slecht nog niet maar het voelde ook niet bepaald geweldig. Hij haalde rustig adem en nam rustig de tijd om naar de kant te komen, beetje bij beetje kwam de droge grond naderbij en zijn hoop groeide. Letterlijk als een half verzopen kat klauterde hij op de kant. Vermoeid door de inspanning van die dag zakte hij door zijn trillende poten. Hij legde zijn kop op zijn poten en liet zijn lichaam even rusten. Zijn ogen vielen dicht en hij dommelde in. Het laatste wat hij hoorde was het gesjor van voetstappen.
[Setje komt nog ^^] |
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt vr 22 okt 2010 - 14:04 | |
| Wit. Het felle wit dat de kleuren van de natuur zonder enige medelijden doorbrak. Blauwe ogen. Zo blauw als de zee en de heldere hemel. Een zucht. Moeizaam en treurig. Seastream kon het niet geloven. Ze kwam planten en kruiden te kort. Normaal had ze altijd een overvloed aan benodigde spullen, maar nu? Nu leek het alsof ze van de aardbodem waren verdwenen en zij een paar van de laatste had kunnen bemachtigen. Zelfs het papaverzaad lag er zielig en eenzaam bij. Daar had ze altijd meer dan genoeg van; het was tenslotte een van de meest gebruikte zaden die ze gebruikte. Opnieuw slaakte de witte poes een zucht. Ze kon Nightpaw erop uitsturen. Maar hoelang was het nou geleden… Hoelang geleden was het voor het laatst dat ze voet had gezet buiten het kamp? Ze had soms het gevoel gehad dat ze haar hier gevangen hadden gehouden, weigerend haar naar buiten te laten. Het was al dagenlang rustig en de verveling sloeg toe. Voor haar althans. Voor Nightpaw? Ach, ze had werkelijk geen idee. Er waren nog zat dingen die haar leergierige Apprentice niet wist. Soms werden vragen twee keer gesteld; om te voorkomen dat ze ze zou vergeten te beantwoorden. De geuren van de kruiden en planten begonnen hun tol te eisen. Het werd de Medicine cat teveel. Ze moest en zou een tochtje buiten het kamp maken vandaag. En aangezien ze een goede smoes had nu; kon het geen kwaad. Nightpaw had nu genoeg kennis om de tent eens voor een keer alleen te runnen. Er zou vast niets ergs gebeuren. Ze zou daarmee het zelfvertrouwen van haar Apprentice ook omhoog takelen. Omdat ze dan goed op de boel had gelet enzovoort. De grond onder haar poten voelde vervreemd aan. Het was niet zo plat gelopen als in het kamp en haar den. Het voelde vrij en heerlijk aan onder haar kussentjes. Rustig trippelde ze door de struiken. Ze wou eerst weer eens van de wilde natuur en zijn geuren genieten voordat ze echt aan het werk ging. Haar staart was laag bij de grond. Ze had nooit meer haar best gedaan om zich groot voor te doen sinds ze werd verkozen als Medicine cat Apprentice. Als Medicine cat hoefde je er niet triomfantelijk en nationalistisch uit te zien. Nee. Je moest wijsheid en begrip uitstralen. Seastream was nooit groot geweest; ze was nooit eens iets dat aan de grote kant kwam geweest. Ze was klein; maar ook weer niet te klein. Ze vond haar lengte perfect, ook al zat hij onder die van een gemiddelde poes. Haar poten brachten haar, zonder dat ze er erg in had, naar de rivier. De grens tussen Riverclan en Thunderclan. De laatste keer dat ze hier was geweest… Ze kon het zich amper herinneren, zolang geleden was het. Ze slaakte eventjes een zucht. Ze was altijd trots geweest op het feit dat ze Medicine cat was. Maar het begon net te lijken alsof het haar haar vrijheid afpakte. De wind bries zachtjes door haar witte vacht. Kalm keek ze over het gebied uit met doffe ogen. Het had zoete herinneringen, deze plek. Haar blik bleef vast haken bij een bruine vlek. Een frons tekende zich af op haar gezicht. Lichtjes trippelde ze erop af. Hoe dichterbij ze kwam, hoe meer details de schim kreeg. Oren, een staart… De bouw van een kat. Vrijwel gelijk liet ze haar oren naar onderzakken in haar nek. Een indringer? vroeg ze zich af in haar gedachtes. Het gestalte bleef daar maar levenloos liggen; het kon geen bedreiging vormen. Een paar vossenlengtes van het onbekende gestalte bleef ze staan. Ze probeerde zijn geur te herkennen; maar hij verwarde haar. Het dier was kletsnat, waardoor de geur ook nog eens een keer gemaskeerd werd. Een beetje zoet… Maar ook een vieze geur, van een monster, bracht de geur van de onbekende kat mee. Seastream slaakte een zucht. Hij was niet van de Thunderclan, maar ook niet van de Riverclan. Een Rogue dan misschien? Nee, die zou het niet in zijn hoofd halen hier te komen. Een kittypet was de laatste optie. Seastream bekeek de kater nog een keer. Hij was vrij jong. Ze kon hem hier niet achterlaten; niet in deze toestand. Met tegenzin pakte ze de kater vast bij zijn nekvel om hem vervolgens op te tillen. Met lichte passen trippelde ze naar een boom en legde hem daar neer. Ze zwaaide een keer met haar staart. Als iemand haar zou zien… Nou, het viel uit te leggen. Het was geen kitten, dus dat zou het wel wat moeilijker maken. Ze wist zijn ware toestand niet, dat wist alleen hij. Het enige wat ze nu kon doen was wachten tot hij weer wakker werd; ze kon misschien ondertussen al wat kruiden en planten gaan zoeken…
- Ik mag hier toch wel posten hé (; ? - |
| | | 91
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt vr 22 okt 2010 - 16:56 | |
| Alec keek om zich heen. Waar was hij, niet in de mand bij zijn moeder nog in de buurt van zijn thuis. Verward liep hij door, hij was omringd door bomen en zijn oren vingen het geluid van kletterend water op. Hij liep achter het geluid aan terwijl hij de boslucht opsnoof. Het leek groenblad te zijn, want de bladeren waren groen en niet oranje of rood zoals in bladval zijn favoriete tijd. Op een drafje liep hij verder en gaf zijn ogen goed de kost van alles. Je zou niet zeggen dat dit een plek was waar tweebenen woonden, het was te mooi te vredig. Alles leek puur en mooi, onaangetast. Geen lelijke nesten van grijs en zwart maar alles met kleur. Net zoals een van de monsters waar de kittens van de tweebeen altijd naar keken, de ene keer was het opeens zwart wit de andere keer sprongen de kleuren bijna uit het doosvormige monster. Dit beviel hem beter, Alec voelde ook een vredige rust over zich. Thuis was hij constant gespannen, oplettend voor de roekeloze kittens van de tweebeen of voor een van de monsters die je ruw uit je slaap wekte. De bomen namen ruimte van elkaar en beetje bij beetje kwam er een open plek vrij. Hij zag een klein poeltje en twee katten. Hij kon alleen de rug zien maar eentje ervan herkende hij maar al te goed. De rug van zijn moeder, misschien vreemd maar dat herken je als zoon gewoon. Om te vragen waar ze waren wou hij dichterbij komen maar zijn poten wouden niet lopen. Het beeld nam opeens afstand, alsof het weg vloog zoals een vogel dat deed. Het laatste wat hij zag was hoe zijn moeder de andere kat een lik gaf. Was het zijn vader?
Wat verbijsterd deed Alec zijn ogen open. Zijn blik was wat wazig maar werd al snel scherper. Hij lag niet meer in het stoffige zand bij de waterkant waar hij uit was gezwommen. Hij lag bij een boom, een eik zag hij nu aan de vorm van de bladeren. Iemand moest hem verplaatst hebben terwijl hij sliep. Hij keek om zich heen en zag al snel een poes. Ze was sneeuwwit met mooie blauwe ogen die hem deed denken aan het vele water wat hij ooit op de doosmonster had gezien. Ze rook naar verschillende katten, een Clankat? Niet begrijpend snuffelde hij verder, het rook alsof de poes tien keer door verschillende planten had gerolt en wat ju nu erg rook. Alec kende de Clannen bij naam maar wist niet precies wie het waren of hun doel. Zijn moeder wou het er nooit over hebben. Zijn vacht voelde nat en plakkerig maar hij liet het even zo. 'Neem me niet kwalijk.' Begon hij maar zo beleefd mogelijk. 'Heeft U mij hierheen verplaatst of gezien wie dat heeft gedaan?' Afwachten keek hij naar de poes. Je kon maar beter beleefd zijn, hij was geen kitten meer, niet echt. Nog een maan en dan had hij zijn 6 manen bereikt. Hij was benieuwd wat er op hem stond te wachten. Hopelijk niks slechts. |
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt vr 22 okt 2010 - 17:26 | |
| Zoekend liep Seastream door het struikgewas. Ze was niet ver van de kater verwijderd, maar wou alsnog wat kruiden of planten zoeken. Met haar blauwe kijkers speurde ze elk plekje af. Geen enkel detail ontging haar. Haar ogen spotte iets wits. Iets wits dat de groene kleuren van struiken en gras doorbrak. Gehaast beende ze ernaartoe. Met een warme blik keek ze naar een paar madeliefjes. Ze stonden er kwetsbaar en eenzaam bij. Voorzichtig pakte ze er twee in haar bek, waarna ze de stengeltjes voorzichtig over brak. Ze tenminste al iets gevonden nu, dus ze zou niet meer met legen handen terug kunnen komen. Kalm liep ze terug naar de plek waar ze de kater had neergelegd, misschien was hij al bijgekomen. Rustig ging ze voor hem zitten, maar nog steeds een paar vossenlengtes van hem vandaan. Voorzichtig legde ze de twee bloempjes voor haar voorpoten neer, waarna ze haar staart er beschermend omheen krulde. Helemaal geconcentreerd op de kater keek ze toe hoe hij zijn ogen opende. Als hij haar zou proberen aan te vallen zou ze zonder enig medelijden terugslaan. Ze mocht dan Medicine cat zijn; ze had zo haar eigen kleine regeltjes qua haar eigen veiligheid gemaakt. Ze had haar oren weer naar achter gelegd, maar niet vijandig of dreigend. Enkel en alleen om hem duidelijk te maken wie hier de baas was. ’Neem me niet kwalijk,’ begon de kater te spreken. ’Heeft U mij hierheen verplaatst of gezien wie dat heeft gedaan?’ Kalm kneep de poes haar ogen een beetje tot spleetjes en keek ze hem strak aan. In haar ogen leek hij niets te mankeren. Langzaam verzachte ze haar blik, hij was beleefd en toonde manieren. Dat moest beloond worden. Seastream deed dit doormiddel van milder tegen hem te zijn. Ze had het niet zo tegen Rogue’s en Kittypets. Clankatten kregen wel haar respect, en daar deed ze dan ook aardig tegen. Tegen haar eigen clan natuurlijk meer dan tegen een andere. Maar ze toonde respect. Kalm hapte ze één keer naar adem, waarna ze begon te spreken: ’Ja, ik heb je hiernaartoe gesleept.’ Ze wachtte eventjes, ze zou nu natuurlijk weer de normale ondervraging moeten starten. Maar het voelde vreemd; ze had het zolang niet meer gedaan. ’Wie ben je, en waar kom je vandaan? En waarom zette je voet op Riverclan territorium?’ Ze had een strenge toon. Maar op momenten op deze moest dat; je moest gelijk duidelijk maken wie hier de baas was en wie de vragen mocht stellen. En zij was dat; dat wist ze maar al te goed. Als deze kater zich zo bleef gedragen als nu zou ze hem gewoon laten gaan; hij vormde geen verdere bedreiging per slot van rekening. |
| | | 91
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt vr 22 okt 2010 - 20:17 | |
| De poes leek hem niet helemaal te vertrouwen maar haar houding was niet vijandig tegen hem. Hij ontspande zich iets meer en merkte dat hij iets milder werdt aangekeken. Hij was geen kitten dus bescherming om weerloosheid had hij niet, en wilde hij ook niet. Alec wist niet veel van het Clan leven af, nog dat van een Rogue. Hij vroeg zijn moeder er vaak naar maar hij werdt altijd afgewimpeld en weggestuurd. Alsof er een taboe op het hele verhaal hing, het irriteerde hem en zeker nu. Hij was onervaren, had geen flauw idee waar de grenzen lagen en hij wist niet eens hoe hij zou moeten overleven. Misschien kon hij zich wel aanpassen daar was hij erg makkelijk in, de wild vreemde katten en hun manieren baarde hem zorgen. Lang om verder te piekeren kreeg hij niet want hij kreeg al snel antwoord. Hij knikte kalmpjes en wachtte af of er meer zou komen. Hij was tenslotte de vreemde. De strenge toon in haar stem deed hem even slikken. Kort dacht hij na over wat hij ging zeggen, hij had het gevoel alsof hij iemand iets ergs had aangedaan. Nog nooit had iemand hem zo streng aangesproken, zelfs zijn moeder niet. Die had meer wat gebiedends in haar stem en dan deed je het omdat je haar een plezier wou doen. Nu was het wel duidelijk welke plaats hij had. Hij helemaal onder als een kleintje en zij helemaal onbereikbaar boven op hem neerkijkend en de goede vragen eisend. Hij haalde even goed adem en begon te vertellen zonder een trillende stem. 'Ik woonde in een huis, bij mijn moeder en me broertjes en zusjes. Vandaag ben ik in een ruw nest duwt en in een van de monsters van de tweebeners gegooid.' Hij stopte even zodat alles goed en duidelijk zou overkomen. 'Ik ben in slaap gevallen door het vechten om uit het nest te komen maar toen ik wakker werd ging het monster al langzamer. Niet lang daarna ben ik in een poeltje gegooid en was ik bijna verdronken.' Hij sloot even zijn ogen om na te gaan of hij niks belangrijks miste, als hij dat deed ging dat hem zeker niet van harte af. 'Ik heb een soort van gezwommen naar de kant en ben daar buiten westen geraakt. En nu lig ik hier, door U.' Sprak hij als slot en keek naar de poes. 'Het spijt me als ik op verkeerd gebied zit, maar eerlijk gezegt..' Hij stopte en keek aarzelend weg. Waarschijnlijk zou de poes hem wel een sukkel vinden dat hij niets wist van het leven dat voor haar normaal was. 'Ik ken het hele grensgebied niet, nog dat van eenlingen.' Verontschuldigend keek hij haar weer aan. 'Maar ik zal meteen gaan als ik hier niet moet zijn.' Zei hij er snel achteraan om te laten zien dat hij echt niet met geweld weg hoefde. Hij had al genoeg problemen en als ze hem hier niet moesten dan kon hij hen beter niet uitdagen. |
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 12:58 | |
| Seastream haar lippen tintelden. Ze wilden zich krullen tot een triomfantelijke glimlach, maar ze hield zich in. Ze wou niet zo gemeen overkomen, maar ze had gewoon de neiging om dat snel te doen tegen buitenstaanders. In haar eigen clan, Riverclan, was ze vrienden met iedereen. Het leek alsof ze een grote familie waren. Crookedstar de vader, Leopardfur de moeder en zij? Zij was de lieve tante die iedereen verzorgde alsof het haar eigen kittens waren. Dat was haar beeld altijd geweest en ze zou het voor geen goud willen veranderen. Riverclan Warrior of Apprentice, ze hadden allemaal dezelfde betekenis voor haar. Rangen maakten in haar ogen niets uit; vanbinnen waren ze altijd nog zoals kleine kittens. De gedachte zorgde ervoor dat ze zachtjes wou grinniken; maar opnieuw hield ze zich in. Ze had hem nu duidelijk gemaakt waar hun posities waren; de hare en de zijne. En dat moest ze zo houden. De kater haalde even goed adem voordat hij begon te vertellen. ’Ik woonde in een huis, bij mijn moeder en mijn broertjes en zusjes. Vandaag ben ik in een ruw nest geduwd en in een van de monsters van de tweebeners gegooid.’ Seastream fronste. Hij was dus een Kittypet, maar hoe kende hij dan al hun termen en dergelijke? Wel was een ding duidelijk; zijn tweebenen hadden zich van hem ontdaan. Zo simpel was het. Het was hard; maar dat is de waardheid soms nou eenmaal, en het leven al helemaal. De kater trok haar aandacht weer door verder te spreken. ’Ik ben in slaap gevallen door het vechten om uit het nest te komen, maar toen ik wakker werd ging het monster al langzamer. Niet lang daarna ben ik in een poeltje gegooid en was ik bijna verdronken.’ Begrijpend knikte de poes. ’Ik heb een soort van gezwommen naar de kant en ben daar buiten westen geraakt. En nu lig ik hier, door U.’ Seastream kneep haar ogen tot spleetjes, weer vijandig. Was dat een soort van beschuldiging? Hij moest blij zijn dat ze hem niet weer genadeloos het water in had gegooid. Natuurlijk zou ze dat niet over haar hart kunnen krijgen; ze was een Medicine cat. Getraind om levens te redden, niet te verspillen. Niet ieder leven was in haar ogen nuttig, maar het allemaal wel een zin. ’Het spijt me als ik op verkeerd gebied zit, maar eerlijk gezegd…’ De kater stopte midden in zijn zin en keek aarzelend weg. Ze bleef hem strak in de gaten houden. Hij was nog zwakker geworden in haar ogen door dit gedrag. Niet eens durven zijn zin af te maken, als je iets wilt zeggen doe het dan goed; was haar motto dan. ’Ik ken het hele grensgebied niet, nog dat van een eenling. Maar ik zal meteen gaan als ik hier niet moet zijn.’ Zijn laatste zin was nogal gehaast over zijn lippen gekomen, en de verontschuldigende blik die hij haar schonk zorgde ervoor dat haar hart ineen kromp. Die blik had ze maar al te vaak gezien, en zelf ook aan andere geschonken. Ze haatte hem, maar toch deed hij iets met haar. Peinzend zuchtte ze, wat moest ze aan met deze kater? Ze zou hem eerst maar de waarheid vertellen; die ze uit zijn verhaal had kunnen trekken. ’Ten eerste; denk maar niet dat je ooit nog terug zou kunnen komen naar je familie. Ook al zou je ze terug vinden, wat een kleine kans is, die tweebenen van je mogen je niet. Ze hebben zich simpelweg van je ontdaan, zonder dat je er erg in had.’ Ze keek naar de kater, zoekend naar een reactie. Haar ogen bewogen iedere keer van links naar rechts; maar in haar ogen was haar blik nog steeds strak op hem gericht. ’Dit betekent dat je vanaf nu een eenling bent. Een Rogue dus. Tenzij een andere clan zo vriendelijk is je op te nemen, niet dat ik denk dat dat gaat gebeuren, maar het valt te proberen,’ sprak ze verder. Ze zweeg eventjes, denkend over haar volgende woorden. ’Vraag mij niet of dat ik je zou willen proberen toe te laten in de Riverclan. Je mag dan een soort van kunnen zwemmen, you need more than that. Crookedstar neemt beslissingen zoals dat, en ik sta erbuiten. Over grenzen kan ik je ook niet veel vertellen; ik ga niet als een soort van babysitter je handje vasthouden en uitgebreid met je langs de grenzen lopen; ik heb belangrijke dingen te doen.’ Ze zuchtte eventjes. Ze had tot nu toe nog steeds een strenge ondertoon; maar haar stem was milder geworden. Deze kater was bereid gewoon weg te gaan als ze hem dat beveelde; geen onnodig gevecht dus. En dat respecteerde ze wel aan hem. ’Je kunt de verschillende grenzen duidelijk… Ruiken. Geurmarkeringen. Je zou misschien je eigen territorium kunnen maken; maar doe dat dan ver weg van de clan gebieden,’ stelde ze voor. Ze hapte één keer naar adem; ze hoefde enkel en alleen nog maar een ding te vragen, maar dat moest enkel en alleen omdat ze een Medicine cat was. ’Heb je trouwens ergens pijn of zo? Of voel je je niet lekker?’ vroeg ze tot slot aan de kater. Ze kende zijn naam niet; maar had ook niet echt de behoefte om deze wel te willen weten. Ze had tijdens haar hele zegje geen spier vertrokken; alleen haar mond dan. Afwachtend bleef ze de kater strak aankijken. Ze had hem duidelijk gemaakt welke positie zij had; maar dat moest ze blijven doen. Dus vandaar dat ze de hele tijd deze blik op haar gezicht liet staan. |
| | | 138
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 13:15 | |
| Sparrowpaw liep verward langs de rivier, waar was ze? Ze was gewoon doorgelopen, en had blijkbaar niet opgelet. Want nu was ze al bij de grenzen. Ze wist niet zeker of ze hier mocht komen. Toen ze daar over na dacht, zag ze twee katten staan. Eentje was jonger dan Sparrowpaw, maar de andere was duidelijk ouder. De jongere kitten rook niet naar een clankat, wel naar tweebeen. De witte poes rook wel naar clankat. Sparrowpaw gokte de Rivierclan. Als dat echt zou was, zal Sparrowpaw weg moeten gaan. Maar misschien was het niet zo slechte poes. Misschien kon ze Sparrowpaw helpen, Sparrowpaw hoopte het. Ze liep naar de twee katten toe, ''Neem me niet kwalijk. Maar ik ben verdwaald. Ik behoor tot de Windclan'', Zei ze, ''Kunt u me helpen,'' vroeg ze aan de witte poes. |
| | | 91
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 13:24 | |
| Nou, de poes had zijn verhaal. Niet dat hij er zelf heel blij mee was. In het water gegooid worden en dan maar net overleven was niet bepaald het droombeeld van afgedankt te worden. Zijn ijswitte ogen keken voor het eerst nu echt goed om zich heen. Hij lag hier dus in de Riverclan, als de poes klaar was met haar verhoring en zei dat hij moest ophoepelen moest hij zo snel mogelijk rechtsomkeert maken. Niet naar links of rechts, de kans dat hij meteen weer in een nieuw gebied komt van een andere Clan was daarvoor te groot. Hij had geluk dat deze poes zo mild voor hem was. Ja mild, want hij had nu ook tot een hoopje levenloos vlees verbouwt kunnen zijn als de poes hem niet mocht of hem meteen vermoord. De poes begon weer te praten en hij liet zijn blik weer terug glijden naar de blauwe ogen. Over de tweebeners had hij al gedacht, niet dat hij nu nog terug zou willen. Hij had nooit enige klik gevoelt met een tweebener, nu was hij met brute wijze uit zijn nest geschopt. Zij moesten hem niet en hij hun niet, de kans dat hij zijn thuis uberhaupt nog terug zou vinden was ook onwaarschijnlijk. Alec wist niet veel van de monsters van de tweebeen maar hij had het lang genoeg horen brommen om te weten dat zijn huis mijlen ver achter hem lag. Terug gaan zou geen optie zijn al zou hij het willen. Alec knikte slechts om te laten zien dat hij het snapte, hij liet geen enkele emotie los, gewoon om dat hij die niet had. Echt leuk was dit niet, maar zielig tot een jankend balletje oprollen was niks voor hem. De strakke blik trok hem weer naar de werkelijkheid. Een Rogue dus, oké dat wist hij ook weer. Het feit om opgenomen te worden door een Clan deed hem twijfelen, probeerde de poes hem uit te dagen. Gelukkig werdt al snel duidelijk wat zij vond van het adopteren. Hij had er niet eens aan gedacht om opgenomen te worden nog het te vragen. Dat zal hij ook nu niet doen, hij was geen Clankat zover hij dat wist. Nu was hij een Rogue, een eenling. De Clans leken ook behoorlijk zuinig op hun keuzes als het ging om adoptiekits te nemen. Dat hij, een onervaren kit, zou worden opgenomen was net zo groot als de kans dat hij zijn moeder ooit zal weerzien. Alec bleef liever realistisch dan wachten tot iemand hem zo zielig vond en hem opnam in zijn Clan. 'Oké, ik snap het.' Zei hij simpeltjes. Meer had hij niet te zeggen. Alles was helder, hij kende nu zijn plaats en de gevaren indien. Toen de poes vroeg of hij iets mankeerde keek hij ietsjes verbaasd op. Hij keek naar zichzelf, hij was nog drijfnat na zijn halve poging om te zwemmen, dat het gelukt was kwam alleen maar door het leven of dood situatie. Het kon zijn dat hij later wat nieserig werd of hoeste maar dat zag hij later wel. Hij schudde zijn kop. 'Nee ik ben niet gewond, ik ben alleen nat maar dat is dan ook alles. Toch bedankt.' Hij gaf een klein glimlachje al wist hij niet of die werdt geaccepteerd. Nu wat ongemakkelijk keek hij naar de poes. Wat nu, wachten tot ze hem wegstuurde of zelf weglopen. Hij had zijn keuze nog niet gemaakt of een kat kwam eraan gedribbelt. Deze rook anders dan de poes voor hem. Vragend keek hij naar de poes. Dit was toch RiverClan gebied, en de kat die zich voorstelde als Sparrowpaw kwam van de Windclan. Hij hield zich maar stil en wachtte af op de poes haar reactie. Een tweede indringer werdt wellicht te veel voor haar gevoel. |
| | | 13
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 13:38 | |
| Sita had weer een uitstapje gemaakt naar de rivier, ze had zin in vis en had er een met moeite weten te vangen. Ze liep haastige door naar de boerderij waar ze leefde, het was niet veel maar het was haar plekje. En daar ging het om, Sita bleef even stil staan toen hij een gesprek hoorde. Nieuwsgierige volgde ze haar neusje en de stemmen die klonken. Ze had niet alles gehoord. Maar er was een kat in het bos gedumpt, en dat was al genoeg reden voor haar om te kijken met een soepele sprong, sprong ze over wat takjes en stenen. Al snel zag Sita 2 poesen zitten en een kater. Met haar vis in haar bek liep ze er nieuwsiergige op af en bekeek het drietal goed. Toen ze valkbij was legde ze haar vis op de grond en maakte een kliene buiging voor de witte poes die was het oudste dat wist ze wel zeker. Sita knikte vrinedelijk naar de andere twee en zei vrolijk. 'Hoi allemaal.' Ze liet haar blik even glijden op de de poesen dat waren duidelijk twee clankatten, maar van de kate kon ze het maar moelijke plaatsen ze leek wel op een kittypet. Sita ging rustige zitten en wachten maar even op een reactie van de drie. |
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 13:51 | |
| ’Oké, ik snap het,’ maakte de kater kortaf duidelijk dat hij haar woorden begreep. Seastream gaf een kort knikje. ’Nee, ik ben niet gewond, ik ben alleen nat maar dat is dan ook alles. Toch bedankt,’ beantwoordde hij haar laatste vragen, waarna hij volgde met een klein glimlachje. Seastream fronste niet; maar doorboorde zijn blik enkel. Ze zou haar mondhoeken niet optrekken voor hem. Althans; niet voor een vriendelijke bedoeling. Enkel en alleen voor een grijns, hooguit. Zijn blik veranderde al snel in een ongemakkelijke, zoals ze al zag aankomen. Het was beter als hij nu snel van Riverclan territorium zou afgaan. Zij was dan wel mild tegen hem geweest; maar er kon zo een Warrior komen die dat niet was. En zij was niet in staat iemand te stoppen als deze een haal wou uitdelen. Ze wou net haar lippen van elkaar halen toen de wind ineens een geur meebracht. Windclan. Met een ruk draaide ze haar kop, opnieuw haar oren plet gelegd en haar ogen tot spleetjes geknepen. Wat haalde een Windclan kat wel niet in zijn of haar hoofd om hier te komen? Die moesten beter weten. Ze had respect voor Tallstar, en vele andere Windclan katten, maar dit deed haar twijfelen aan de clan. Of dat hij echt wel die slimme, slanke en sterke katten had die ze meende te hebben. Er kwam een oranje kleurig gestalte in beeld, dat op hun afliep. Zeker niet de slimste. Ze kon toch overduidelijk ruiken dat Seastream van Riverclan was? Dus om je dan; en op verboden terrein te begeven en dan ook nog na een bedreiging lopen was niet echt een slimme zet. Met nog steeds een felle blik keek ze toe hoe de poes dichterbij kwam. Ze was jonger dan haar, en overduidelijk een Apprentice. Waarom werd ze altijd gestoord als ze een momentje voor haarzelf wou hebben? Moeizaam zuchtte Seastream, er viel hier niets aan te doen. Kalm keek ze toe hoe de Apprentice halt hield. ’Neem me niet kwalijk. Maar ik ben verdwaald. Ik behoor tot de Windclan,’ verklaarde ze haar komst op dit gebied. ’Kunt U me helpen?’ vroeg ze tot slot aan Seastream. Seastream fronste nogal verbaasd. ’Ken je de grenzen van je eigen gebied niet?’ vroeg ze ongelovig. Als Apprentice moest je dat op zijn minst weten, dacht ze. En anders zou ze toch hebben geroken dat ze in Riverclan territorium was en zou ze zich toch hebben omgedraaid? De gedachte dat deze poes wellicht een spionne kon zijn kwam opdrijven in Seastream haar kop. Wat dacht Windclan wel niet? Ze had beter van ze verwacht. Rustig zuchtte Seastream, waarna ze een blik wierp op de kater. ’Je kunt je eigen geur toch terug volgen? Hij is vrij goed te spotten tussen al de Riverclan geuren. En misschien dat je dan ook gelijk hem mee kunt nemen, dan leert hij ook wat over grenzen,’ sprak ze, terwijl ze met haar blik nog steeds naar de kater wees. Ja, ze gaf toe dat ze lichtjes geïrriteerd was. Maar wie zou dat niet zijn; als je eindelijk weer eens voet buiten je kamp kon zetten, de wilde natuur in, en dan gelijk weer gestoord worden door Jan en alleman. Het was gewoon te gek voor woorden. Gelukkig wist Seastream maar al te goed hoe ze bepaalde emoties moest verbergen; en zou ze echter neutraal lijken in de ogen van de andere. Tot overmaat van ramp werd het nog erger. En met erger werd drukker bedoeld. Pootstappen waren zachtjes te horen en een nieuwe geur drong Seastream haar neus binnen. Ze walgde van deze geur; een andere Rogue. Hoeveel andere zouden er nog komen? Met haar oren helemaal in haar nek gelegd zag ze hoe een poes op hun afkwam lopen en een soort van buiging voor haar maakte. Ze snoof enkel. Hoeveel respect deze poes ook voor haar zou tonen; ze zou geen enkel respect voor haar hebben. ’Hoi allemaal,’ miauwde ze vrolijk nadat ze een vis had neergelegd. Een vis… Uit de rivier… De rivier was Riverclan territorium; en zij hadden de vis hard nodig. Woedend hierover sprong Seastream op; wel nog steeds de madeliefjes beschermend tussen haar voorpoten. Met een kromme rug en haren die overeind stonden blies ze naar de poes. Wat haalde die wel niet in haar hoofd. ’Hoe durf je zomaar ongestraft te jagen hierop Riverclan territorium?!’ gromde ze kwaad, maar beheerst. Ze wist dat er andere bij waren; en daarom moest ze zich inhouden. ’Jij, Windclan Apprentice. Ga terug naar je eigen gebied. Volg je geur, dat kun je wel,’ beval ze terwijl ze een blik wierp op de Windclan poes, haar blik was spontaan milder geworden. ’En jij,’ ze richtte haar blik op de kater, ’Ga met haar mee. Als je op de grens komt blijf je daarop lopen en volg je die totdat de geuren weg zijn, begrepen?’ Ten slotte richtte ze zich weer op de Rogue, met haar blik die spontaan fel was geworden. ’En jij… Jij moet je schamen. Schamen op het betreden van dit grond gebied en dan ook nog het lef hebben hier wat te vangen! Die vis behoort tot Riverclan, en niet tot jou,’ gromde ze woedend. Ze wist dat ze nu bij sommige angst kon aanjagen; maar het zij zo. Ze was de enige Riverclan poes hier, en ze moest haar clan beschermen. Dit hoorde er allemaal bij. |
| | | 91
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 14:05 | |
| Alec onderdrukte een kreun toen een nieuwe geur kwam. Het had geen Clan geur dus dit was een Rogue. Dit werdt de poes vast allemaal teveel, ze kon het goed verbergen maar hij wist door hun gesprek nu hoe de regels een beetje in elkaar staken. Een WindClan kat die zijn eigen grenzen niet kende en nu een Rogue. Dat was allemaal al erg genoeg, maar het ergste van alles zag hij nu in de bek van de andere Rogue. Ze had een vis. Zelfs in zijn ontwetendheid kende hij de regels van een territorium. Je bleef eruit, je joeg niet op het prooi binnen het territorium. Dat laatste, dat was meestal het ergste want daarmee daagde je niet alleen de Clan uit, je gaf ook aan dat je geen respect had voor diens regels. Hij fronste en keek gespannen naar het nieuwe gezelschap, het leek hem wel wat als de poes het wou tenminste, om met haar mee te lopen langs de grens van de WindClan. Dan kon hij tenminste alles een soort van in kaart brengen voor zijn hoofd. De poes kon nog wel leven met hem, gewoon omdat hij een onwettende sukkel was die toevallig hier was gedropt. Hij had er niet zelf voor gekozen. De WindClan poes zou ze alleen raar vinden omdat ze haar eigen grenzen neit kende en ze zou wat geirriteerd raken door de vele indringers. Nu er nog een ''echte'' Rogue bij zat en zij de enige was die hier hoorde werdt het menens. De poes begon al meteen orders uit te delen zodat haar land snel weer vrij was van vreemdelingen. Toen ze zich op hem richtte en de felle blik in haar ogen zag stond hij snel op en luisterde naar wat hij moest doen. Hij keek naar Sparrowpaw en toen naar de witte poes. 'Begrepen.' Zei hij kalm en liep toen ietsjes meer in de richting van de WindClan poes. 'Vind je het erg als ik meeloop? Als je niet wilt loop ik wel alleen.' Zei hij rustig. Hij wou geen last zijn voor deze kat, achter hem hoorde hij nu het woedende gegrom van de poes. Ja, zoals hij al dacht. Jagen in een ander gebied was een van de ergste dingen die je kon doen als buitenstaander. |
| | | 13
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 14:34 | |
| De reacties kwamen al snel vooral bij de witte poes, die niet blij was met haar komst. Sita hoorde de laatste woorden en keek verbaast naar de kleine oranje kat. Dus dat ze was een windclan kat, die verdwaald was. Met ongeloof keek ze even naar de kleine clankat. Als clankat hoor je dat toch te weten, ging er door Sita heen. De witte kat regeerde fel en was licht geïrriteerd, dat liet ze duidelijk merken na haar komst. De witte poes had haar oren in haar nek gelegd en haar haren stonden recht overheid. Toen Sita zich bij het groepje voegde, Sita voelde zich er niet prettige bij. Mischien had ze beter gewoon naar de boerderij moeten ga. Maar toe de blik van de witte kat op haar vis veil werd ze woedende. En sprong met een kromme rug op en blies nijdige naar Sita. Die van schrik een paar stappen achteruit deed. Ze richten een voor een haar blik op de katten en poesen die er waren en blies ze allemaal af. ’Hoe durf je zomaar ongestraft te jagen hierop Riverclan territorium?!’ Begon ze kwaad, Sita keek met een angstige blik in haar fele ogen. Sita keek even naar haar vangste als ze die vis wou had ze pech die had ze zelf gevangen. ’Windclan Apprentice. Ga terug naar je eigen gebied. Volg je geur, dat kun je wel,’ Hoorde Sita haar zeggen en richten haar blik naar de poes toe. Beval ze tegen de windclan poes en wierp een haar blik even op de windclan poes. Toen ze haar blik op de kater richte werd die wat milder. ’Ga met haar mee. Als je op de grens komt blijf je daarop lopen en volg je die totdat de geuren weg zijn, begrepen?’ Sita keek even naar de kater, en voelde de nijdige blik van de poes in haar lichaam prikken, die woeden naar haar gromde. ’En jij… Jij moet je schamen. Schamen op het betreden van dit grond gebied en dan ook nog het lef hebben hier wat te vangen! Die vis behoort tot Riverclan, en niet tot jou,’ Sita keek angstige naar haar, en wist niet wat ze moest zeggen of doen. En ging liggen, ze doordacht soms ook niet alles goed en deed soms gewoon waar ze zin in had. De kater deed wat hem werd op gedragen en ging met de ander kat weg. Sita wou het liefst ook weg maar ze bleef roerloos en doodsbang liggen. Sita keek ze even na hoe ze in de verte verdwenen en keek daarna weer naar de woedende kat voor haar. Ze had natuurlijk beter moeten weten dat je niet moest jagen in een clans gebied, dat was gewoon vragen om problemen. |
| | | 138
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 18:35 | |
| De witte kat zei dat Sparrowpaw haar eigen geur moest volgen, ''Bedankt'', antwoorde Sparrowpaw. En zocht haar geur. Toen kwam er nog een kat bij. De kat ging vissen, wat de witte rivier kat niet goed vond. Ze sprak boos tegen de andere kat. Die zo te ruiken geen clankat was. Sparrowpaw sprong voor Rivier kat, en zei, ''Nou jij word vlug boos'', zei ze. En rende toen weg. Ze had haar geur gevonden. Ze wou hier niet blijven, een rivierkat moest je niet onderschatten. Dat wist Sparrowpaw wel.
(topic uit) |
| | | 91
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 18:53 | |
| [Shita je mag niet zeggen wat wij doen ] Alec keek naar Shita. Ze leek bang en dat nam hij haar niet kwalijk. De witte poes was streng maar nu was ze woedend en klaar om haar weg te jagen van haar territorium. Kort kreeg hij medelijden met de poes, ze had vast niet nagedacht over het jagen op vissen of hier komen met een vis in je bek die behoorde aan de Riverclan. Hij zou de poes niet helpen, niet omdat hij laf was of haar niet mocht. De witte poes zou haar vast niks doen, hoogstens een felle snauw geven dat ze weg moest gaan van haar land af. Ze hadden geluk dat er geen fellere Riverkat was anders waren ze vast aangevallen. Clankatten schenen het niet zo te hebben met Rogues, hij was een vijf manen oude niets wettende kitten. Nu pas wetend dat hij een Rogue was en kende de grenslijnen niet eens, maar deze poes moest dat wel weten. Ze was ouder dan hem al zei dat dus niks, blijkt zo. Nog steeds geen antwoord gekregen van Sparrowpaw wachtte hij tot de Windkat opeens voor Shita ging staan. Verbaasd keek hij de poes aan, ook zij was ouder dan hem maar wat ze deed was niet bepaald slim tegenover de witte poes. De opmerking al helemaal niet, nog voor hij het wist rende Sparrowpaw weg, ze was binnen een paar seconde uit het zicht. Hij beet op zijn lip en dacht na. Lekker dan, nu was hij weer alleen. Moest hij nu de Rogue en de Riverkat alleen laten of blijven. Aan de andere kant had hij hier niks meer te zoeken. "Ik neem aan dat ik naar links moet?" Sprak hij concluderend omdat Sparrowpaw immers die kant was opgerent. "Bedankt voor het verslepen enzo." Hij knikte dankbaar naar de witte poes en vertrok toen met een drafje uit het zicht en uit het Riverclan gebied. [weg] |
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 23 okt 2010 - 20:04 | |
| Seastream vertrok geen spier toen de Windclan Apprentice tussen haar en de Rogue sprong. Zij was immers haar meerdere. En als Apprentice zou ze moeten weten dat ze haar niets moest maken; dan zou ze het misschien wel dubbel zoveel terug krijgen. ’Nu, jij wordt vlug boos,’ was het enige wat uit haar mond kwam. Niet de slimste Windclan kat zo te zien, dacht de poes spottend. Maar vanbuiten liet ze niets zien van haar gedachte. Ze fronste enkel. ’Wat zou jij doen, als iemand die hier niet eens hoort te zijn prooi weg kaapt, of zelfs steelt, die je clan hard nodig heeft?’ Meer had ze niet te zeggen; de Apprentice zou haar woorden wel begrijpen. Kalm zag ze hoe de poes weg rende en uit het zicht verdween. Zuchtend schudde ze haar hoofd; die had nog veel te leren. Met een ruk draaide ze haar oren richting de kater toen deze wat zei. ’Ik neem aan dat ik naar links moet?’ Vanuit haar ooghoeken naar hem kijkend gaf ze hem een kort knikje. ’Bedankt voor het verslepen en zo.’ De woorden kwamen vaagjes over bij Seastream, ze had haar volle aandacht weer op de poes voor haar gericht. Ze hoorde de drafpasjes van de kater vervagen, en toen ze niets meer hoorde sloeg ze toe. Fel ontblootte ze haar tanden en zette ze haar vacht nog meer op; nog dreigender. Met haar eerst zo kalme blauwe ogen keek ze fel naar de Rogue. Deze had zich klein gemaakt. Seastream wist goed hoe ze een bepaald beeld kon afdwingen van zichzelf bij andere. Zonder op een reactie te wachten greep ze de vis bij de poes vandaan en legde ze hem bij haar madeliefjes. Ze maakte zich groter en keek op de poes neer. ’Deze vis behoort tot Riverclan, dus kan ik niet accepteren dat je hem meeneemt.’ Ze had haar voorpoten keurig naast elkaar gezet en haar staart hing laagjes bij de grond. Met haar felle blik strak op de poes gericht sprak ze verder: ’Ga nu, en laat ik je nooit meer terug zien. Dit is een waarschuwing. De volgende keer kom je misschien iemand anders tegen; die niet zo goedgezind is als ik.’ Ze had de vis en de madeliefjes veilig en beschermd onder haar buik liggen. Als de poes ook nog maar een poging zou wagen… Of überhaupt denken over een poging wagen… Dan zou ze wel een haal uitdelen. Sommige dingen moesten gewoon hardhandig duidelijk gemaakt worden. Seastream deed het niet graag; maar wat moet dat moet, toch? |
| | | 13
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt vr 29 okt 2010 - 21:41 | |
| Sita lag nog steeds angstige op de grond en keek met bange ogen naar de oudere poes die razend op haar was. Waarom wist Sita niet echt, ze had de vis zelf gevangen bij de rivier. Maar dat was dus ook verboden omdat hij grond gebied was van de Riveirclan. Site zuchten even. Ineens sprong de windclan kat tussen haar en de oudere poes, Sita keek even wat verbaast naar haar ,Ze was duidelijk niet al te slim, maar dat was zij zelf ook niet. Anders zat ze nou niet in deze ellende. De oudere poes beschuldigde haar van diefstal er ging een kleine vlaag van woede door haar heen. Na haar zegje tegen de windclan. Die zich uit de voeten maakte en wegging. Langzaam werden haar voetstappen minder. De oudere poes zuchten en toen de kater begon te spreken draaide ze met een ruk haar hoofd om, die om de weg vroeg de oudere poes knikte alleen naar hem. ’Bedankt voor het verslepen en zo.’ Zei hij nog voor hij ook weg ging. ,Wat zou hij daar mee bedoelen, dacht Sita en keek hem na. Toen ook zijn voetstappen weg gestorven waren, richte de witte poes weer haar aandacht op Sita en maakte zich nog groter en dreigendere. En griste haar vis met haar pot een legde die tussen die van haar en bij een stel madeliefjes. Sita deed een stap naar achteren maar bleef laag en keek weer met bange ogen naar de poes. Sita voelde de felle blik op haar gericht, ze wou haar vis terug ze had die met moeite zelf gevangen. Het kon haar nou even weinige schelen of het van de Rivierclan was ze had hem zelf gevangen. Sita haalde even adem om te rust en wat moed bij een te scharpen en zei met een trillende stem maar je kon een boze ondertoon horen. ‘IK wil me vis terug! Die heb ik zelf gevangen en het is niet eerlijk dat je die nou van me afneemt.’ Het zou weinig werken aangezien ze al duidelijk had gemaakt dat ze niet toeliet om haar de vis mee te geven. Sita weigerde het haar om die plezier te gunnen, ze had er hard voor gewerkt om die vis te vangen. Met een bange houding wachten ze op de reactie van de poes. ,Wat zou ze doen, dacht Sita.
|
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 30 okt 2010 - 11:27 | |
| Met haar ogen fel tot spleetjes geknepen bleef ze strak naar de poes kijken. Ze had moeite zich in te houden, maar toch wist zich te beheersen. Woede… Alles overheersende woede. Alsof ze geen enkele andere emotie in zich had. ’Ik wil mijn vis terug! Die heb ik zelf gevangen en het is niet eerlijk dat je die nou van me afneemt,’ protesteerde de poes. Haar stem trilde, maar had een zachte boze ondertoon. Een met een stalen gezicht keek ze naar de poes; die zich daar maar klein lag te maken. Ze zwaaide een keer hard met haar staart, waarna ze haar oren nog platter in haar nek legde. ’JOUW vis? Hoor ik dat goed? Dit is niet jouw vis. Ik heb hem niet afgenomen. Jij hebt hem van ONS afgenomen, snap je dat? Deze vis zat op Riverclan territorium, wat betekend dat hij ook voor Riverclan katten bestemd is. En niet… Uitschot zoals jij.’ De laatste woorden spuugde ze zowat. Die poes had lef. Heel veel lef, om hier überhaupt te komen. Seastream zuchtte, en ontspande zich met enige moeite. Maar haar bange houding deed ervoor zorgden dat Seastream nog minder respect voor haar had. En een nog negatievere gedachte kreeg. Met een emotieloze blik haalde ze een van haar poten omhoog. Haar nagels glommen in het felle zonlicht. Zonder enige medelijden noch spijt te hebben haalde ze uit naar de poes. ’Zorg er niet voor dat ik mijn woorden moet herhalen. Ik heb betere dingen te doen. Dus ga nu, of ik doe je echt wat.’ Haar stem was helder en duidelijk. Kende geen angst, en er was geen sprankje van spijt te bekennen over haar eerdere daad. Als iemand gestraft moest worden moest deze dat ook echt goed worden. Deze poes had een vis gestolen van Riverclan territorium, en vervolgens ook nog geprotesteerd toen deze werd ingenomen. Ze zette haar poot weer netjes neer en bleef strak naar de poes kijken, wachtend tot deze weg zou gaan. |
| | | 13
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 30 okt 2010 - 14:56 | |
| De witte poes had haar antwoord al klaar liggen toen Sita klaar was met protesteren. Ze keek met gespleten oogjes en een stalen gezicht. Die geen emotie los liet naar Sita, haar oren gingen nog platter in haar nek en ze zwaaide hard met haar staart. ’JOUW vis? Hoor ik dat goed? Dit is niet jouw vis. Ik heb hem niet afgenomen. Jij hebt hem van ONS afgenomen, snap je dat?’ Begon ze Sita wou er tegenin gaan maar ze vervolgde meteen. ’Deze vis zat op Riverclan territorium, wat betekend dat hij ook voor Riverclan katten bestemd is. En niet… Uitschot zoals jij.’ Ze spuugde de woorden bijna uit en Sita stond meteen op met een kromme rug en haren die overeind de recht overeind stonden en riep boos. ‘Uitschot!!!! We zijn geen uitschot misschien zijn jullie dat wel. Iedere kat heeft het recht om te gaan jagen waar hij of ze wil…’ De rest wat de poes zei ging langs Sita heen maar ineens voelde ze een stekende pijn en zag ze de klauw van de witte poes langs haar wang gaan. Sita schrok er van en deed een paar stappen achteruit en voelde met haar poot langs haar wang. Wat geschrokken keek ze naar de witte poes die haar poot weer netjes neerzetten en met en strakke blik naar Sita keek. Sita ogen werden groot en ineens schoot de uitbarsting van net binnen, dat was een domme zet van haar. Sita kon in haar blik geen angst of medeleven zien of een sprankje spijt. Wat ze doodeng vond met een bange blik keek ze naar de witte poes. Sita bereiden zich alvast voor op het ergste. Die poes zou haar nou niet laten gaan na wat ze gezegd had. Sita was geen vechter maar een sorry zou niet werken. |
| | | 48
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 30 okt 2010 - 17:46 | |
| De poes sprong met een kromme rug op na de woorden van Seastream. Dit deed de witte poes echter niets, ze vertrok geen enkele spier. Je moest meer in huis hebben om haar bang te laten worden. Nou… Ze kon snel bang worden en wanhopig, maar om andere redenen. Vast en zeker omdat ze een Medicine cat was, en ergere dingen mee had gemaakt in haar leven. ’Uitschot! We zijn geen uitschot, misschien zijn jullie dat wel. Iedere kat heeft het recht om te gaan jagen waar hij of zij wil…’ Een angstaanjagende glimlach sierde zich rond de witte lippen van Seastream. Deze poes had blijkbaar geen idee waarover ze sprak, niet eens een beetje. De dreigende houding van de poes verdween al snel. Je kon haar angst gewoon voelen en ruiken. Een lichte frons tekende zich af op Seastream haar gezicht. ’Zo zo. Eerst stoer doen en me proberen bang te maken met dat bedreigende gedrag van jou, en nu? Nu weer zo bang doen als een kippetje? Jij bent mijn tijd niet waardig. Jouw protesten bevatten geen feiten, noch goede argumenten. En dat weet je zelf ook.’ Ongeduldig zwaaide ze met het puntje van haar staart. Waarom ging deze poes niet gewoon weg? Snapte ze dan niet dat ze het alleen maar erger maakte door hier te blijven en niet gewoon onderdanig weg te gaan. Was ze dan werkelijk zo dom om dat niet te snappen? Het rode bloed plakte aan haar witte vacht bij haar poot. Ze had haar geraakt. Een triomfantelijk gevoel bekroop haar, maar ook een nogal teleurgesteld gevoel. Ze was blij dat ze de poes iets had kunnen geven dat haar nog lang zou kunnen bijblijven en haar misschien iets zou leren… Maar aan de andere hand; ze was een Medicine cat. Getraind om andere katten te verplegen, niet te verwonden. Ze hapte één keer naar adem, waarna ze moeizaam begon te spreken. Ze had hier geen zin meer in, maar het was haar taak om hier te blijven tot die poes uit haar zicht zou verdwijnen. ’Wij zijn geen uitschot. Wij hebben iets waarvoor wij leven, waarvoor wij jagen. We leven samen, en zorgen voor elkaar. Denken aan elkaar en aan de andere clans. Maar jij? Jij bent alleen en kunt alleen maar om jezelf zorgen maken, meer niet. En over dat recht… Wij hebben regels, strikte regels. Anders zou iedere clan honger lijden, onnodige gewonden vallen. We hebben territoria die we bewaken; tegen katten zoals jij en tegen andere clan katten die de regels overtreden. Nee. Wij zijn geen uitschot. Maar jij wel, alleen wil je je dat niet realiseren noch je fout om hier te jagen.’ Ze trok haar blik los van de poes en keek eventjes naar de overkant van de rivier. Zijzelf was er nog nooit geweest; maar ze had vaak genoeg gehoord dat andere er wel waren geweest. Door nieuwsgierigheid gedreven. Ze overtraden de Warrior code, dat wisten ze zelf dondersgoed. Maar soms was nieuwsgierigheid alles overheersend. Ze richtte haar blik weer op de poes. ’Voor de laatste keer; ga gewoon. Je bent hier niet gewenst. En die vis kun je wel vergeten; ik heb nu al door dat je geen vechter bent. Ik win het gemakkelijk van je, dat weet je zelf ook. Ga naar je eigen territorium en jaag daar, maar niet hier. Val me niet meer lastig, want de volgende keer heb ik misschien geen genade. Dus ga, nu ik mezelf nog in de hand heb.’ De laatste woorden siste ze. Ze had een serieuze en wijze uitstraling. De uitstraling van een Medicine cat. Kalm wachtte ze af, hopend dat de poes nou eindelijk zou verdwijnen. Ze was al veel te lang het kamp uit en wie weet zou er wel iets ergs zijn gebeurt en stond zij haar tijd te verdoen aan een onnozele kat die maar niet wou inzien dat ze bij het foute eind zat.
Laatst aangepast door Seastream op za 30 okt 2010 - 20:30; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | 13
| |
| Onderwerp: Re: Afgedankt za 30 okt 2010 - 18:46 | |
| Toen ze boos op sprong, verroerde ze geen spier en was niet bang, maar dat zou Sita van haar zelf ook niet zijn. Ze kon ook niet dreigende over kommen en was ook geen vechter. De witte poes bleef rustige zitten en luisterde naar de woorden die Sita had gesproken. Nadat Sita was uit gesproken sierde er een angstaanjagende glimlach rond haar lippen. Sita liet haar dreigende en voorbereide houding varen en ging wantrouwige zitten. Sita zag duidelijk de lichte frons op haar voorhoofd, Sita haalde een paar keer diep adem om te rust te komen en te kalmeren. ’Zo zo. Eerst stoer doen en me proberen bang te maken met dat bedreigende gedrag van jou, en nu? Nu weer zo bang doen als een kippetje? Jij bent mijn tijd niet waardig. Jouw protesten bevatten geen feiten, nog goede argumenten. En dat weet je zelf ook.’ Sita zag dat ze ongeduldige begon te worden en ze zwaaide een paar keer ongeduldige met haar staart. De woorden die ze uitsprak bleven een tijd door haar hoofd gaan. Vooral de laatste paar zinnen, Sita schudde haar kopje maar ze had gelijk ze was dom bezig nou. Een klein gevoel van schaamte kwam er bij haar op en ze knikte bij de woorden die ze uitsprak. Het was haar duidelijk dat ze haar de vis niet liet meenemen. De poes hapte naar adem en Sita keek weer met een bange blik naar haar. Ze begon met veel moeite en langzaam te spreken. ’Wij zijn geen uitschot. Wij hebben iets waarvoor wij leven, waarvoor wij jagen. We leven samen, en zorgen voor elkaar. Denken aan elkaar en aan de andere clans. Maar jij? Jij bent alleen en kunt alleen maar om jezelf zorgen maken, meer niet. En over dat recht… Wij hebben regels, strikte regels. Anders zou iedere clan honger lijden, onnodige gewonden vallen. We hebben territoria die we bewaken; tegen katten zoals jij en tegen andere clan katten die de regels overtreden. Nee. Wij zijn geen uitschot. Maar jij wel, alleen wil je je dat niet realiseren noch je fout om hier te jagen.’ Sita voelde weer een vlaag van woede maar ook een steek van pijn door haar heen gaan. Sita kon zich met moeite rustige houden, de witte poes had haar blik even van haar afgehaald en keek naar iets anders . Sita keek even met haar blik mee, toen ze haar blik weer op Sita richte bleef Sita nog even naar de rivier kijken. Ze hoefde die blik even niet te zien de felle en boze blik. Sita voelde die lik wel in haar lichaam prikken. ’Voor de laatste keer; ga gewoon. Je bent hier niet gewenst. En die vis kun je wel vergeten; ik heb nu al door dat je geen vechter bent. Ik win het gemakkelijk van je, dat weet je zelf ook. Ga naar je eigen territorium en jaag daar, maar niet hier. Val me niet meer lastig, want de volgende keer heb ik misschien geen genade. Dus ga, nu ik mezelf nog in de hand heb.’ Siste ze en Sita knikte, de laatste woorden die ze had uitgesproken lieten haar schrikken ze wou niet dat ze gewond raakte. Sita wrijf nog even met haar poot over haar wang waar drie diepe krassen in zaten, het prikte een beetje toen ze er over wrijf. Sita keek nog even naar de witte poes die kalm zat te wachten tot ze weg ging. Sita mompelde snel maar een gemeende. ‘Sorry, mevrouw. Het spijt me.’ Zonder op antwoord te wachten draaide ze haastige om en rende er vandoor. Zo snel haar poten konden rennen.
|
| | | | Onderwerp: Re: Afgedankt | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |