De poes had een paar keer geknikt; als reactie op Seastream haar woorden. Het verbaasde haar lichtjes dat ze ze scheen te begrijpen, of misschien deed ze alsof. Haar laatste woorden leken de poes goed te pakken te hebben; ze zag er erg bang uit. ’Sorry, Mevrouw. Het spijt me,’ mompelde ze zachtjes, maar gemeend. Kalm knikte Seastream, waarna ze aanzag hoe de poes zich omdraaide en zich haastig uit de benen maakte. Afwezig keek ze haar na. Wanneer ze uit het zicht verdwenen was slaakte de witte poes een diepe zucht. Ze hief haar kop op en keek naar de hemel. Het was al laat… Had ze haar hele dag verspild aan iemand die prooi had gestolen van Riverclan? Niet helemaal, maar voor het grootste gedeelte wel. Ze liet haar blik dalen en keek naar de vis en de madeliefjes. Een triomfantelijke glimlach verscheen op haar gezicht. Nu had ze wat eten voor de clan te pakken en wat planten, die ze hard nodig had. Ze had gewenst nog wat andere dingen te kunnen doen, maar het was beter als ze nu maar snel terug ging naar het kamp. Stel ze hadden haar nodig. Maar Nightpaw kan ze ook prima helpen, viel haar spontaan in. Vluchtig pakte ze de vis en de madeliefjes in haar bek, waarna ze rustig het bos in trippelde. Ze wou op zijn minst nog wat Papaverzaadjes vinden. Normaal had ze er altijd zat; maar ze was nu al bijna door haar voorraad heen. En Papaverzaadjes waren zowat de meest gebruikte medicijnen. Met lichte passen baande ze zich een weg door het struikgewas. Zoekend keek ze om zich heen en lette ze goed op op wat haar snorharen bestasten. Ze voelde alles, rook alles… Maar niet wat ze wou ruiken. Met gesloten ogen hield ze halt en stak ze haar neus de lucht in. Ze ademde de lucht diep in, zoekend naar de aangewezen geur. In een flits schoten oogleden omhoog, waarna ze in een gehaast drafpasje een doelgerichte richting uitliep. Langzaam stopte ze en staarde ze vol bewondering naar de plant. Ze had hem gevonden… Snel beende ze ernaartoe waarna ze de vis en de madeliefjes keurig ernaast legde. Voorzichtig knakte ze de stengeltjes van de plant, om hem daarna mee te nemen, samen met de vis en de madeliefjes. Blij dat ze de plant had gevonden liep ze terug naar het kamp. Rustig legde ze de vis op de hoop, waarna ze vragend haar kop op hief. Er hing een onaangename sfeer in het kamp… En het voelde alsof ze een hoop had gemist. Alert pakte ze de planten weer op, waarna ze stilletjes naar haar den liep. Een slecht voorgevoel bekroop haar. Wanneer ze in haar den kwam verstijfde ze. Ze had de grootste moeite haar lippen op de planten geklemd te houden. Het beeld dat ze nu voor ogen had… Was vreselijk…
- Voor mensjes die dit lezen; dit is nog voor de begravenis van Willowkit en zo. Wanneer ze net is dood gegaan, zeg maar n.n -