Met grote passen liep de bluine poes door het territorium van de ThunderClan. Ze had in haar eentje het kamp verlaten om te gaan patrouilleren. Het was een vochtige, en mistige dag vandaag. Als je naar de lucht keek, zag je dreigende wolken, die op ieder moment konden losbarsten. Onweer dus. Daarom liep Wolfclaw ook erg snel. Ze trippelde langs een grote boom. Waanzinnig hoog was die. Voorzichtje gaf Wolfclaw er een paar kopjes tegen aan. Ze wreef haar geurklier tegen de boom aan. Het was wel nodig. Dit gebied was al lang niet meer gemarkeerd. Vooral omdat dit dicht bij de RiverClan lag, was het wel noodzakelijk. Wolfclaw liep door, en voelde enkele druppels op haar dikke vacht vallen. Het begon zachtjes te regenen. 'Nee he, niet nu...' Vloekte ze zachtjes. Ze liep maar snel door. Er waren nog een paar punten die ze moest markeren. Een tijdje later kwam ze aan bij een sterk stromende rivier. Het water kolkte langs de randen. Voorzichtig keek Wolfclaw het water in. Hier moest je niet in vallen! Gelukkig waren er stukken rots, die bij elkaar lagen. Daardoor konden ThunderClan katten ook een kijkje nemen in het RiverClan territory. Wolfclaw werd nieuwschierig. Ze liep naar het uiteinde van de rots, en zette zich af. In één sierlijke sprong was ze aan de overkant. Zachtjes landde ze. Wolfclaw zakte gelijk in een sluip houding. Ze bevond zich nu op vijandelijk terrein. Ze vond het wat spannend worden. Overal rook je RiverClan. Snel trippelde Wolfclaw maar weer terug naar de rots. Nét voordat ze ging springen, hoorde ze een zware stem. Wolfclaw's vacht stond overeind. Vlug draaide ze zich om, en ze stond oog in oog met een sterke RiverClan kater... Inmiddels begon het wat harder te regenen.