Blackclaw lag rustig in de Warrior's Den. Tenminste, hij zag er rustig uit. Vanbinnen raasden de gedachten door zijn kop, alsof zijn hart aan het verbranden was in de pijn die hij voelde. Shadowfur.. ze was alleen in die harde wereld, een Rogue, verbannen.. Hij wendde zijn kop af van de ingang waardoor fel licht naar binnen scheen. Hij kon het niet hebben. Licht zou waarheid moeten brengen. Waarom had het zijn liefde onthuld? Zonder dat alles had hij hier nu kunnen liggen, verveeld door de dagelijkse routine. Wat had dat heerlijk geweest. Zonder pijn, zonder twijfel en zonder angst. Voor zichzelf vreesde hij niet, nee, helemaal niet. Hij vreesde voor haar, voor zijn hart en zijn liefde, voor Shadowfur. Hij kon niet zonder haar, toch lag hij hier, alleen, verlaten en gebroken. Waarom? Waarom hield hij nu uitgerekend van haar? Een moordenaar, een leugenaar, een demoon onder de katten. Waarom? Hij kon het wel uitschreeuwen, maar zijn gele ogen vernauwden niet eens bij alles dat door hem heen ging. Voor de buitenwereld kon hij net zo goed met open ogen slapen. Niet dat ze op hem letten. Hij was het maar. Blackclaw. Onbelangrijk, al wat ouder en enigzins gerespecteerd. Wat maakte het allemaal uit? Zijn hart werd verscheurd als hij moest kiezen tussen Clan en liefde.. Hij hield van zijn Clan, maar ook van haar. Maar als het erop aankwam.. Hij zou voor de Clan kiezen, en dat wist hij maar al te goed.