433
| |
| Onderwerp: We Don't Even Have To Try~ zo 11 nov 2012 - 18:55 | |
| It's always a good time~ Vanuit de schaduwen van het RiverClan kamp staarde een tuxedo-pattern colored naar het dagelijkse clanleven. Hij was een uur geleden wakker geworden en keek toe hoe de clan ontwaakte en zich opmaakte voor een nieuwe dag. Leaf-fall was officieel begonnen en in volle gang, over niet zo'n lange tijd zo het Leaf-bare worden en dat zou hard tegen hard gaan. Als de rivier dichtvroor zouden ze moeten zoeken naar breekbaar ijs al was het wel enorm moeilijk om niet onder het ijs vast te komen te zitten. Met een zucht van verlichting zag Cinderfall een bekende, witte gestalte tussen het riet doorkomen. Zijn partner Lostvoice. Hij glimlachte en duwde zich overeind. Misschien konden ze vandaag samen wat gaan doen. Hij liep in haar richting maar passeerde haar, overdreven laten merken dat hij haar voorbij kwam. Bij de uitgang van het kamp draaide hij zich om en glimlachte uitdagend alsof hij haar uitnodigde hem achterna te komen. Hij schoot tussen het riet door en sprong op de koude grond met een glimlach op zijn gelaat.
Ondanks het koude briesje die er heerste en de grauwe lucht was er iets moois aan de gevarieerde oranje kleuren palet van het ThunderClan bos aan de overkant van de rivier. Hij had zijn pas laten invallen in een normale, rustige tred en marcheerde langs de rivier. Hoewel het hem een lichte angst gaf door het alleen al maar te horen was al zijn aandacht gericht op het kleuren spektakel van de bomen die hun bladeren verkleurde en ze verloren. Sommige vlogen over op RiverClan gebied. Cinderfall liet een witte poot op een verdord blaadje ruste die met een krakend geluid doormidden brak. Hij staarde er zwijgend naar om zich vervolgens geheel om te draaien toen er een geur zijn neusgaten binnendrong. Daar kwam ze. Haar witte haren staken fel af tegen de bontgekleurde achtergrond en haar hemels blauwe ogen fonkelde. Met een grote glimlach op zijn snoet snorde Cinderfall en wachtte hij tot ze naar hem toe zou komen.
+LOSTY <3 |
|
Quinty 1249
| |
| Onderwerp: Re: We Don't Even Have To Try~ zo 11 nov 2012 - 21:02 | |
| ℓσѕтνσιcє Eindelijk weer eens een goede nachtrust gehad. De helderwitte kattin rekte zich uit en klauwde met haar nagels in het zacht mos van d'r slaapplek. Langzaam schudde ze haar vacht uit en opende haar opvallende blauwe kijkers, die nieuwsgierig de Warriors Den rondkeken. Ze mistte iemand, een belangrijk iemand. Cinderfall was er niet. Het was nog vroeg, wat er op wees dat haar partner al heel vroeg was opgestaan. Nog een keer keek ze voor de zekerheid of ze 'm niet over het hoofd had gezien, maar toen ze er zeker van was, verliet Lostvoice de Warrior Den naar buiten toe. Eenmaal buiten kneep ze eventjes haar blauwe ogen dicht tegen het zonlicht, maar al snel was ze eraan gewent en keek om zich heen. Een zacht gesnor steeg op toen ze Cinderfall op zich af zag komen lopen. Ze gaf hem een kopje, maar keek eventjes vreemd op toen hij doorliep. Wat was die kater nou weer van plan? Rustig keek ze hem na, zag hoe hij haar uitdagend toe glimlachte en uit het kamp verdween. Lostvoice voelde hoe een glimlach over d'r lippen gleed en schudde haar kop. Mannen, altijd hetzelfde. In plaats van direct achter haar partner aan te gaan, liep ze eerst in de richting van de voedselstapel, waar ze een vis vandaan haalde en deze rustig opat.
Met een volle maag en een goed gevoel, wandelde de witte kattin door de kille bries heen. Momenteel was ze heel erg blij dat ze al een aardig dikke wintervacht had, want deze kou was niets voor haar. Ze huiverde eventjes en versnelde haar pas om wat meer op te warmen. Ze kon de geur van Cinderfall makkelijk volgen en vroeg zich nog steeds af waarom hij enigszins geheimzinnig deed vanmorgen. Met allerlei theorieën in d'r kop, liep Lostvoice verder door het territorium heen, totdat de geur van haar partner sterker werd. Haar blauwe ogen keken op, in de verte zag ze het bekende silhouette van haar partner. Ze snelde op hem af en gaf 'm al snorrend een kopje. "Hey, lieverd," miauwde ze zachtjes, terwijl ze hem een lik tussen z'n oren gaf en ging zitten, waardoor hun vachten door elkaar ging zitten. Ze voelde zijn warmte door haar vacht tegen zich aan, wat een veilig en geruststellend gevoel gaf. Nooit wilde ze hier meer weg, nooit. |
|
|