Winterstorm deed haar ogen open. Het zou vandaag weer een gewone dag zijn. Vanmorgen zou ze weer wat gaan jagen en ze had nog niet echt een idee wat ze ’s middags zou kunnen gaan doen, maar dat was pas zorg voor straks. Ze liep rustig de warriors den uit en rekte zich uit. Ze liet de zon even haar vacht verwarmen. Eigenlijk had ze niet zo heel veel zin om alleen te gaan jagen, maar aan de andere kant had ze dan ook tijd om na te denken. Dan zou niemand haar storen en haar ook niet raar aankijken als ze in het niets staarde. Ze begon langzaam naar de doorntunnel te lopen. Het leek wel alsof haar lichaam tegenspartelde en haar probeerde te vertellen dat het geen zin had om te gaan jagen, maar ze zette zich er overheen en begon wat sneller te rennen. Zonder dat ze het eigenlijk door had brachten haar poten haar naar de zonnerotsen. Ze ging hier altijd naar toe om na te denken, maar deze keer was het haar bedoeling niet geweest om hier naar toe te gaan aangezien ze wilde gaan jagen. Ze probeerde zich te concentreren op de geuren en geluiden om haar heen. Als ze hier nu toch was kon ze er beter de plek van maken waar ze vandaag ging jagen. Ze rook de geur van een muis en het duurde niet lang voor ze de muis in de gaten kreeg. Je moet je nu concentreren, want anders kom je straks zonder prooi terug in het kamp en wat ga je dan zeggen? Zei ze tegen zichzelf en ze begon naar de muis toe te sluipen. Gelukkig leek de muis haar nog niet in de gaten te hebben en kon ze dichterbij sluipen. Ze was nu dichtbij genoeg om te springen en dat deed ze ook. De muis probeerde nog weg te rennen en aan de dood te ontsnappen, maar ze was sneller en had de muis al te pakken. Ze beet het diertje snel dood voor het ander prooi kon waarschuwen en ze begroef het. Ze liep weer terug naar de zonnerotsen en probeerde zich weer op de geuren en geluiden om haar heen te concentreren. Waarom kon ze zichzelf nou zo slecht concentreren vandaag? Ze had zich nog wel voorgenomen om veel prooi voor de clan te vangen en dan kon ze vanmiddag misschien iets anders doen, maar als ze zo weinig zou vangen dan zou ze ’s middags ook beter kunnen gaan jagen, want de clan moest wel gevoed worden. Misschien moest ze eerst even rust in haarzelf vinden voor ze zich beter op de jacht kon concentreren. Ze liep naar de rotsen toe en ging op eentje liggen. Ze sloot haar ogen en luisterde naar de geluiden om haar heen. Ze begon zich al wat rustiger te voelen, maar ze merkte dat ze zich nog steeds niet heel goed kon concentreren. Ze voelde dat ze eigenlijk ook wel vermoeid was en merkte dat ze een beetje indutte, dus ze deed haar ogen maar weer open, want ze had geen zin om in slaap te vallen, want straks maakte het kamp zich nog zorgen om haar, omdat ze nog niet terug was terwijl ze dan alleen maar in slaap was gevallen en dan had ze ook nog maar heel weinig gevangen. Ze zuchtte even. Ze kon beter weer wat gaan jagen. Ze stond op en rekte haar lichaam even uit. Daarna sprong ze van de rots af waar ze op had gelegen en begon de geuren van de omgeving in haar op te nemen. Ze rook de geur van eekhoorn en ze draaide zich om naar de plek waar ze dacht dat de geur vandaan kwam en ze zag het diertje daar ook zitten. Ze ging in de sluiphouding en sloop dichterbij. Ze moest stil zijn, want anders zou de eekhoorn er al vandoor zijn voor ze überhaupt een poging had kunnen doen om de eekhoorn te vangen. Ze sloop dichterbij tot ze dichtbij genoeg was. Ze maakte zich klaar voor een sprong en sprong. De eekhoorn probeerde nog weg te rennen, maar het was al te laat. Ze beet de eekhoorn snel dood en begroef het. Ze was al aardig tevreden over hoe de jacht tot nu toe ging. Ze had verwacht dat het slechter zou gaan, maar het tegendeel was nu wel bewezen. Ze bleef niet te lang nadenken, want een clan kon niet gevoed worden door alleen een muis en een eekhoorn. Ze ademde de lucht rustig in en concentreerde op de geuren van prooi. Er waren veel geuren, maar ze rook even niet de geur van een prooidier of in ieder geval geen verse. Ze sloot haar ogen even en luisterde naar de geluiden om haar heen. Misschien kon ze wel wat horen, maar ze had geen geluk. Ze zuchtte even, het zat haar alsnog niet mee. Opeens hoorde ze een krakend geluid en ze draaide zich om naar de plek waar het vandaan kwam en wachtte rustig af. Ze wist niet wat het geluid had gemaakt, maar daar zou ze snel genoeg achter komen.