Een kleine zwart/witte kater leek zijn pootjes niet stil te kunnen houden. Hij sprong uit ongeduld en ververling maar wat rond zijn vader en zijn broertje en zusje heen. Om de zoveel tijd keek hij met een ongeduldige blik naar buiten, waarom schiet die zon nou niet een beetje op? Hij had met zijn mentor afgesproken bij de ingang van het kamp, bij zonsopgang. Opeens besefte hij dat hij er niet uitzag, hij probeerde stil te zitten en gaf zijn halflange vachtje een snelle lik. Zo... Nu zag ie er tenminste fatsoenlijk uit. Hij keek weer naar buiten en zag dat de zon nu langzaam naar boven droop. Waarom zo langzaam! Hij wou alles leren en het liefst vandaag nog, hij zou zoveel mogelijk tijd nodig hebben om dat te doen. Hij was benieuwd wat hij allemaal zal leren, jagen? Maar dat kon hij al een beetje, hij moest immers toch iets doen om aan eten te komen. Vechten? Moorden? Allebei zou hij willen, zou ie dat in 1 dag kunnen leren? Vast wel. Hij keek weer naar de zon, nog een klein stukje en dan mag ik gaan, dacht hij bij zichzelf. Hij keek hoe de grote bol de laatste afstand in een afschuwelijk laag tempo afliep. Toen sprong hij op. Nog steeds op zijn pootjes springend van hyperheid rende hij naar zijn vader. " Pap! Ik ga trainen! Tot vanavond!" Riep hij snel naar hem. Hij wachtte niet op antwoord maar sprintte weg. Waarom was hun slaapplek zo ver weg van de ingang? Hij rende zo hard hij kon erheen, straks kwam hij nog te laat! Daar kwam hij eindelijk in zicht, en bijna meteen zag hij de grijs-blauwe kater staan die hem zou gaan trainen. Hij legde de laatste afstand af en ging langzaam zachter lopen. Uiteindelijk stond hij voor de grote kater stil. Hij ging zitten en werd opeens een beetje verlegen, wat moest hij zeggen? Wat kon hij doen? Hij keek verlegen naar beneden en hij durfde niet als eerste iets te zeggen, straks was het fout wat hij deed. Hij kende deze kater amper, hij had geen idee wat hij deed met stomme apprentices maar het feit dat hij in Bloodclan zit zorgt ervoor dat je moet uitkijken. Opeens word hij een beetje bang voor de kater. Hij blijft zitten en zegt niets.