''Hi. En wat doe jij hier zo laat op de avond?'' vroeg de kat. Zwiepie twijfelde even of ze een antwoord zou geven, maar antwoordde dan toch: "Oh, gewoon, hetzelfde als jij doet" sprak ze nonchalant. Ze zou zich niet op haar kop laten zitten. Deze kat was sowieso geen kittypet. Hij rook naar dood. De gestreepte kat aarzelde even. Zou ze weglopen. Ach nee, ze kon die kat wel aan. Hij was nauwelijks jaar. Met haar 15 jaar, en haar vele ervaring met gevechten, had ze veel voorsprong.''Ook een hapje?'' Zwiepie trok een wenkbrauw op. Bood die kat haar een eekhoorn aan. Ach, misschien was hij niet zo kwaadaardig. "Graag" miauwde ze warmer dan voordien, en beet een klein stukje uit de eekhoorn zijn lijf. Het was meer pels dan vlees, maar Zwiepie zei toch: Dankjewel, hij is lekker" tegen de kat. Plotseling hoorde ze geritsel in de struiken. Ze deed een paar passen opzij en keek in de ogen van een muis. "Appeltje eitje" mompelde ze een beet hem met een welgemikte beet dood.Maar dan kwam ze tot het besef dat het waarschijnlijk de kat zijn territorium was. Ze wilde geen ruzie, dus legde ze met tegenzin de muis voor de vreemde kat zijn poten. "Dit is waarschijnlijk jou territorium?" vroeg ze. "Trouwens, mijn naam is Zwiepie. Hoe heet jij?"