"Bloedclan!", piepte het poesje bang. Strawpaw zuchtte. Iedereen beoordeelde de bloodclanners alleen aan hun afkomst. Konden er geen goede bloodclankatten bestaan of zo? Vroeg ze zich af. Ze zou nog is aan dat poesje moeten uitleggen dat ze OOK in de starclan gelooft en dat ze een lieve bloodclanpoes is en geen slechte. "Hoor eens: er zijn slechte bloodclankatten en er zijn ook goede. Ik ben geen bloeddorstige bloodclanpoes, dus het is mijn schuld niet dat ik daar ben geboren. Maar vooruit, jij bent te zwak. Waar zijn je ouders? Je clangenoten? Ze worden nog bezorgt. In de toekomst niet zo gevaarlijk vissen Hé.", ze begon het poesje warm te likken.