Een zacht geruis liet zijn oren door de wind heen blazen heen en weer. Shifu keek naar iets, hij sprong zijn boom uit en liep er natoe het koude grs ging over zijn buik. Shifu rook de lucht van de frisse ochtent, hij wachte even en keek heen en weer. Het langzaame geruis voelde hij door zijn vacht, hij renden naar iets toe maar het was toch niks. Shifu keek met zijn blauwe ogen naar iets maar het was klein en het bewoog. Is het iets maar wat dacht hij even. Hij hoorde van deze afstand hoe hard dat geluid was van daar. Shifu liep er natoe, de geur wat hij kon ruiken was bijna weg door de stinkende geur van het donderpad. Hij renden ernatoe en keek naar de monsters die daar reden, het prikte in zijn neus de stank en zijn oren deeden pijn van de harde geluiden. Shifu had geen andere keus om over te steken om even een kijkje te nemen. Langzaamerzeker liep hij naar de overkant. De koude asvald kon hij voellen het voelde gek en raar, hij sprong naar de over kant en rook een geur maar hij wist niet van wie. Shifu sloop stiekem veder maar hij kon nog steets het donderpad zien.