Sandstorm was nieuwsgierig van nature. Misschien zat het in zijn genen, misschien was het een gevoel dat hem aangeleerd was. Maar hij was altijd op zoek naar nieuwe dingen, in voor ontdekkingstochten. De Columbus van dit bos, had zijn moeder hem wel eens genoemd. Er waren vele geluiden om hem heen, van prooien tot bomen. Toch had hij vandaag geen zin om te jagen; hij had al genoeg. Ook werd het een beetje eentonig. Sandstorm dwaalde door het bos, op zoek naar.. iets anders. Iets wat nog niet ontdekt was. Waar geen van zijn vrienden van wist. Net als met zijn voormalige woonplaats; Treecut Place. Niemand had eraan gedacht op een plaats te gaan wonen waar alleen 's zomers mensen kwamen. Een warme plaats voor de winter, dus. Een nieuwe, prikkelende geur drong zijn neusgaten binnen. De geur van het onbekende.. nee, een onbekende. Sandstorm spitste zijn oren en ging in sluiphouding, het geurspoor volgend. Zijn vrienden zou hij herkennen. Dit was geen clankat, geen eenling die hij kende. Het maakte hem nieuwsgieriger dan hij al was. Lenig sloop hij naar de plek waar de bron van de geur was. Een zwarte poes zat op de zwerfkei in het midden van de omgeving. Vreemde plaats om te zitten.. Sandstorm sloop dichterbij, ze had hem nog niet gezien. Een gevoel, een soort drang om haar te verrassen overviel hem. Soepel sprong hij op de kei. 'Hallo vreemdelinge. Ik ben Sandstorm, aangenaam.'