Rouge liep door de bossen wat prikte in haar huid. Ze liep met mooie pasjes heen en weer en keek met haar mooie groen blauwen ogen naar beneden, ze keek heen en weer omdat ze niet weer iemand achter haar wilde hebben. Rouge ging zitten een likte zich af, een ding was zeker ze kan niet vechten. Ze knipperde met haar ogen heen en weer. Het was een donkere nacht en het was snel dat de dag weer om ging en weer op ging. Nouw wilde Rouge de tijd voor haar zelf als ze niet de bosjes hoorde ritselen maar ze keek en het was niks. Er was hier iets in de beurt maar ze wist niet wat. De vraag tekens kon je lezen in haar ogen dat ze niet wist wat het was. De donkere lucht verscheen in de lucht en de verwachting was dat er regen ging komen en daar kon Rouge niks aan doen.