Silverwhisper keek verveeld om zich heen in de Medicine cat den. Angelvoice had haar ziek verklaard en ze moest dus in de Medicine den blijven , er is daar alleen amper iets te doen. Een paar zieke oudsten die de hele dag slapen in hun nest. Angelvoice en haar apprentice Dapplepaw komen dan zo afentoe binnen meot een gewonde kat maar gaan dan weer weg als die iets gekregen heeft om beter te worden. Geïrriteerd zwiepte ze met haar staart en kkeek vol verlangen naar de uitgang, ookal was ze ziek een rondje om het kamp kan tog wel?. Even een frisse neus halen, ze snorde geamuseerd bij die gedachte en stond voorzichtig op en liep door de uitgang. Voorzichtig keek ze om zich heen of geen kat haar zag en glipte door de t kampwand heen zodat de Warriors op de open plek haar niet zouden zien. De snorharen van de zilvergrijze poes trilde van opwinding toen ze de open vlakte voor zich zag liggen. Ze liep vooruit richting het Shadowclan territory , daar waren zelden Shadowclan Warriors dus het zal wel toevallig zijn als er nu wel een was. Een briesje streelde door haar vacht toen ze over ging in een zwak drafje. Toen ze bij de grens was drong de doordringende geur van de Shadowclan door naar haar geurklieren. Tot haar schrik besefte ze dat de geur te vers was , veels te vers. Met een ruk draaide Silverwhisper zich om toen ze merkte dat de geur recht achter haar was. Met een bange blik in haar ogen keek ze nu naar de kat die recht voor haar stond.