Haar gitzwarte vacht werd verwarmd door de zwakke stralen die zon afvuurde. Integendeel tegenover de meeste katten had zij er geen last van. Tja, zwart trok de zon misschien aan, maar Ziva was iemand die kon genieten van de zon, en hetgeen wat je ervan kreeg. Dit was dan ook een van de weinige dingen waarvan ze geniet kon vinden. Ziva opende haar bloedrode ogen en gleed met haar steenvaste blik over de menigte Bloodclanners. Sommigen wende haar een knikje toe, de andere waren té druk bezig. waar die gasten aan werkte, dat wist ze niet. En dat moest voor haar ook niet. Zolang die katten Ziva niet stoorde, ergerde ze haar er niet aan. Haar staart slaagde tegen de grond toen ze haar enorme, maar toch slanke lichaam omhoog hees. Vele littekens doorboorde haar snuit, en lichaam. Het bewijs van vele gevechten, en te goed doeningen. Haar ogen vernauwde tot spleetjes toen ze een Queen zag spelen met d'r kits. De herrinering aan Finestpaw die ook kittens met Ziva wilde borrelde weer op. Waarom had ze daar ooit mee ingestemd? Gelukkig kwamen er geen kits van. En kwamen er geen katten die ook Ziva leken. Kleine Ziva's, ugh, nee liever niet. Haar poten zwoelde onder haar toen ze uit de kamp ingang draafde. Een paar katten keken haar aan, maar Ziva negeerde simpelweg alle blikken, en gunde hen geen plezier. Dat waren de katten die jonger waren dan haar. De gene die haar kende, waagde amper iets uit te halen in d'r buurt. De zwarte kattin doorbracht haar hele ochtend door jagen, en katten bevechten. Haar ritueel die ze altijd volbracht. na een tijdje arriveerde ze op een plek die er perfect bij lag om even te pitten.
De minuten vlogen voorbij. En Ziva's dromen begonnen te voorbij te waaien. De zwarte kattin hees haar lichaam weer tot staande, en gaapte. Een paar seconden dacht ze na, over waar ze kon zijn. Na een paar seconden sprong een grimas op haar gezicht. Dat is waar ook. Ze was weg gegaan om even tot rust te komen. Ze waste even haar vacht. En stopte wanneer haar zin om dat te doen voorbij was. Een duidelijke stem achter haar trok haar aandacht. 'Hallo daar, heb ik jou ooit hier eerder gezien?' Hij kijk de zwarte poes aan. En Ziva bekeek hem walgend. Wat moest hij van haar? 'En wat mag jou naam zijn?' Haar gezicht vertrok een beetje toen ze haar mond opende. ' Je zult me herkennen als Ziva, en wie mag jij dan zijn?' Niet dat het haar intresseerde of zo. Nee, een dood normale vraag. Hij vroeg haar naam, dus zij de zijne.