Karel vond het fijn aan de bosrand. Het was een plek waar hij rust kon vinden, kon nadenken over de belangrijke dingen in het leven. Niet dat hij in zijn nog korte leventje hele belangrijke dingen had meegemaakt. Natuurlijk, hij was ter wereld gekomen en had zijn familie verlaten voor een bestaan als avonturier, maar dat was dan ook alles. Soms kwam de vraag naar boven of hij er wel goed aan had gedaan, zo maar in het diepe springen, maar altijd kwam hij tot de conclusie dat dat zo was. Het was lastig om over dat soort moeilijke dingen na te denken, maar daar hield de zwart-witte kat nou eenmaal van. Karel was een filosoof. Waar anderen katten hun poten met nagels lieten spreken, ging hij liever de dialoog aan, al kon hij ook een behoorlijk robbertje vechten. Toch was dat laatste niet helemaal zijn ding. De kat trippelde voorzichtig door het bos, over het mos en onder de bomen. Misschien vond hij het hier wel zo prettig dat hij hier zou blijven, zo lang dat kon natuurlijk...
In de verte zag Karel een andere kat liggen. Het pikzwarte beestje hield zijn ogen gesloten. Lag het soms te slapen? Zo ja, dan werd het hoog tijd dat Karel eens op onderzoek uitging. Zachtjes sloop de kater in de richting van de onbekende kat. Natuurlijk wist hij niet wat de intenties van het zwarte beest waren en deze hele expeditie zou wel eens verkeerd kunnen gaan uitpakken. Toen hij voor zijn gevoel dichtbij genoeg was gesloten sprak hij het slapende beestje aan. "He, waarom slaap jij? Het lijkt me niet echt verstandig om dat hier te doen! Je hebt geluk dat ik geen kwaad in de zin heb, anders had ik je zo kunnen verrassen!" Karel bleef op een afstandje staan. Eventueel gevaar zou hij op deze manier kunnen ontlopen.
Karel was geen angsthaas, nee... Karel was gewoon een slimme kater!