Douce gaf een kort likje over haar poot, ze grijnsde slapjes bij het aandenken aan haar dode zuster. Ze was gewoon te brutaal geweest, en ja. Wie brutaal was tegen Douce kon op zijn minst een aanval verwachten. De poes trippelde kalmpjes van een heuvel af, die eindigde bij vier reusachtige boom. Het stonk hier naar vele katten die haar totaal niet interesseerde. Het deed haar even denken aan alle confrontaties die ze al had gehad met de Clankatten. Deden alsof alles van hen was, maar geen sprake van; Douce eiste haar plekjes wel op.
Met een lachje rond haar lippen, ging ze tussen de vier bomen liggen, en rekte zich even uit. Haar koelbloedigheid had haar verpest, zoals vele altijd zeiden. Maar het was hen eigen schuld geweest, niemand was te vertrouwen, daarom moesten ze allemaal dood voordat ze te dichtbij kwamen. Klonk redelijk logisch toch? In ieder geval wel voor Douce, haar ouders hadden haar en haar zus in de steek gelaten, toen moest ze voor haar zusje gaan zorgen. Maar ook die werd ondankbaar naarmate ze ouder werd, en dan bleef er maar één optie over.
Een gedaante die de heuvel afkwam deed haar grijnzend opkijken, nieuwe prooi. Ze stond op, en rekte zich eens goed uit, waarna ze ging zitten. Alles stond op scherp, haar ogen, haar oren. Haar staart zwiepte speels heen en weer, en wachtte tot de kat haar ook opmerkte. Dit kon nog wel eens leuk worden.
& Ziva