Naturepaw liep door het bos op zoek naar prooi. Hij voelde de zachte bosgrond onder zijn poten en het fluiten van de vogels, hoog in de bomen. Onder een varen bleef hij staan en spitste zijn oren. Wat verder zat een muisje nietsvermoedend zijn kopje te wassen. Naturepaw liet zich zakken en sloop dichterbij. Poot voor poot kwam hij dichter bij de muis. Plots stak het diertje zijn kop omhoog en proefde de lucht. Het muisje trippelde vliegensvlug terug in zijn hol. Geirriteerd vroeg Naturepaw zich af waarvoor het beestje zo snel was weggekropen. Hij deed hetzelfde als het muisje en proefde de lucht. Opeens rook hij een sliertje kattengeur. Hij rook nog eens beter. De geur was niet van een clankat. Hij volgde het spoor en stopte. De kat was ergens in de buurt. Hij liet zich in sluiphouding zakken en kroop dichterbij. Nu kon hij de kat duidelijk zien. Het was een grijsgestreept katje, haast een kitten, met een witte keelvlek. Gelukkig waaide de wind in zijn richting en kon de vijandelijke kat hem niet ruiken. Hij keek toe hoe de kat zich in sluiphhoding zich zakken en dichterbij sloop. Misschien wat onhandig, maar de muis hoorde haar niet. Ze sprong, maar de muis stoof weg, en ging er achter. Naturepaw volgde hen op een afstandje maar raakte geur geur kwijt. Toen hij ze wat later terug zag, begroef de poes juist de resten van de muis. Zelf rolde die ook nog eens in de aarde. Waarschijnlijk om haar geur te maskeren.Dacht Naturepaw. De kat stond op en liep richting het bloesembos. Naturepaw volgde haar. Tijd om tevoorschijn te komen. Hij liep op de andere kat af. 'Wat doe jij op Skyclanterritorium!' Gromde hij naar de andere kat. Hij zou deze kat eens wat leren!