|
| I'm severing the heart then I'm leaving your corpse behind | |
| Danii 357
| |
| Onderwerp: I'm severing the heart then I'm leaving your corpse behind di 3 jul 2012 - 16:20 | |
| You were way out of line, went and turned it all around on me again How can I not smell your lie Through the smoke and arrogance. De zon stond hoog aan de hemel. De vogeltjes floten, de beekjes kabbelde vrolijk en de katten rustte. Het was vrij warm en klam, wat op onweer kon duidde aankomende nacht. Wintersoul liep met een kalme tred tussen de bomen door, met haar pluizige, witte staart als een soort vlag omhoog. Haar diepblauwe ogen stonden voor het eerst tevreden. Hoewel niemand iets met haar te maken wilde hebben over het algemeen, en ze altijd alleen was met alleen haar schaduw als haar vriend doodde ze nu de uren in het territorium. Fantaserend wat er achter de bergen lag, hoe het zou zijn als ze zelf leider was en zo voort. Als ze geen zin had om te jagen, want niemand merkte het toch op als ze iets binnen bracht, lag ze altijd in de kleine vallei te rusten. Nu was ze wederom zonder bodyguard buiten. Ze had hem afgeschud, alweer. Ze was er zo bedreven in geworden dat sommige katten haar gewoon lieten gaan, want ook al leek ze het niet ze was het wel. Volwassen. Ze had de lengte van een leerling en kwam bij een kater ongeveer tot zijn borst. Haar weerstand was zo laag dat ze zelfs in het midden van Groenblad ‘Greencouch’ zou kunnen oplopen. Ze was zwak, en was daarom heel snel uitgeput. De laatste tijd zat ze er mee in haar hoofd dat de medicijn katten zelf hadden gezegd dat kittens krijgen later waarschijnlijk geen goed idee was. Ze was niet alleen te zwak maar veels te klein om zo iets aan te kunnen. Wintersoul stopte en snoof schamper. Alsof iemand met haar bevriend wilde zijn. Zij was de zwakke, waardeloze schakel in de Clan waar niemand naar om keek als het niet hoefde. Zuchtend pakte ze weer haar pas op en liep doelloos door, ze was nu bij de Maansteen. Een groot deel van SkyClan territorium lag hier bij, hoewel de Maansteen zelf natuurlijk bij StarClan hoorde. Het dichtste bij lag ShadowClan territorium. Vanaf hier kon ze het zien. SkyClan gebied lag vrij hoog dus een goed overzicht over het territorium beneden je werd aangeboden. Langzaam ging Wintersoul zitten en geeuwde breed. In de schaduw van een grote zwerfkei vouwde ze haar staart over haar voorpoten en spitste haar oren. Niemand zou haar missen. Als ze terug kwam zou waarschijnlijk een zwaar geïrriteerde Appleflower haar eens goed toespreken als een kit. Psk, ze luisterde er niet eens meer naar. Ze ging waar ze wilde, want ze kwam toch altijd terug. Toen een schaduw in de verte haar aandacht trok kwam Wintersoul langzaam omhoog en keek ze met haar diepblauwe ogen lichtjes geschrokken. Ze was geen lafaard, nee. Ze was gewoon te zwak om te vechten, daarbij kon ze het niet eens. Niemand leerde haar de vechttechnieken, dus nu was ze dus inderdaad, zoals vaak gezegd, ook waardeloos voor de Clan. Nou ja, het enige wat ze kon was jagen en dat deed ze ook maar zelden. Zich bewust van haar lage zelfbeeld kwam ze helemaal overeind en keek afwachtend in de richting van de kat.
+ Emberlake |
| | | Seven 68 Actief
| |
| Onderwerp: Re: I'm severing the heart then I'm leaving your corpse behind di 3 jul 2012 - 19:56 | |
| Ze opende geeuwend haar ogen. Een warme zon brak door het plafond van de warriors den. Vele buiken rezen en dalen op het ritme van hun warme ademhaling. Emberlake lag in het midden van de den, waar iedereen haar kon zien. Ze duwde zichzelf soepel recht. Haar ogen hadden een onschuldige, slaapdronken schijn die het plaatje helemaal afmaakten. Elegant baande ze zich een weg tussen de gedaanten van de slapende warriors; hun rochelende gesnurk boven alles uit klonk. Emberlake stak haar kop fier buiten. De zon hulde het kamp in een soort gouden gloed. Het gure, natte weer van de voorbije dagen werd afgelost door een klimaat dacht zich écht 'Groenblad' kon noemen. Ontspannen dribbelde ze rond in het kamp. Ze had niet echt een doel voor de dag. Gewoon wat nuttigs om poten hebben. Emberlake's blik gleed naar de hemel de bijna volledig azuurblauw kleur. Enkel wolken flarden zwierven éénzaam door de grote blauwe vlakte, als schapen door een weide. Het was bijna zonhoog. Plots doorbrak een ruwe stem haar kort moment van idealisme. "Hoor je geen borderpatrouille te doen!" Emberlake draaide zich langzaam om. Ze draaide haar kopje schuin als een onschuldige kitten. Een grotere warrior stond tegenover haar. Littekens van strijd doorkliefden zijn huid. "In plaats van de anderen te commanderen zou je jezelf beter maar eens nuttig maken", mauwde ze poeslief. Ze knipperde meisjesachtig met haar oog en beëindigen het gesprek met een korte giechel. Emberlake draaide zich om en met haar hoofd trots in de lucht paradeerde ze naar de kampuitgang. Het was tijd voor een borderpatrouille.
Lichtvoetig gleed de poes door het territorium. Een geheimzinnige glimlach speelde op haar dunne lippen, alsof ze iets meer wist dan alle anderen, dan elke kat, prooi of ander wezen dat ronddoolde in de wereld waar ze haar leven in verspilde. Onder de gladde, gevlekte vacht golfden goed getrainde spieren die grote afstanden konden afleggen. Emberlake wandelde geruisloos langs de Skyclan border. Haar gloeiende ogen volgden zelfzeker de grenslijnen en met lichte maar gefocuste tred vervolgde ze haar pad. De zon scheen in haar rug en verspreidde een aangenaam, zacht gevoel over haar lichaam. Een licht gespin klonk op vanuit de doodse stilte die huisde bij de borders. Waarom waren deze patrouilles überhaupt nodig? Er was toch geen enkel muizenbrein dat zich over de grenzen van de eens angstaanjagende Shadowclan zou wagen. Angstaanjagend. Een sarcastische mauw rolde uit Emberlakes bek, haar clan was lang niet de ruwe groep van massieve warriors meer die het ooit hoorde te zijn. Toch staken ze nog steeds schril af tegenover de andere clans. De Thunderclan bijvoorbeeld probeerde altijd zo edel en schoon te zijn, alsof zij beter en wijzer waren dan alle anderen. Emberlake wist zelf goed genoeg dat mélo-dramatische praatjes enkel goed waren om tijd te rekken of om de aandacht af te leiden van de zwaktes die ze te verbergen hadden. In het geval van de Thunderclan was dit hun lafheid, ze zouden nooit een andere clan aanvallen om dat ze zo 'nobel' en 'goed' waren maar in werkelijkheid lagen ze te bibberen over wat de andere clans zouden zeggen. Emberlake trok haar mondhoek op. De jonge poes verkneukelde er zich graag over hoe stom andere katten wel niet waren. Hoeveel kansen ze lieten liggen omdat ze te zwak waren om die te grijpen. Een flits van diep blauw kruiste haar pad. Geïnteresseerd zocht Emberlake naar de kat die de twee hemelse ogen beheerste. Een witte gedaante bevond zich onder een grote, rechtstaande zwerfkei aan de andere kant van de border. Emberlake nam beheerste de geuren in zich op. De wind waaide in haar gezicht, dus de skyclan geur was niet te missen. De reuk was afkomstig van een jonge poes, skyclan en nog niet zo lang warrior net als Emberlake zelf. Ze bleef nauwkeurig oogcontact houden met de andere kat. De jonge warrior straalde zelfvertrouwen uit. Haar stappen waren elegant en ritmisch. De glooiende aarde was begroeid met zacht gras. Nonchalant wandelde de poes over de denkbeeldige lijn die de grens tussen de twee clans was. Enkele staart lengtes konder toch niet kwaad? Of wel soms? Emberlake glimlachte vriendelijk toen ze zich ongeveer een vossenlengte van de poes af neer zette in het weeïge gras. "Ben je ook van het weer aan het genieten, blauwoogje?", snorde Emberlake vriendelijk. Ze bewoog haar staart ritmisch heen en weer terwijl ze een genietend gespin liet horen. "Het is veel te lang geleden dat we eens niet schamper hoeven te doen over Groenblad", Mauwde ze losjes. De jonge krijger liet haar loyaliteit varen, even dollen met een andere clankat was toch geen misdaad. |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |