nightsky lag opgerold in haar mosnest. ze gaapte nog even luidruchtig, rekte zich uit en liep de warriors den uit. ze zag stormstar lopen, mauwde hem even goedendag en liep door de kampingang. ze ging nog even jagen. ze liep langs de plukken vacht van een vos aan een boom, waarschijnlijk had de vos jeuk en had zich tegen de boom aangeschuurd. ze rook of de vos niet nog in de buurt was. de geur hing hier heel sterk, maar de geur was oud. ze zag een verlaten vossenhol, en dat was de reden dat de geur hier zo sterk hing. opgelucht dat er geen vos in de buurt was, liep nightsky verder. ze kwam aan bij de rivier, en zo te zien had ze geluk. ze zag twee vissen door het water schieten. nightsky liep naar de rand en ging eroverheen hangen. ze deed haar poot omhoog, klaar om de vis uit het water de scheppen en te doden... HOOI!!!, hoorde ze ineens keihard achter haar. ze liet een geschrokken mauw horen en viel voorover in het water. ze hees zich uit het water, waar ze op de kant stond uit te druipen. ze keek op naar de kat die haar had laten schrikken. hij lachte om haar: mra-ha-hauw! ze snorde diep toen ze de kat herkende. hoi zei ze terug.
iedere riverclankat mag die kat zijn!