liontooth liep door het bos. de frisse, jonge takjes van groenblad kraakten onder haar poten. een fris ochtendzonnetje scheen door de toppen van de grote eiken, platanen en naaldbomen. langzaam drong het geluid van een zachtjes trippelende muis tot haar door. ze spitste haar oren om te horen waar het geluid vandaan kwam, dat bleek bij de zandkuil te zijn. voor een klein holletje zat een muis met zijn neusje omhoog van de zon te genieten. 'het zal moeilijk worden om de muis te vangen, hij zit vlak voor zijn holletje, hij kan zo wegvluchten' dacht ze in zichzelf. langzaam sloop ze naar de muis toe, gelukkig voor haar, maar ongelukkig voor hem, hoorde of zag hij haar niet. ze keek nog één keer en berekende haar sprong, voordat ze zich met een kreet op de muis stortte. die schrok, maar had niet genoeg tijd om weg te vluchten voor de snelle Liontooth. en ja, daar had ze hem al te pakken. ze droeg hem in haar bek naar het kamp. toen ze bij de prooistapel aankwam snoof ze de geur op van de heerlijke prooi, maar wist zichzelf te bedwingen om er niet van te gaan eten. daarna liep ze het kamp weer uit, om nóg meer prooi te gaan vangen. ze klom in een torenhoge, bruine eik om een vogeltje te vangen, totdat die, toen ze er vlakbij was, zichtbaar van iets schrok en luid, alarmerend kwetterend wegvloog. Liontooth opende haar bek om iets te zeggen, zoals; wie is daar? maar een lenige schim kwam uit een gat in de boom. 'ik ben de zwerver van het woud. hoezo, waarom sta je me zo aan te staren, ken je me niet?' eindigde hij geïrriteerd. 'ik, ik heb wel eens wat over je gehoord...' zei Liontooth twijfelend. de zwerver keek haar kil aan. liontooth schrok van die blik, toen ze jong was had ze een kat gezien met die blik, die haar beste vriendin vermoorde. door de schrik duwde ze per ongeluk tegen de kat aan die een tak lager viel. 'daar zal je clan voor boeten' zei hij met vlammende ogen...
ik ben liontooth