|
| Dalek ~ 310
| |
| Onderwerp: I am still so empty. vr 29 jun 2012 - 15:27 | |
| De zon verwarmde het lichtgroene, netjes gemaaide gras. Het verwarmde de struiken, de tegels, de planten en het kleine boompje. Het bankje, de schuur en een dunne, lange lantaarnpaal. Het kippenhok, en de vier kippen en zes kuikens die daarin tokte, pikte en hipten. Het was een grote tuin. Groter dan de buurtuinen. Een tuin die ongetwijfeld jaloerse blikken opgeleverd had. Blijkbaar vonden de mensen hier het slim om kippen te nemen. Blijkbaar was het toch niet veilig genoeg, en moest er een hond bijgezet worden. Een border collie. Jachthonden waren dat. Slimme honden, ook. Maar niet slim genoeg. Pikzwarte ogen tuurde door de dikke bladeren van een struik aan de rand van de tuin. Het enige wat die ogen konden was staren. Niet knipperen, niet huilen, niet verraste blikken geven, niet eens fronsen. Alleen maar staren. De kater die erbij hoorde was ook een scheef figuur. Hij had een witte vacht, met hier en daar wat onregelmatige vlekken. Op zijn rechter schouder had hij een litteken, dat doorliep tot aan zijn teen. Er was nooit meer een nieuw stuk vacht overheen gegroeid. Zodra de kater zou gaan lopen, zou je zien dat hij mank liep. Toch was de kat verdomd snel. Hij spande zijn spieren aan, en keek naar de border collie. Hij rook hem niet. Blijkbaar dacht het beest dat er niks aan de hand was, want hij ging ontspannen een paar staartlengte van het hok liggen. Zijn kop werd op de witte poten gelegd, en zijn blauwe ogen bleven rondkijken. Een vogeltje vloog langs, maar pas toen het ging fluiten keek de hond op. Blijkbaar had hij alle kaas van de muizenvallen gegeten. Kaas verprutste je reukvermogen, en op dit moment kwam dat donders goed uit. De gevlekte staart van de kat in de struiken zwiepte even heen en weer, en hij spande zijn achterpootspieren aan. Hij zakte nog iets meer door zijn voorpoten, en sprong toen onder de struikjes vandaan. Door de onverwachtse aanval zag de hond hem meteen, en sprong hij wild blaffend op hem af. De kat met zijn zwarte ogen blaasde naar het grotere dier, en sprong op. Zijn klauwen boorde zich in het zachte vel, en hij beet in de nek. Geschrokken verloor de hond zijn evenwicht, en viel hij neer. De kat haakte zijn klauwen in de nek van het gevallen dier, en trok een ader kapot. Zachtjes bleef de hond piepen, terwijl zijn leven bloedrood uit hem stroomde. De kat staarde even naar het bijna-dode dier,en liep toen naar het kippenhok. Hij had totaal geen zin om te gaan jagen, dus deed hij het maar zo. Makkelijk, en die kippen werden zwaar overvoed, dus had hij genoeg vlees. Hij trok het gaas kapot met zijn scherpe klauwen, en doodde een van de kippen. Razend snel draaide hij ook de nek van een andere, dikke kip om. Hij pakte de twee lijfjes in zijn bek, en trippelde terug naar de heg. Hij glipte er onderdoor, en ging net buiten de tuin zitten. Hij snorde even, en zette zijn tanden toen in het warme, sappige vlees van de kip.
Stonedeath, zo stond deze vreemde kater bekend. Steendood. Hij was in zijn jonge manen uit het nest gepikt, en naar een 'fort' gebracht. Zo noemde ze het daar. Fort Fianti. Hij werd daar keihard getraind. Ze sloegen alle emoties uit hem, en maakte hem alleen nog maar goed voor doden. Ze experimenteerde met de jonge katten daar, kijkend of hun nieuwste ideeën werkte, en of ze wel effectief genoeg waren. Stonedeath was ooit een van die proefkonijnen geweest. Ze wouden zijn ogen zo maken dat hij wonden kon zien, maar het mislukte. Het enige wat de grote, pikzwarte ballen nu nog konden was staren. Hij vertrouwde erop dat zijn neus en oren hem zouden leiden, nu hij zo veel minder kon met zijn ogen. Toch kon hij door de starende blik nog best wat zien. Andere katten konden echter niks dan leegte en diepte in zijn ogen zien. Ze stonden op slot, zei hij altijd. Praten deed hij echter niet. Toen niet. Stonedeath was ontsnapt uit het kille, moordende fort. Nog geen maand was hij vrij, maar hij genoot. Tot zover hij kon genieten. Deze kater had nooit liefde gevoeld, en wist ook niet hoe het was om maar een klein beetje van iets te houden. Hij voelde alleen maar pijn, en verdriet. Constant verdriet. Altijd maar dat verdomde, akelige verdriet, dat hem achtervolgde als zijn schaduw. Katten zeiden dat hij al lang dood was, dat er niks meer uit het dier gehaald kon worden, maar niks was minder waar. Stonedeath kon nog steeds sluipen als de beste. Hij was een moordenaar, ja, maar hij wist, diep in zijn verdoofde brein, dat hij zou kunnen veranderen. Zijn ogen, nee, die niet. Die zouden voor altijd op slot staan, maar de rest kon misschien wel weer herleven. Misschien. Carrionpaw only. |
|
| | | L I N N 331 Actief
| |
| Onderwerp: Re: I am still so empty. vr 29 jun 2012 - 16:43 | |
| Zijn vreemd gekleurde ogen werden geopend, waarna hij kort diep in ademde en alles vervolgens weer uit pufte. Hij likte kort over zijn pels, zijn ogen keken kort naar Solarpaw, zijn zusje. Hij sloeg met zijn staart even over haar heen, als een korte aai. Waarna hij uit zijn nest opstond en de plukken mos eruit plukte. Hij stapte de den uit, en zag al dat de zon al een beetje hoog stond. Hij keek vermoeid door het kamp, waarom haalde hij het in zijn hoofd om zo lang op te blijven? Hij had rust nodig, even weg van de clan. Even zonder anderen. Met Shrewleap als mentor had hij geboft, de poes was een van de beste warriors en kon jagen als een beest. Hij grijnsde breed van trots, hij was blij dat Brokenstar haar had aangewezen als zijn mentor. Hij zou alles van haar aannemen, alle tips, alle trucjes, alles. Niks zou hij vergeten, hij zou alles onthouden en zo kunnen opnoemen. Stilletjes liep hij naar de uitgang van het kamp. Vandaag gingen ze niet trainen, gelukkig eigenlijk. Hij wou vandaag even op adem komen. Jagen, daar had hij momenteel geen zin in. Ook vechten deed hij nu niet. Hij was geen monster, niet zoals de katten uit zijn clan meestal waren. Nee, zo was hij gewoon helemaal niet. Hij stapte door het gebied, de wind speelde voorzichtig met zijn vacht. Blies het af en toe omhoog, en dan weer omlaag. Een konijn schoot voor zijn poten door, maar hij reageerde er niet op. Onbewust volgde zijn neus een geur, dat hem leidde naar het two leg gebied. De geur had zich nu gemixt met de geur van dode kippen. Zijn glimlach verdween, en veranderde in een serieuze streep. Hij ging in de struik zitten en zag een kater, met twee kippen in zijn bek. Hij trok een wenkbrauw op. Ging hij dat opeten? Hij stapte uit de bosjes en ging voor de kater zitten. "Hallo, Stonedeath." Grijnsde hij, terwijl hij zijn staart voor zijn poten sloeg.
|
| | | Dalek ~ 310
| |
| Onderwerp: Re: I am still so empty. vr 29 jun 2012 - 17:27 | |
| De zachte bries bracht een nieuwe geur met zich mee. Een jonge geur, een levende geur. Stonedeath liet de kippen voorzichtig op het wildere gras vallen, en voelde een steek van jaloezie toen hij weer snoof. Ja, een jonge, levendige geur. Een kat van ongeveer tussen de vijf of de zeven manen oud. De jonge kater dook voor hem op. Hij had felle, rode ogen, met rond zijn irissen groen. Verder was hij gestreept, en had hij een roodbruinig neusje. Stonedeath rook ook nog iets, maar kon dat niet thuis brengen. 'Hallo, Stonedeath,' zei de jonge kat, en hij grijnsde zijn tandjes bloot. Zijn staart sloeg over zijn poten. Stonedeath keek op, en wou fronsen. Zijn ogen bleven echter alleen maar staren. 'Hoe weet jij mijn naam?' vroeg hij. Zijn stem klonk licht, ernstig en een beetje toonloos. Stonedeath was echter heel trots dat hij er een beetje nieuwsgierigheid doorheen had gevlochten. Dat was al heel wat, voor hem. Hij kneep zijn ogen wat dichter, en probeerde scherp te stellen, om te kijken of hij deze kat kende, maar zijn pikzwarte, lege ogen werkte niet mee. Hij vervloekte zichzelf even, en voelde een golf woede door zich heen stormen. Nee! Nee, geen woede! Nieuwsgierigheid! 'Jij weet mijn naam,' stelde Stonedeath vast. Hoe? Nope, geen idee. Hij wist dat het zo was. Zijn stem klonk nog steeds toonloos en serieus. 'Mag ik dan weten wie jij bent?' vroeg hij. Met alle macht probeerde hij zijn stem vriendelijk te laten klinken, en het lukte min of meer. In elk geval klonk hij niet gemeen, of dreigend. Dat had hij nooit gedaan, Stonedeath was echt een goede kater, maar het enige wat hij wist was hoe te doden en te strijden...
Opeens flitste er weer beelden door zijn kop heen. Hij zag zichzelf, opgesloten en huilend in een hoekje van een grote, stenen kamer. Een van de Mastercats, trainers in Fort Fianti, kwam dreigend op hem af. Zijn tanden glinsterde in het zwakke licht, en hij torende hoog boven de kat van zes manen uit. 'Je hebt gefaald, Oakwood. Je hebt de opdracht niet juist uitgevoerd, en nu krijg je straf! Had je maar beter op moeten letten, kleine opdonder!' zei de sissende, dreigende stem. Hij zag flitsen, en voelde over zijn rechter voorpoot enorme krassen en steken van pijn. Hij snoof de felle, prikkende geur van bloed, zijn eigen bloed.
Stonedeath's ogen stonden wagenwijd open. Snel liet hij zijn oogleden weer wat zakken, en hij schudde zijn kop om de nare herinnering te verdrijven. De jonge kat tegenover hem deed hem denken aan de tijd die hij op dezelfde leeftijd doorstaan had. Hij was mank geworden toen hij zes manen was. Stonedeath staarde even naar de jonge kater met zijn vlammende ogen, en keek toen weg. Hij was zelf ook nog zo jong, moest zelf alles ook nog leren. Hij had alleen maar een gewelddadige basis, waar hij op kon bouwen, maar het probleem was dat juist dat hij die gewelddadigheid en al dat vechten en moorden kwijt wou. Hij keek weer naar de kater. Wat zou hij wel niet denken? Die gekke kater met zijn starende, zwarte ogen kon zijn eigen gedachten niet onder controle houden, en als hij daar al bang voor was.. 'Sorry,' mompelde Stonedeath een beetje onverstaanbaar. Hoe moest je normaal reageren in dit soort situaties?
|
| | | | Onderwerp: Re: I am still so empty. | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |