Onwetend van zijn bestemming noch ignarus zijnde in zijn omgeving. Wetende dat iedere locatie, iedere beweging verkeerd zou kunnen zijn. Waar was hij? Nog een betere vraag wie was hij? Was het dan misschien toch niet zo verstandig geweest dat goedje te drinken dat uit die fles drupte gisterennacht? Wat maakte het uit? Hij had toen dorst en wat voor een dorst een stervende dorst ! Zijn keel was toen zo droog als het zand dat tussen zijn kussentjes schuurde. Wat overigens ook weer zo'n hekelend gevoel gaf dat hij na die korte pauze tussen die ene grensoverschrijdende dag en nu meegemaakt had. Hij had niet door dat zandwegje mogen lopen. Maar wat was hij nu met dat verwijt dat hij zichzelf maakte? Vrij weinig? Dat leek hem in ieder geval ook. Hij zag er dan ook niet al te goed uit, meer erg verwilderd en grauw. Bijna grijs ookal was hij nog zo jong en onervaren. Hier lag dan waarschijnlijk ook een nieuw begin. Afin, een nieuw begin? Waaraan? Zijn leven was tot nu toe altijd een duister gat geweest. Hij kende wel iets van vroeger, heb altijd ontzag voor een hoger geplaatst persoon en wees voorbereid op het onvoorbereide. Maar hoe moest je dat doen? Voorbereid zijn op het onvoorbereide... Het leek veel makkelijker te zeggen dan je het zou kunnen praktiseren. Maar in Heinrich's geval was het allemaal vaag en ongemakkelijk. Hoe kon je in hemelsnaam voorbereid zijn op iets wat je niet wist? Dat alles zou hij later waarschijnlijk nog wel uitvinden. En toen paff ! Hij had het kleine kiezeltje niet gezien dat in feite de grote had van een gemiddelde poolbal. ,, Heinrich, kijk toch uit waar je loopt!", beklaagde hij zichzelf.