Steelfang schudde zijn kop even zachtjes om zichzelf uit een vage waas te schudden die hij al had sinds hij uit het kamp liep voor een wandeling, het was een van de zeldzame momenten dat hij zich harmonieus voelde en in connectie met het woud. Hij zuchtte zachtjes zoals hij wel vaker deed als hij terugdacht aan bepaalde momenten, herinneringen schoten door zijn gedachten die uit het niets weer verschenen, zijn 'ontmoeting' met rogue's: Aztec, Night en Silvercoat. 2 Daarvan bleken soort van gerelateerd aan hem, Night direct als zijn tante. Silvercoat als zijn schoonvader.. wat voor een vertrouwen had hij moeten hebben om te bedenken dat hun familie waren. Rogue's waren niet te vertrouwen, alleen familie was dat. De Thunderclan is zijn familie, maar... die Silvercoat en Night waren dat ook. Loyaliteit aan de clan gaat voor. Maar de clan is familie, dus loyaliteit aan familie gaat voor. In Steelfang's hoofd was het duidelijk. De clan, zijn familie, het boeide hem neit veel wie of wat. Maar Loyaal zou hij altijd zijn, vertrouwen was er altijd in zijn hart. Steelfang legde zijn poot tussen de wortels van de boom voor hij zich afzette en omhoog klom de boom in. Steelfang ging rustig liggen op een van de wat bredere takken en staarde naar de grond. Hij zag het zowat nog voor zich, onder hem Sunpaw pratende met een vreemde rogue. Hij wou helpen, de rogue verjagen maar ving de woorden op die zoveel voor Sunpaw hadden moeten betekenen. Hij glimlachte en zijn staart gleed van de boom af. Hij hing losjes rond en bewoog wat mee in de zachte bries die rondwaarde. Steelfang zuchtte weer even en focusde op de grond.
(open voor 1 iemand later enkel met toestemming)