Een donkere poes zat rustig op de bosgrond die bedekt was met naalden. De zon brandde op haar pels die begon te glanzen. Darkvoice sloot haar ogen. De grote naaldbomen zwiepte een klein beetje heen en weer door de wind. Darkvoice genoot van dat geluid, hoe kort het ook duurde. Langzaam gingen haar ogen weer open, ze wist niet precies wat ze hier deed, maar het maakte haar rustig. Ze kneep even snel haar ogen weer dicht, waarna ze ze ook weer snel opende. Ze stond op en begon in de richting van een loofbos te rennen. Haar prachtige zwarte pels glansde alsof de zon nog nooit zo had geschenen. Darkvoice naderde het loofbos en minderde vaart. Haar ambere ogen glinsterde, ze rook prooi. Ze zakte in de sluiphouding en zag het kleine vogeltje zitten. Zacht sloop ze er naartoe, totdat ze dichtbij genoeg was. Darkvoice wachtte even en sprong daarna op het vogeltje. Met een tevreden blik keek ze naar het dode mollige diertje. Ze gooide er wat aarde overheen en wachtte even. Haar oren wiebelde, het was niet het geluid van fluitende vogels, maar van knappende takjes! Zat er een indringer in het territorium van haar clan? Darkvoice snoof, een geur van een Thunderclan kat vulde haar neusgaten. Ze ontspande en ging zitten, wachtend tot de kat zou arriveren. De hoogsparren waren dichtbij, en Darkvoice besloot daat te gaan zitten. Ze stond gemakkelijk op en trippelde naar een van de naaldbomen, nu kwam de kat van voren.
[Mockingjay]