Met hinkende en ongemakkelijke stappen liep Whitenose achter de Windclan medicine cat aan. Haar lichaam deed zeer, en ze had de neiging om op de grond te vallen en in een diepe slaap te gaan... Maar toch strompelde Whitenose verder. Nog een paar stappen en ze waren in de den. Whitenose kreunde toen ze in de den op de grond ging zitten. Haar gezicht vertrok in een pijnlijk gezicht, al klaarde dat al snel weer op. Ze keek naar Angelvoice. "Het verbaasd me nog steeds dat jullie mij onderdak bieden." Zei ze. Een glimlach kwam op haar gezicht. "Scourge zou dat nooit doen, om welke reden dan ook." Whitenose keek naar haar poten. Haar duizeling kwam terug, ze legde haar kop moeizaam op de grond. Een diepe krampachtige zucht ontsnapte uit haar mond. Opnieuw kreunde ze. Maar toch zeurde ze niet, het enige waar ze mee zat was een vraag. Wie zou haar nog meer willen helpen? Kreunend stond ze op, ze moest ergens anders gaan liggen. Nu lag Whitenose nog voor de ingang. Haar poten liepen haar onhandig naar een hoekje, daar ging ze weer liggen. "Pffff." Kwam er uit haar mond. Wat zou er gebeuren als Angelvoice zich bedacht? Zou ze dan dood zijn? Zou ze dan buiten het territorium worden gezet om het zelf uit te zoeken? Wat er ook gebeurde, ze moest blij zijn dat ze nu onderdak kreeg!
[Angelvoice en iemand die haar wilde helpen?]