Malona, de zwarte bloodclan poes, liep op een bewolkte dag in het bos. Het was best wel koud, de zwarte poes kreeg soms rillingen van de koude wind die waaide. Toen rook ze een prooi. Met kleine pasjes sloop ze dichterbij en ging op een gegeven moment in de jachthouding. Toen ze 2 staartlengte's van de prooi af was, wat een muis bleek te zijn. Zette de poes zich af en kwam bij het muisje, de poes zette haar scherpe nagels in het kleine, grijze muisje die nudood was. "Zo, die is dood." Dacht Malona. Ze pakte het muisje en liep naar een boom. Daar ging de poes een klein kuiltje maken en legde het muisje erin, en groef het kuiltje weer dicht. Toen rook Malona een clankat. Ze grinnikte even, en liep richting de geur van de clankat. Toen ze in de verte de clankat zag, sloop ze er zachtjes heen. Toen ze dichtbij de clankat was, sprong de bloodclan poes in een struik. Toen zag ze ook Kearn, een bloodclan kater die Malona kende. Toen keek Malona weer naar de clankat. "Jij gaat eraan clanbeest." Dacht de zwarte poes. Toen sprong Malona uit de struiken, op de clankat. "Hallo daar, zielig clanbeest!" Siste Malona. Ze krabte de clankat zijn buik open, en schopte hem in zijn buik, Malona beet ook keihard in de clankat zijn poot. Toen sprong Malona van de clankater af en ging voor hem staan. "Laat maar zien wat je kan, dik, gek clanmormel beest ding ofzo." Miauwde Malona vals en keek de clankater strak aan.
(Raar post...)