Thunder trippelde rustig door het woud opzoek naar prooi. Ze had nog wel wat maar wat extras vangen kon geen kwaad. Opeens schoot een bekende geur haar neus te binnen. Ze was nu al een stuk ouder en was hier al lang niet meer geweest. Ze liep veder en kwam bij een grote boom uit met een hol erin. Ze deinsde achteruit en voelde een steek van woede jaloezie en verdriet tegelijker tijd op komen. Hier was ze opgegroeid. Al vanaf kitten kende ze deze plaats dus. Er rolde een traan over Thunders wang. Haar moeder zat nu bij de bloodclan. En haar vader had ze geen idee van waar hij was. En haar broertjes en zusjes waar ze altijd zo close mee was geweest, nergens meer... Ze liep naar de boom toe en keek naar krassen van kleine klauwtjes die zij en haar broertjes en zusjes hadden gemaakt toen ze de boom in gingen klimmen. Ze kroop de boom in en rook de oude geuren van vroeger. Meteen rolde er nog een traan over Thunders wang. Ze kroop het hol uit en liep naar de rivier in de buurt toe waar zij en haar moeder vis hadden gevangen en dat ze de kop meem moest nemen om mee te spelen. Meteen flitste het beeld voorbij. Ze keek weg en ging weer terug naar de boom. Het was neit meer uit te houden! Ze wou haar vader en moeder terug! Haar broertjes en zusjes! Maar nee hoor! Ze zou nooit meer gelukkig worden. Alles was te veel ze zou haar ouders nooit meer zien en Gray! Haar anderen broertjes en zusjes. Ze zou nooit meer iemand vinden om van te houden. Haar hele leven had geen nut meer! Nog nooit had ze zich zo slecht en vreselijk gevoeld als nu. Normaal werd ze getroost, maar nu was ze alleen. "Gray, mam, pap alle anderen broertjes en zusjes. Ik mis jullie kom nou terug!" Fluisterde ze. Ze keek omhoog en opeens hoorde ze geritsel. Ze keek om maar had geen zin om antwoord te geven. Dan zou je de verdriet in haar stem kunnen horen.
(Sorry voor het slechte einde. iedereen mag reageren!)