Kalm keek Silverflow naar een woelmuis, die opzoek was naar zaadjes tussen het nog jonge gras, het was bijna nieuwblad. Haar klauw bewoog rustig en geluidloos in de richting van het muizen nekje. Een piep, een ritseling, een dode muis. Toen ze zich uit haar jachthouding liet zakken ving ze een geluid op, naast de struik waar ze in zat. Het was groter dan een vogel en kleiner dan een vos, maar het bewoog iets stiller dan een kat, anders had Silverflow het geluid eerder gehoord. Nieuwsgierig sloop Silverflow erheen. Geruisloos. Als het maar geen gevaarlijk beest is, dan is het kamp in gevaar, hoe kán het nou gevaarlijk zijn, het is toch zo groot als een kat? Haar linker en rechter hersenhelft begonnen een discussie en de enige optie was voor Silverflow eropaf. Als het ongevaarlijk was kon ze het vangen, als het gevaarlijk was moest het ontdekt en zo mogelijk ook verslagen worden.