De zon was pas net aan haar baan begonnen toen Mistlepaw het kamp verliet. Officiëel mochten apprentices niet zonder expliciete toestemming van hun mentor, maar de WindClan had lang niet genoeg nummers om dat allemaal goed in de gaten te houden. Sowieso, ze was van plan eten mee te nemen, dus technisch was ze gewoon op een vrijwillige solo-patrouille.
Het was niet alsof ze wegliep omdat het kamp veel te luid was voor zo vroeg ’s ochtends, en omdat ze gewoon wat stilte wilde, ze had geheel geldige redenen om het kamp te verlaten. De Clan kon altijd meer eten gebruiken toch?
Over de heide racete de poes, langs de rivier racete ze. Ze wist dat dit niet de beste plek was om prooi te vinden, maar voor nu wou ze zo ver mogelijk wegkomen, en de RiverClan grens werd algemeen vermeden (voor goede redenen, de Wind- en RiverClan stonden nou niet echt op de goede poot met elkaar).
Veel te snel kwam Mistlepaw aan bij de ThunderClan grens. Waarschijnlijk zou ze om moeten keren en echt moeten gaan jagen, voor haar Clangenoten doorhadden dat ze weg was geglipt. Toch wachtte ze even.
De gigantische boom van de ThunderClan was goed zichtbaar zo, en het licht van de zon reflecteerde op de dauw. Op de achtergrond hoorde ze het geruis van de waterval, wat het geluid van het donderpad verderop helemaal overtrof.
Er klopte iets niet, of zo voelde het tenminste. Er was iets hier, en Mistlepaw vond het eng. Als ze haar rug om zou draaien naar het bos, zou er iets uit komen om haar te bespringen en vermoorden?
Het was verontrustend, om het zacht uit te drukken. De poes liet haar blik opnieuw over het woud glijden, hopend nu wel te zien wat er was daar.
Een paar gifgroene ogen staarde terug.
Shit.
Ze had gewoon om moeten draaien eerder, en dat gevoel gewoon moeten negeren. Even overwoog Mistlepaw weg te rennen, met een beetje geluk had de ander haar nog niet gezien.
Nee, dat zou niet werken. De ander had haar duidelijk gezien, en zelfs al als dat niet zo was, ze zou niet wegrennen als een lafaard.
“Is er een reden dat je zo dicht bij de WindClan grens bent?” Ze probeerde haar toon zo neutraal mogelijk te houden, te agressief en ze zou een gevecht riskeren, maar te onderdanig en ze zou waarschijnlijk weggejaagd worden.
Nu de WindClan kat een tweede keer keek, leek de ander niet al té groot… Misschien ook een apprentice?
StarClan, dat zou fijn zijn.