Graystorm was ook op jacht. Hij probeerde in de bomen zijn lievelingsmaal bijeen te vangen: vogels. Hij had al 2 duiven op en had nog een derde in zijn bek. Die behield hij voor op de grond rustig op te eten. Hij zag een muis weglopen, en rook een andere kat. Er was niets anders mogelijk dan dat er ook een andere kat aan het jagen was. Hij ging door de struiken, de geur achtervolgend. Hij zag een witte kat. Ze had net een dikke muis gevangen maar ze zag er zwak uit. Dat vermoeden werd bevestigd, want ze viel op de grond. Graystorm was niet zo een slechte kat, dus stapte hij op haar af. "Gaat het?" vroeg hij, en ging naast de witte kat zitten. Bezorgd keek hij naar haar, hopelijk had ze nog wel de energie om te antwoorden.