Yaro keek naar de poes die ineens in tranen uitbarstte. Hij rende naar haar toe en keek haar aan. "Waarom huil je nou?" Vroeg hij ernstig. De wonden waren toch niet zo erg? Yaro probeerde zijn kop dichter bij haar te houden maar de halsband knelde zijn nek. Over een tijdje zou zijn halsband eraf gehaald worden, dat was bij elke huiskat. Yaro troostte haar door zijn snuit in haar vacht te duwen. "Ik ben Yaro." Stelde hij zich uiteindelijk voor. Hij stond alweer voor de poes, met zijn snuit veegde hij haar tranen weg. "Wat is er nou?" Een schuldig gevoel rees op in zijn hart. Wat had hij misdaan? Yaro ging zitten, uiteidelijk moest de poes toch ophouden met snikken. Met een tegenzinnig gevoel vond hij de poes eigenlijk best wel mooi, maar je zag gewoon dat het een clankat was. Al was hij zelf ook heel wild en hij at geen brokken. Hij ving soms zelf dingen of zijn mensen merkte dat hij geen zin had in brokken. Maar wat was er met de poes aan de hand? Waarom moest ze ineens huilen? En waarom kwam ze naar hem toe? Vond ze hem ook knap? Yaro moest toegeven dat hij een slanke kater was, eigenlijk te slank voor een huiskat, maar dat maakte hem niks uit. Hij was er zelfs blij mee.
[Sorry voor kortheid en laatheid]