Sneeuw. Overal waar hij keek zag hij verdomme sneeuw. Gelukkig was de sneeuwval gestopt, maar het was koud aan zijn neus en zijn pootkussentjes prikte. Waarom hij voorgesteld had om met Hawkchase the gaan jagen was voor hem één groot vraagteken. Misschien kwam het door het schuldgevoel dat aan hem knaagde sinds ze het kamp verlaten hadden. Alles wat daarna gebeurd was was veranderd in één grote waas waar vooral de kleur rood in terug leek te komen. Boze tranen rolde over zijn wangen, ze leken niet meer gestopt te zijn sinds hij weggelopen was van Hawkchase om allebei een andere kant op te gaan. De boze en teleurgestelde blik in de ogen van Sparkpaw achtervolgde hem en hij was bang dat het nooit meer goed zou komen tussen hun. Waar de zwart witte kater altijd de meest positieve kant probeerde te bekijken werd dat nu lastig. Boos veegde hij meer tranen van zijn al doorweekte wangen en klemde hij zijn kaken op elkaar. Op deze manier kon hij niet jagen, niet wanneer zijn kop één grote warboel was aan gedachten en gevoelens die hij maar geen plekje wist te geven.
Ergens leek de gedachte van zijn biologische vader er tussendoor gefloept te zijn want nu was dat ook ineens een groter probleem in zijn hoofd dan het daadwerkelijk was. In zijn ogen was Shadefeather zijn vader, maar het achtervolgde hem als een schaduw dat hij niet eens wist wie zijn zaad in zijn moeder had gedeponeerd. Niet dat het hem ook maar iets kon schelen. De enige die om hem leek te geven als een ouderlijk figuur was de kat die nieteens
echt zijn biologische ouder was. Hij wilde gewoon een moeder die van hem hield zonder naar hem te kijken alsof hij de duivel was, een moeder die van hem hield alsof hij zuurstof voor haar longen was in plaats van lucht. Boos mopperde hij wat toen hij bij de grenzen aangekomen was en de geur van een onbekende rook. Tuurlijk. Moest hij nou echt én de moordenaar én de held van de clan spelen vandaag?
[closed]