We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Hij was nog niet lang terug. Nog niet eens een dag. De kater had gewoon zo graag even met iemand willen praten. Om te weten wat hij gemist had. Om te weten hoe het met de Clan, zijn broer en zijn vrienden ging. Zijn vriendin Sunpaw was de eerste die hij tegen was gekomen en hij had al vrij direct besloten om haar te vragen. En nu liepen ze weer door het territorium. Nou ja, Littlenose was meer aan het sjokken. Zijn poten deden nog aardig zeer en hij was best moe, maar hij had geen behoeften aan slaap. Hij wilde niet dat iemand weer met hem rekening moest houden. De jonge warrior ging gewoon rustig door. Dit keer hoopte hij dat ze geen lelijke vos zouden tegenkomen. De kater ging rustig zitten naast een den. Zijn ambergele ogen keken naar zijn vriendin. Hij toverde een glimlach op zijn gezicht terwijl hij haar vriendelijk aankeek. "Hoe gaat het met je, Sunpaw?" vroeg de bruine tabby. Zijn blik gleed even na wat littekens die de vos helaas bij de poes had achtergelaten.
Ze was sinds ze uit de medicine cat den was ontslagen niet al te vaak alleen in het territorium geweest. Vooral uit schrik dat er haar weer iets zou overkomen maar ook vanwege het feit dat de wonden nog steeds wat pijn hadden gedaan. Nu was het al een groot stuk beter, ze had nog een litteken van de vos zijn beet op haar rug overgehouden maar voor de rest was ze wel beter. Ze had haar training met haar vreemde mentor Blackfray afgerond en was nadien een Warrior geworden met de naam Sunhalo. En in die tussentijd – had ze haar vriend moeten missen. De goede vriend die haar had geholpen weg te komen van die vos. De goede vriend die naar de bergen was gegaan en nadien haar warrior ceremonie had gemist, maar ze had zijn aanwezigheid in haar gedachtes wel gevoeld. En nu was hij hier, ze liepen naast elkaar en alles verliep weer zoals vroeger. ‘Hoe gaat het met je, Sunpaw?’ vroeg de ander. Natuurlijk, niet alles verliep zoals vroeger. “Ehm… Littlepaw, het is Sunhalo nu”, verbeterde ze hem zachtjes. Zou hij haar nieuwe naam mooi vinden? "En het gaat verder wel"
Echt trainingen had hij niet gehad. Daar had hij eigenlijk ook geen tijd voor gehad. Geen tijd voor genomen. Zijn mentor was immers bij ShadowClan gebleven en hij was de oudste apprentice. Barkingpaw had waarschijnlijk meer aandacht moeten hebben in trainingen. Het enige wat hij echt geleerd had, waren kleine, maar belangrijke, dingen over de bergen die van pas waren gekomen. Waarom hij zijn warrior naam had gekregen? Waarschijnlijk door de grote afstand die hij had afgelegd. De reden waarom hij was meegegaan was niet helemaal omdat het hem leuk leek. Het was half om half geweest. Eigenlijk had hij het liefst bij zijn vrienden en familie gebleven nu hij wist hoe het reisje was verlopen, maar aan de andere kant had hij zoveel meer kennis gekregen. Hij had dingen ontdekt. Dingen meegemaakt. Niet omdat hij graag speciaal wilde zijn. Niet omdat hij dingen wilde meemaken die anderen niet meemaakten. Nee, het was in de hoop geweest om iets nuttigs te kunnen doen. Iets goeds te doen en de Tribe te helpen. Echter was alles een beetje vreemd verlopen. Wren had uiteindelijk haarzelf iets anders gedragen dan dat ze haar hier had voorgedaan. Maar goed, hij was nu weer terug. Hij was weer thuis. Veilig en wel. En hij hoopte dat het voor Sunpaw net zo was. 'Ehm… Littlepaw, het is Sunhalo nu' Even flitste er verbazing door zijn ogen, maar die maakte al snel plaats voor een vrolijke twinkeling. Waarom zou het hem verbazen? Het was zo'n goede poes! Sterk als je het aan hem vroeg en nog eens vriendelijk ook. Ze hadden dezelfde leeftijd en als hij zijn warrior ceremonie had gehad, dan moest Sunhalo die zekers hebben gehad. "Sunhalo..." hij proefde haar nieuwe naam. "Sunhalo, wat heeft Settleddust? je een prachtige naam gegund," De bruine kater schoof iets dichter naar haar toe en boog met zijn snoet naar haar oor. "Laat ik je dan ook maar verklappen dat ik nu Littlenose heet" Hij schoof weer iets opzij en grinnikte zachtjes. Wat een verassingen toch. En wat hield hij er toch veel van. 'En het gaat verder wel' Dat was goed om te horen. "Mooi zo. Heb ik nog veel gemist?"
Ze wachtte stilletjes af. Het feit dat ze nu Sunhalo heette, daar moest zij ook nog aan wennen. De tijd was zo snel gegaan in de laatste manen dat haar apprentice tijd net een flits was. En het enigste, wat ze echt kon onthouden, was het moment met die vos. En die was voorbij. ‘Sunhalo’, ze hoorde hoe Littlepaw haar naam aan het proeven was. Het was iets anders dan Sunpaw, inderdaad. Zij had heel haar leven gewacht op het moment dat ze haar naam zou ontvangen. En nu zat ze hier, met Sunhalo. ‘Sunhalo, wat heeft Settleddust? Je een prachtige naam gegund’, terwijl de bruine cyperse kater dichter bij haar schoof, glimlachte ze. Ze was blij dat hij haar naam mooi vond. En toen miauwde de ander iets in haar oor: ‘Laat ik je dan ook maar verklappen dat ik nu Littlenose heet’. Hij schoof weer terug waar hij daarnet had gezeten en grinnikte zachtjes. “Littlenose…?” ze keek hem bewonderend aan met haar blauwe twinkelende ogen. “Heb je je naam in de bergen gekregen dan? Dat is zo cool!”. Ze vond het ook wel een leuke naam. Niet zo stoer, maar zijn neus was inderdaad schattig en klein. Het paste wel bij hem. ‘Mooi zo. Heb ik nog veel gemist?’, vroeg hij nadien aan haar toen ze had aangegeven dat het goed ging. “Oh, uh… Niet veel, behalve dat Newtspark dood is enzo”, vertelde ze. “Om eerlijk te zijn ik ben zelf ook niet echt helemaal up to date met alles wat er gebeurt in onze Clan”
Hij was niet zo lang weg geweest als verwacht. Korter. Na wat gedoe en op krachten komen waren ze al snel weer richting huis gegaan. Toch konden er vreemde dingen gebeuren in een korte tijd. Dingen die je niet snel verwachten zou. Eigenlijk wist hij niet wat er veranderd zou moeten zijn bij terugkomst, maar aan de andere kant dacht hij dat er sowieso iets veranderd moest zijn. Settleddust dacht immers anders dan Acornstar. Handelde anders. 'Littlenose…?' De kater knikte. Jup! Littlenose. Hmm, was toch nog een beetje wennen. Om naar die naam te moeten luisteren. Om jezelf met een nieuwe naam voor te stellen aan anderen terwijl je moons een Littlepaw hebt gedragen. Veel veranderde er niet echt aan de namen. Littlekit, Littlepaw, Littlenose... Toch bleef het gewoon een bijzonder fenomeen. Waar kittypets het onbegrijpelijk vinden, is het voor hun doodnormaal. Maar toch... Je kreeg je naam met een reden. Je verdiende respect en was net zo goed als de anderen. Je had zekerheid dat StarClan dat ook zo vind. Niet dat ze bij zijn ceremonie een maan of wolken konden zien, maar goed. 'Heb je je naam in de bergen gekregen dan? Dat is zo cool!' De bruine kater glimlachte zachtjes. "Maar het is wel vreemd. Om je naam te krijgen tussen vreemden en maar een paar bekenden. Naja, het schilde dat ik niet alleen was. Als we terug in het kamp zijn kan je Barkinghound ook feliciteren." Hij was niet de enige die in de bergen zijn naam ontvangen had. Misschien was hij daar ook wel blij mee. 'Oh, uh… Niet veel, behalve dat Newtspark dood is enzo' vertelde Sunhalo na zijn vraag of hij veel gemist had. De ambergele ogen van Littlenose werden groot van verbazing. Dit keer bleven ze wat langer verbaasd. Newtspark was dood? Hoe in StarClan's naam was dat nou weer gebeurt? "May StarClan lights her path," mauwde hij respectvol. "Hoe...?" Waarom was de kattin dood? Had ThunderClan hier iets mee te maken? 'Om eerlijk te zijn ik ben zelf ook niet echt helemaal up to date met alles wat er gebeurt in onze Clan' Ohh, dus mevrouwtje weet niet hoe haar Clan er voor stond? De young warrior gaf zijn vriendin een vriendschappelijk duwtje tegen haar schouder. "Ach joh, we zoeken het wel uit," lachte Littlenose zachtjes. "Dus... Is er nog ergens een mooi plekje voor me in de warriors den?" Hopelijk zat het er niet bomvol. Je wist maar nooit hoeveel nieuwe warriors erbij waren gekomen na zijn vertrek. Tot nu toe was Sunhalo de enige waarvan hij het wist, gokte hij dat zijn broertje ook al zijn naam zou hebben, maar de kans was groot dat er meerderen waren. Maar ja, hij zal het wel uit gaan zoeken.
Het was een beetje vreemd om te weten dat je je naam ooit had gekregen in de bergen. Dat je je hele leven had afgewacht tot je vrienden en familie je nieuwe naam zouden roepen - en dat dan plots niet meer gebeurde. Maar nu was Littlenose hier, terug thuis, en konden ze zijn nieuwe naam zoveel uitspreken als die maar zou willen. ‘Maar het is wel vreemd. Om je naam te krijgen tussen vreemden en maar een paar bekenden. Naja, het scheelde dat ik niet alleen was. Als we terug in het kamp zijn kan je Barkinghound ook feliciteren’. De poes knikte hem toe. Ze zouden hem zeker gaan feliciteren als ze terug het kamp inkwamen, Barkinghound had net zo hard gewerkt als iedereen die net warrior was geworden. ‘May StarClan light her path’, miauwde de bruine tabby respectvol nadat ze had gezegd dat Newtspark overleden was. Hij vroeg ook hoe. Sunhalo had alleen maar de geruchten gehoord, dus ze had geen volledig idee of het juist was. Maar ja. “Gestorven tijdens haar bevalling, blijkbaar”, ze haalde haar schouders op. Dat was een erg tragische dood indeed, maar het was nog vreemder aangezien ze een medicine cat was. ‘Ach joch, we zoeken het wel uit’, lachte Littlenose zachtjes. ‘Dus… is er nog ergens een mooi plekje voor me in de warriors den?’ Ah ja, hij had zijn nest nog niet uitgekozen. De den zat gelukkig niet al te vol en er waren nog genoeg plekjes over. “Naast mijn nest is er nog een plekje vrij”, glimlachte ze met een korte knipoog.
Om eerlijk te zijn, was zijn leven tot nu toe heel anders dan hij had voorgesteld. Alles leek bij hem anders te gaan. Ook leek het bij hem altijd geluk of pech te zijn, maar hij accepteerde het. Hoe anders of vreemd het ook was. Zijn warrior ceremonie was anders gegaan, maar toch was hij zo speciaal. En dat gedoe met die rogue? Als hij zijn kracht had die hij nu had en hij mistte geen oor en was groter, dan was hij misschien wel één van de sterkste warriors ooit. Hij stond positief in het leven. Elk vreemd of naar dingetje had weer zijn voordelen. Tegenslagen hoorden nou eenmaal bij het leven. Misschien was het leven juist saai zonder tegenslagen. Wie weet. 'Gestorven tijdens haar bevalling, blijkbaar' Huh? Gestorven... Bij een bevalling? De kater fronste. Ja, het was misschien tragische dood, maar misschien was StarClan er gewoon niet blij mee. Het was immers tegen de code. Echter hield hij zijn mond erover. Newtspark had hun goed gediend, dus waarom woedend zijn? 'Naast mijn nest is er nog een plekje vrij,' Littlenose glimlachte bij de woorden en de korte knipoog van de rode kattin. "Zolang je niet snurkt, zou ik met alle liefde mijn nest naast je leggen," grapte de bruine tabby. Naast vrienden liggen was immers gezelliger dan naast een willekeurige warrior. En beter dan zijn broer.
Ze begreep het wel dat hij fronste toen ze het nieuws over Newtspark zei. Doodgaan tijdens een bevalling – het was een tragische dood, maar wat nog bizarder was, was dat ze een medicine cat was. Eentje, die opeens zwanger was en niemand had dat echt doorgehad. Of nou ja, zij toch niet tenminste. Sunhalo was te druk bezig geweest met haar eigen zaken. ‘Zolang je niet snurkt, zou ik met alle liefde mijn nest naast je leggen’, grapte de bruine kater toen, wat de sfeer wat oplichtte. Ze lachte kort, voor ze weer sprak. “Nah, ik snurk niet”. Ze was eerlijk gezegd wel blij dat haar vrienden allemaal in haar buurt lagen. Zo was ze tenminste niet alleen. Ze vond het alleen weer jammer dat Morningpaw weer wat achter lag, maar ze zou ervoor zorgen dat er nog een plekje voor hem ook overbleef. Maar goed, dat was een zorg voor later. “So… Hoe is het daar in de bergen? Is het zo mooi als de Elders altijd vertellen?”
Je hoorde niet dagelijks dat een medicine cat kittens had. Het hoorde eigenlijk ook niet. De tragische bevalling van Newtspark liet dat merken ook. De warrior code is vaker gebroken dan je zou denken. Er was niet voor niets een code en misschien was StarClan er ook wel een beetje klaar mee. Niet dat ze wreed waren, maar gewoon dat ze hun medicine cat aan haar lot overlieten. Niet probeerden het bloeden te stoppen. Dat moest zelf gebeuren, maar op tijd stoppen deed het waarschijnlijk niet. 'Nah, ik snurk niet,' Littlenose snorde zachtjes. Dat was mooi. Dan kon hij in ieder geval goed slapen naast een vriendin. Hij had weinig problemen met anderen, maar het was als nog fijner om in de buurt van je vrienden te slapen. Ze zouden minder snel boos op je worden als je ze per ongeluk wekte of je kon nog zachtjes iets bespreken. Littlenose was een kater van gezelschap. Bijna altijd vrolijk, vriendelijk, geduldig en zelfs nog wat speels. Hij wilde alles behalve eenzaam zijn. Zijn grootste angst was dan ook het verliezen van zijn dierbare. Maar om echt eerlijk te zijn deed het altijd pijn als er een kat zich bij StarClan moest voegen of uit het niets verdwijnt. Naja, zo gaat het leven nou eenmaal. Je wordt geboren, je leid een leven- kort of lang- en daarna ga je dood. Oneerlijk. Wreed misschien wel, maar het was nou eenmaal iets wat je moest accepteren. Maar ook al is het niet te ontkomen, hij zal met alle macht proberen zijn dierbaren ervoor te beschermen. Liever hij dan zijn vrienden of overige familie. 'So… Hoe is het daar in de bergen? Is het zo mooi als de Elders altijd vertellen?' Waren de bergen mooi? Het was echt mooi geweest toen hij het voor de eerste keer had gezegd, maar zo lang had hij er niet van kunnen genieten. "Het was prachtig. Het uitzicht vooral. Maar ik heb toch liever ons moerasje, veilig aan de grond." Het was er mooi geweest, maar wel kouder dan hier. Je moest constant op je hoede zijn voor roofvogels die je wel als een sappig hapje aanzagen en je moest ook oppassen waar je je poten neerzette. Anders was er een kans dat je van een enorme hoogte afviel.
‘Het was prachtig. Het uitzicht vooral. Maar ik heb toch liever ons moerasje, veilig aan de grond.’ Ze kon het zich moeilijk voorstellen – ze kende niet meteen iets dat mooier was dan de zonsondergang met een prachtige schemering. “Thuis waar het hart is, voel je je altijd op het beste”, ze glimlachte zachtjes. Shadowclan was ook haar hele leven haar thuis geweest. Ze voelde zich hier altijd al veilig, desondanks die vos misschien dan. “Maar toch kan ik me niet voorstellen hoe mooi het daar zou zijn… Ik heb altijd gedroomd van het eens een keertje te kunnen zien…” ze had vele dromen. Grote dromen. Eén ervan was om Warrior te worden en het was haar gelukt, en nu had ze het gevoel dat ze nog meer aankon. Dat er een hele wereld voor haar open stond. Ze had altijd al gedroomd van de mooiste dingen te zien en op een dag wilde ze dat beleven.
'Thuis waar het hart is, voel je je altijd op het beste,' Littlenose knikte. Het was zeker waar. Hij woonde al zijn hele leven in ShadowClan. Ze stonden voor hem klaar en hij voor zijn Clan. Al zijn vrienden en familie waren ShadowClan. Nou ja, degene die hij heeft. Hij mocht bijna iedereen. Iedereen was ook welkom bij hem als ze hun hart moesten luchtten, maar om eerlijk te zijn, had hij toch een soort 'elite' groepje. Katten waar hij gewoon het liefst in de buurt was. Katten die hij met zijn leven vertrouwde. Sunhalo die was er één van. Na het gedoe met de vos waren, wonderbaarlijk genoeg, vrienden geworden. Maar ja, Littlenose voelde zich ook verplicht om er voor te zorgen dat Sunhalo wat aan hem had. Nog steeds vond hij het zijn schuld dat zijn vriendin aangevallen werd door de vos. Dat ze net zoals hem lelijke littekens had. Maar ach, het scheelde dat hij niet naar uiterlijk keek. 'Maar toch kan ik me niet voorstellen hoe mooi het daar zou zijn… Ik heb altijd gedroomd van het eens een keertje te kunnen zien…' De bruine tabby greens. "Het is zekers mooi, Sunhalo. Wie weet kom je het nog ooit te zien. Ik had het ook nooit verwacht toen ik een kitten was." De kater zuchtte. Het was eigenlijk zo snel gegaan. Littlekit... Littlepaw... Littlenose... Hij zuchtte. "Wat is er toch veel veranderd zonder dat we het echt merken,"
Ze had altijd al grote dromen gehad. Al sinds ze een kitten was en haar eerste stap buiten haar nest zette, toen had ze altijd gewild naar meer. Meer te verkennen, meer te kunnen, meer te weten te komen. Maar ze was geen kitten meer en toch, hield haar innerlijke kind niet op met dromen. En dat was waarschijnlijk ook een reden waarom ze deze suffix droeg, de halo van de zon was iets prachtig. Iets wat je deed voelen alsof je in een droom zat. ‘Het is zekers mooi, Sunhalo. Wie weet kom je het nog ooit te zien. Ik had het ook nooit verwacht toen ik een kitten was.’, vervolgens zuchtte de ander even. ‘Wat is er toch veel veranderd zonder dat we het echt merken’ ze knikte daarop. Het klopte. Sunkit… Sunpaw… Sunhalo. Alles ging ontzettend snel en nu zaten ze hier. Littlenose was zelfs naar de bergen geweest, dat moest vast een ervaring zijn geweest. “We zijn al lang geen kittens meer… Maar toch droom ik nog net zoveel als toen” en dat was een goed ding. Want leven met het kind dat in je leefde, was een leven dat dierbaar was.
Soms zou hij gewoon verdomd veel wensen dat zijn leven normaal was verlopen. Dat hij zijn ouders nog had gehad. Dat hij nog twee oren had en dat hij net zo groot was als de rest. Maar alles was anders verlopen. Heel veel anders dan toen hij nog een kitten was in zijn eerste moon. Dromend van de beste warrior worden. Beter dan zijn ouders, beter dan zijn broer. Misschien zelfs wel leider, maar niet lang daarna stierven zijn ouders. Hij viel in de schaduw van zijn broer. En dan werd hij eindelijk apprentice, komt hij een verdomd grote rogue tegen. Natuurlijk moest hij zijn arrogante bek weer opentrekken. Sindsdien had hij nog maar één oor. Hij had dood kunnen zijn. Misschien was dat ook beter geweest. Maar hij had zijn vrienden. Hij had Sunhalo die hij als één van de weinige met zijn leven vertrouwde. Zijn ogen werden een beetje vochtig en hij slikte van de herinneringen. 'We zijn al lang geen kittens meer… Maar toch droom ik nog net zoveel als toen' Littlenose keek naar zijn poten en lachte waterig. "Dromen zijn goed. Het geeft je een doel of hoop. Misschien mooie herinneringen," Hij keek op. Onzeker. "Alles is gewoon zo anders verlopen! Soms droom ik dat ik mijn ouders zie. Dat ik al mijn oren nog had. Soms vraag ik me af wat ik hier nog doe." Een paar tranen rolden langzaam over zijn wangen. "Ben ik van nut?" vroeg de kater zacht. Zijn ambergele ogen keken weer naar Sunhalo. Was hij van nut? Klein, lelijk en vroeger een last geweest. En hoeveel van zijn Clan vertrouwde hij nou echt?
Dromen gaven zin aan elke nieuwe dag. Ze waren gemaakt om te achtervolgen: je kon eeuwen blijven slapen en wensen dat het leven was zoals in je dromen, maar in realiteit kon je ze volgen. En hopen, dat je dromen en je wensen uit zouden komen. Ze lachte terwijl ze dacht aan haar eigen dromen. Zulke mooie tijden waren het vroeger. Jammer genoeg bleef zoiets niet voor altijd. Ze bemerkte dat de kater naast haar waterig begon te lachen. Waardoor haar glimlachje stilaan veranderde in een kleine frons. Was er iets mis? ‘Dromen zijn goed. Het geeft je een doel of hoop. Misschien mooie herinneringen’, met zijn okergele ogen keek hij onzeker op. ‘Alles is gewoon zo anders verlopen! Soms droom ik dat ik mijn ouders zie. Dat ik al mijn oren nog had. Soms vraag ik me af wat ik hier nog doe.’ Hij barstte zachtjes uit, opmerkzaam aan de tranen die van zijn wangen begonnen te rollen. ‘Ben ik van nut?’, vroeg hij zacht, waarna zijn blik naar haar gleed. En kruiste met de blauwe blik van haar, die op dit moment bezorgd keek. “Littlenose… Natuurlijk ben je van nut”, begon ze te spreken en sloeg haar staart voorzichtig rond de bruine cypers heen. “Je bent een Warrior, net zoals ik, samen helpen wij de Clan stukje per stukje. Ik snap dat het soms moeilijk kan zijn, ik heb ook enkele dingen die ik mis. Die totaal zijn verkeerd gelopen. En geloof me dat het niet jouw schuld is dat dingen anders lopen dan je wenst. Je bent van alle nut – je bent niet alleen een Warrior van Shadowclan maar je bent ook mijn beste vriend”. Hij was haar beste vriend. Hij was er voor haar geweest toen die vos haar aanviel. Littlenose was er net zoveel voor haar geweest als haar broers er voor haar waren, en dat verdiende de rang beste vriend wel. Ze had niet veel vrienden maar ze had wel een hechte waarde aan ze.
Hij was altijd vrolijk naar iedereen. Meestal maakte dromen hem vrolijk, maar hij had niet altijd mooie dromen. Soms was zijn vrolijkheid een schild. Schaamte? Wantrouwen? Misschien, maar het was gewoon niet zoals hij had gewild. Zijn gedrag was misschien verbeterd. Hij was niet arrogant al deed hij zijn best om zo over te komen bij de andere Clans. Proberen het over te laten komen dat hij niet bang voor hun is. Dat ze hem met geen nagel aan mochten raken. Soms is alles gewoon zo ingewikkeld en hij had dat al vanaf jongs af aan gemerkt. 'Littlenose… Natuurlijk ben je van nut' Hij voelde hoe Sunhalo haar staart om hem heensloeg. De ogen van de kater flitsten voor een seconde geschrokken door de herinneringen, maar verzachtten eigenlijk meteen. 'Je bent een Warrior, net zoals ik, samen helpen wij de Clan stukje per stukje. Ik snap dat het soms moeilijk kan zijn, ik heb ook enkele dingen die ik mis. Die totaal zijn verkeerd gelopen. En geloof me dat het niet jouw schuld is dat dingen anders lopen dan je wenst. Je bent van alle nut – je bent niet alleen een Warrior van Shadowclan maar je bent ook mijn beste vriend' Dacht zij er echt zo over? Zijn ogen glinsterden een beetje hoopvol. Voorzichtig schoof hij naar haar toe en probeerde hij tegen Sunhalo aan te nestelen. Hoelang had hij zijn gevoelens nou eigenlijk niet uitgesproken? Vijf moons ofzo? Misschien wel zes. "Dankje, Sunhalo. Dit betekent veel voor me." mompelde de kater zachtjes. "Soms weet ik even niet wie ik vertrouwen kan. Ik heb moons niet over mij gesproken. Alleen maar over de gevoelens van een ander, maar het voelt goed om zelf een keer te luchten," mauwde hij dankbaar. Dit betekende zekers veel voor hem. "Jij bent ook mijn vriendin,"
Ze had niet verwacht van Littlenose dat hij er zo over voelde. Hij had zelf natuurlijk ook veel meegemaakt, die littekens tekenden zijn vacht overal en onthulden delen van zijn geschiedenis. En zijn ouders… Het was haar niet meteen opgevallen dat hij het nooit over ze had. Ze fronste lichtjes, voelde medelijden met hem. Hij verdiende het niet dit allemaal te ondergaan. ‘Dankje, Sunhalo. Dit betekent veel voor me’, mompelde hij zachtjes, waardoor ze een gevoel van opluchting kreeg. Ze was blij dat ze voor hem iets goeds kon betekenen. ‘Soms weet ik even niet wie ik vertrouwen kan. Ik heb moons niet over mij gesproken. Alleen maar over de gevoelens van een ander, maar het voelt goed om zelf een keer te luchten.’ Sunhalo begon te glimlachen. Zeker bij zijn volgende woorden: ‘jij bent ook mijn vriendin’. Ze was tevreden om te horen, dat hij haar ook als een goede vriendin beschouwde. Hij was tegen haar aan genesteld en was dankbaar voor haar woorden. “Je kan altijd met mij praten over je gevoelens, ik zal er altijd zijn om te luisteren”, sprak ze zachtjes. .
Iedereen had toch wel eens behoefte om een keer aan zichzelf te denken? Dat was toch niet arrogant? Nee. Hij gaf meer om anderen. Hij vroeg meer naar naar anderen, maar nooit naar zichzelf. Hij was te druk met vrolijk zijn. Met iedereen blij maken. Daar werd hij zelf ook blij van. Maar de emoties die diep vanbinnen zaten kwamen daarbij nooit echt naar buiten. Maar ach, zelfs als dat zo was, was hij één van de vrolijkste ShadowClanners. Dat was misschien ook maar beter. ShadowClan stond erom bekend om sluw en gemeen te zijn, maar in de Clan zelf? Zekers niet. Ze hadden alle recht om zo 'sluw en gemeen' te zijn. Zij hadden immers het kleinste territorium en moerasachtige bodems. 'Je kan altijd met mij praten over je gevoelens, ik zal er altijd zijn om te luisteren,' mauwde Sunhalo zachtjes. Littlenose veegde met zijn poot een laatste traantje weg. "Ik zal er ook altijd voor jou zijn als er iets is," mauwde de kater zachtjes terug. Hij voelde zich eindelijk weer eens rustig en warm. "Dus... Had je nog hard moeten werken toen ik weg was?" veranderde hij van onderwerp.