We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
De wolkjes ruimden zich langzaam uit de weg zodat de zon zachtjes kon stralen. Het was een prachtig uitzicht wanneer leafbare rustig zijn weg klaarmaakte om newleaf te laten komen. Het zou nooit echt heel warm zijn hier in de bergen – maar ze zouden altijd mooi blijven. En er zouden altijd vele mooie herinneringen aan deze plek hangen, aan zijn thuis.
Zijn zwarte pootjes hadden hem sneller uit de cave gebracht dan verwacht. Hij had dan ook zo lekker geslapen dat hij nu helemaal vol van energie zat, zo’n gevoel kreeg je niet iedere dag! Voorzichtig sprong hij van de stenen af en bewandelde het bergpaadje. Een zacht briesje woei door de takken van de bomen heen, eentje die een bepaalde geur meedroeg. Nieuwsgierig stak de kater zijn neus in de lucht en volgde de geur, benieuwd wat hij tegen zou komen. Met een klein sprongetje dook hij in een struik en zijn gloeiende ogen keken door de bladeren heen naar het verschijnsel. De kat had een donkerbruine vacht, mooie strepen, en tweekleurige ogen die een mengeling waren van geel en groen. Hij leek verdacht veel op Vulture als hij er zo over nadacht, qua looks en ook de super vage geuren die beide droegen. Wat mysterieus zeg! Na hem geanalyseerd te hebben dook hij meteen met zijn kop buiten de struiken. “Hi!”, riep hij en glimlachte onschuldig. Het was eigenlijk best wel een raar beeld. Gewoon een struik... Met een kop van een zwarte, vrolijke kater die er uit stak. Wowie.
Just when the caterpillar thought his life was over...
Hij kende geen kat die hier aanwezig was. Hij had enkel gevolgd waar Bloodhound was geweest, de enige kater die zou begrijpen dat het in Shadowclan niet altijd prettig was. De angst die in zijn hart had kunnen groeien, zeker nu hij alleen stond werd er niet minder op. Zijn tweekleurige ogen gleden naar het matige muisje dat hij op puur geluk had weten te vangen. Langzaam boog Flutterpaw zijn kop terwijl hij een hap nam van zijn moeizaam gevangen prooi, ineens hoorde hij geritsel en sprong hij op zijn drie gezonde poten overeind. Nog steeds deed hij voorzichtig met zijn voorpoot. Die af en toe zijn gewicht nog niet leek te waarderen. 'Hi!' Klonk een onschuldige stem van een zwart-wit gevlekte kater af. Een waarvan hij momenteel het zwarte gezicht met amberen ogen kon zien. Hij keek hem met angstige ogen aan terwijl hij achteruit deinsde, half struikelend over zijn eigen poten. 'Eh,' waren er nog meer? Nog meer? Onrustig draaide de jonge kater zich om zijn as om uit te vinden of er nog andere katten waren.
Zijn kop kwam tevoorschijn uit de struik en zijn ogen waren gevuld van vrolijkheid en enthousiasme om een nieuwe ziel te leren kennen. Echter leek de nieuwe ziel niet even enthousiast te zijn om hem te leren kennen want deze deinsde geschrokken achteruit en keek hem angstig aan. ‘Eh’ was de enigste klank die de bruine kat uitliet voor deze bijna over zijn eigen poten struikelde. “Oh, liet ik je schrikken? Oeps!” ja het was ook niet meteen het meest slimme idee van hem geweest om zomaar uit een struik te poppen. Dat liet inderdaad anderen schrikken, angsthazen of niet. Voorzichtig kwam hij pootje per pootje buiten de struik gestapt en golfde zijn halfwitte staart even om de blaadjes eraf te laten vallen. Die bleven af en toe wel strikken in zijn vacht en dat zorgde ervoor dat zijn staart steeds kietelde. Hoe dan ook bleef hij stabiel staan; en maakte geen onverwachte bewegingen meer. Om de ander niet meer bang te maken. “Ik ben Shine, wie ben jij?” vroeg hij, een warme glimlach verschijnend op zijn gelaat.
Just when the caterpillar thought his life was over...
Flutterpaw was zijn pas gevangen prooi bijna vergeten, de angst in zijn houding was duidelijk. Hij kon niet weten met wat voor een kat hij te maken had en in een groep leven was voor hem nog onwerkelijk. Zeker nadat hij in beide Windclan en Shadowclan was aangevallen. Hij was wel achter een nieuw deel van zijn familie gekomen. Burnetbliss de flamepoint die hem gered had van een hond. Zijn moeder, zijn prachtige moeder die hij had moeten verlaten omdat hij niet langer welkom was geweest in beide Clans. 'Oh, liet ik je schrikken? Oeps!' Pootje voor pootje stapte de zwart-witte kater de struik uit voordat hij zijn staart liet golven om zo de bladeren te verwijderen. Zelf had Flutterpaw altijd een dunne vacht gehad, waar weinig in bleef hangen. 'Ik ben Shine, wie ben jij?' Vroeg de iets oudere kater waardoor Flutterpaw hem met grote ogen aan keek. 'Flutterpaw,' zijn stem was nog niet geheel gezakt, al was hij ook al een tijdje Apprentice geweest voordat hij was gevlucht. Weg van zijn thuis, weg van alles dat hij kende. Hij miste Bluejay.
Hij hield van nieuwe ontmoetingen, zeker met vreemdelingen. Want ze kwamen van allemaal andere plekken dan uit de bergen en Shine vond het erg leuk om hun verhalen te horen en gewoon in het algemeen al, kennis te maken. Zijn oren stonden nieuwsgierig overeind omdat hij de naam goed wilde opvangen en luisterde verder gewoon aandachtig. ‘Flutterpaw’, sprak de bruine cypers en de zwarte kater knikte als bevestiging. Maar hij vroeg zich wel af waarom hij Flutter-paw heette. Fladderpoot? Zou de ander echt kunnen fladderen met zijn poten…? Want dat zou de zwart-witte to-be wel heel graag willen zien eigenlijk, een kat die zo fladderde als een vlinder. Of was het een naam met een andere betekenis? Wie wist. “Leuke naam, Flutterpaw!” zijn toon was nog steeds heel vriendelijk en open. “Wat heeft jou naar de mooie bergen gebracht?” Vele katten die hij had ontmoet, waaronder Twinkle, Vulture, en ga zo door, kwamen allemaal van ergens anders en ze hadden allemaal elk hun redenen gehad. En Shine had ze allemaal geaccepteerd als vriend want hij vond ze heel lief.
Just when the caterpillar thought his life was over...
Flutterpaw liet zijn staart onhandig hangen, het was puur ongemakkelijk om een gezicht te zien die hij nooit eerder had gezien. Een gezicht van een op het eerste gezicht vriendelijke kater, maar was Newtpaw ook niet vriendelijk geweest voordat ze had besloten dat hij niet in Shadowclan hoorde. Niet in zijn geboorteplaats, al had hij later geleerd dat hij bloed deelde met een Windclanner; maar ook daar kon hij niet blijven. Hij was geen deel van hen, zelfs al had hij Routnose graag gemogen en zelfs al keek hij naar zijn echte moeder op. Burnetbliss, een kattin die dapperder was dan hij ooit zou kunnen worden. 'Leuke naam, Flutterpaw!' Mauwde de ander vriendelijk waardoor hij zijn kopje langzaam boog en zacht in ademde. 'Wat heeft jou naar de mooie bergen gebracht?' De angst leek in de houding van de jonge kater toe te nemen terwijl hij wild zijn kop schudde. 'Nee..nee,' Sprak hij enkel, hij wilde niet vertellen dat er een moordlustige kat achter hem aan had gezeten. Hij beet hard op zijn wang terwijl hij zijn nagels in de grond drukte. 'Nee.' Fluisterde hij enkel zacht terwijl hij hopeloos naar de ander keek. Hij zou niks zeggen. Niet zijn reden. Hij zocht enkel vrede. Hij was geen vechter. Nee.
Hij had zich altijd afgevraagd hoe groot de wereld was buiten deze prachtige wereld. Of er nog meer geheimen waren die nog niet ontrafeld waren. Hoewel hij er zo nieuwsgierig naar was, bleef zijn hart altijd bij de tribe en nu hij eenmaal de healer to-be was, was het zijn job om iedereen hier thuis te laten voelen. En een glimlachje op hun gezicht te toveren – dat deed hij nu eenmaal graag, al ging het niet altijd even makkelijk. De bruine kater die hier recht voor zijn neus stond was een beetje anders dan de andere vreemdelingen, hij was erg verlegen en teruggetrokken en leek ook softer dan de andere vreemdelingen die hij had ontmoet. Maar dat wilde niet zeggen dat hij geen goede vriend-materiaal was. ‘Nee..nee’, sprak de jonge tom opeens terwijl hij zijn kop wild schudde. De oren van de zwarte to-be gingen zachtjes naar achteren terwijl hij de ander bekeek. Had hij iets verkeerds gezegd? ‘Nee’ de klauwen van de ander waren in de grond gedrukt en zijn blik vertelde hoe hopeloos hij eigenlijk was. “Oh, heb ik een gevoelige snaar geraakt..?”, antwoordde hij enkel. Mogelijks was het te persoonlijk geweest voor de ander, of te traumatisch. En het was Shine’s bedoeling niet geweest om de ander op tilt te doen slaan in zijn kop. “Je hoeft het niet te vertellen als je het niet wil. In ieder geval wens ik je van harte welkom hier”, op het einde krulden zijn mondhoeken wat omhoog, de ander mocht zich tenminste welkom voelen. En zijn geschiedenis achter zich laten zoals vele andere katten voor hem hadden gedaan.
Just when the caterpillar thought his life was over...
Flutterpaw had zijn verhaal een keer verteld, soort van dan. Hij kon nooit de naam van Newtpaw over zijn lippen krijgen, het was te lastig geweest. Hij had niet tegen Starclan in kunnen gaan, wellicht had hij toch niet helemaal in Shadowclan gehoord. Aan de andere kant, in Windclan waar een ander deel van zijn bloedlijn lag ook niet. Burnetbliss was zijn moeder en hoewel hij niet op haar leek kon hij bijna niet trotser zijn dan te weten dat iemand van hem gehouden had. Ashenpatch had hem de juiste kant op geholpen zodat hij ondergrond, zwaar vermoeid toch de Tribe had kunnen vinden. Daar zou Bloodhound waarschijnlijk zijn, hij was te laat geweest om zijn voorbeeld te kunnen vinden. 'Oh, heb ik een gevoelige snaar geraakt..?' Vroeg de zwart-witte kat zachtjes. Flutterpaw haalde diep adem terwijl de oren zich langzaam lieten zakken, hier was Newtpaw niet. 'Je hoeft het niet te vertellen als je het niet wil. In ieder geval wens ik je van harte welkom hier', op het einde krulden de mondhoeken van de ander omhoog. De jonge kater knikte dankbaar voordat hij zijn kop schuin hield. 'Heb je toevallig een rood-zwarte kater gezien?' Als Bloodhound er was... Dan was hij nog een soort van thuis.
Iedereen had hun eigen verhaal, sommigen hadden een wat spannender verhaal dan anderen, een verhaal waar je van wenste dat het even kon rusten van alle drukte en lasten die je naar je toegeworpen kreeg. Maar zo simpel was het niet. En hij kon uberhaupt niet geweten hebben dat hij slechte herinneringen van de ander naar boven had gehaald … Zelf had de zwart-witte kater zo ook zijn momenten, zoals die keer dat zijn eerste mentor was doodgeknepen door een grote havik. Het was een eng aanzicht, zeker omdat het recht voor zijn neus gebeurde. Als de jonge kater toen niet was weggesprongen in een struik, dan was hij ook gepakt geweest. En dan stond hij hier niet. Sindsdien was hij wel altijd alert op de lucht, maar het was zeer rustig geweest qua grote vogels. En als ze er dan toch waren, dan liep hij wat dichter bij de schaduwen toe; dan zat hij beter verstopt. In ieder geval kwamen sommige katten hier om een tweede kans om hun leven te starten, en als zij dat wouden, dan liet hij ze gewoon doen. Flutterpaw knikte dankbaar voor hij opeens een vraag stelde. ‘Heb je toevallig een rood-zwarte kater gezien?’ even keek Shine omhoog naar de lucht om na te denken. Er waren erg veel rood-zwarte katten hier, het was wel even bedenken om te weten over welke de bruine cypers het nu had. “Er lopen hier vele rood-zwarte katten rond. Mogelijks zit diegene die je zoekt er wel tussen?”, hij kantelde zijn kopje. Ja, misschien zat die kat hier ergens wel rond te lopen. Zolang je hoop had was alles mogelijk. En hij had hoop. Maar had de kleine bruine kater dat ook?
Just when the caterpillar thought his life was over...
Flutterpaw had geen eenvoudig leven gehad en al helemaal niet toen Newtpaw hem enkele keren had aangevallen, bijna gedood zelfs. Telkens was hij weg gekomen met een enorme druk op zijn schouders en angst dat hij de dag erna niet meer zou zien. Zelfs de lichtblauwe lucht deed hem aan de flamepoint denken, diens ogen waren altijd een prachtig hemelsblauw geweest, voor hem waren de ogen die van een oppermachtige vijand. Hij weigerde te spreken, hij kende de ander niet en de katten die wisten dat hij voor iemand gevlucht was, wisten vaak niet voldoende om hem te beschermen tegen de pijn. Elke kat had zijn of haar ervaringen om op verder te groeien en die van Flutterpaw waren heftig genoeg om een ernstig getraumatiseerde kater achter te laten die bang was om naar iemand toe te groeien. Bloodhound vinden was zijn enige hoop. 'Er lopen hier vele rood-zwarte katten rond. Mogelijks zit diegene die je zoekt er wel tussen?', Shine kantelde zijn kopje, terwijl Flutterpaw zijn lange bruine staart zenuwachtig over de grond zwiepte. 'Bloodhound is zijn naam.' Murmelde hij zachtjes, een krachtige naam, niets zoals die van hemzelf.
Het verleden van iemand was wat hen tot die persoon schaapte. Iemand die in een zachte en rustige omgeving was opgegroeid, zou zelf ook zacht zijn. Iemand die altijd in elkaar werd geslagen, zou later een schild hebben opgebouwd zijn. Zelf probeerde Shine iedereen te begrijpen, maar dat ging niet altijd even makkelijk. Zeker omdat iedereen alles anders beleefde. Sommigen vonden iets mooier dan de andere, sommigen vonden de kleur paars mooier dan de kleur blauw. Iedereen was anders, en hoe ze tot dit punt waren gekomen was hun eigen verhaal. Een lang verhaal, die het waard was om verteld te worden. ‘Bloodhound is zijn naam’, murmelde de bruine cyperse kater terwijl deze zijn dunne staart over de grond liep zwiepen. Er waren erg veel rood-zwarte katten zoals die al had gezegd, maar Shine herkende niet meteen een kat genaamd Bloodhound. Of het kon zijn dat het hem even was ontlopen. “Hmm, die naam herken ik niet direct” antwoordde hij eerlijk terwijl hij met zijn oortje trok. “Maar de bergen zijn dan ook heel erg groot… Er is altijd kans dat hij ergens hier is” probeerde hij de ander gerust te stellen. Zijn blik gleed naar de grote omgeving – er was zoveel in de bergen. Er waren grote velden, sneeuwtopjes, plekken met de hoogste bomen en lange rivieren die door de bergen kruisten. Als je naar één specifieke kat ging zoeken, dan was je weken bezig. Maar als het echt voorbestemd was, dat die twee katten elkaar weer zouden ontmoeten, dan zou het ook gebeuren. Dan zouden ze hun weg naar elkaar toe vinden.
Just when the caterpillar thought his life was over...
Flutterpaw had geleerd dat er maar weinig katten waren die hem veilig konden houden. Toch was hij niet oud genoeg om zichzelf goed te kunnen verdedigen. Hij was geen Newtpaw, geen kat die gekozen was voor iets groots. Hij was gewoon een slanke kater wiens verleden ingewikkelder bleek hoe meer dagen voorbij gingen. Hij had nooit verwacht dat hij niet geheel Shadowclan zou zijn. Hij was nooit de grootste geweest of de breedste in zijn bouw maar echt super klein was hij ook niet voor zijn leeftijd. Hij was sierlijker dan de meeste uit Shadowclan maar zo nu en dan zat er nu eenmaal een sierlijke kat tussen. 'Hmm, die naam herken ik niet direct' antwoordde de ander terwijl hij met zijn oortje trok. 'Maar de bergen zijn dan ook heel erg groot… Er is altijd kans dat hij ergens hier is' Verklaarde de zwart-witte kater. Flutterpaw was nog niet te ver door de bergen gedwaald. De reis alleen al was vermoeiend genoeg geweest. Hij moest er nog van bekomen. 'Oh,' Murmelde hij zachtjes. Hij had ergens gehoopt hem snel te kunnen vinden. Dan was hij niet zo alleen. Niet dat hij Bloodhound over Newtpaw kon spreken. Ze bleef gekozen door Starclan.
‘Oh’, murmelde de ander zachtjes. Dat was een reactie die nu eenmaal te verwachten was – de bergen waren zo groot en één iemand vinden zou erg moeilijk zijn, zeker als die hier niet eens was. Met wat hoop zou de jonge bruine kater wel vinden naar wie hij zocht, want nogmaals. Als ze voorbestemd waren om elkaar te vinden, dan zouden ze hun weg naar elkaar toe vinden. En de vriendschap tussen hen alleen maar sterker maken. “Ik beloof je dat als ik hem zie of tegenkom dat ik het aan je zal vertellen” hij schonk een blik van goede hoop naar de ander samen met een knikje. Dat was een mooie belofte, toch? Als ze samen zochten kwamen ze verder dan alleen. Dat was hoe het ook ging in de Tribe, je was nooit echt alleen. Je deed alles samen, je maakte vrienden en die zouden je helpen met eender welk probleem dat je ook had. Of het nu iemand zoeken was of simpelweg gewoon om te gaan jagen. Ze waren er altijd voor je, en Shine wilde er nu ook zijn voor de bruine cypers, zelfs al kenden ze elkaar nog niet zo goed. Vriendelijkheid was een geschenk die hij aan iedereen kon geven, groot of klein. Hopelijk besefte de ander dat ook.
Just when the caterpillar thought his life was over...
Flutterpaw had zich afgezonderd van andere katten in de angst dat ze net zoals Newtpaw zouden zijn of hem nooit zouden accepteren voor wie hij was. Hij was niet meer dan een slank, te slank scharminkel die duidelijk niet de kans had gehad om krachtig en dapper te worden. Misschien kwam dat ook omdat hij geen Thunderclan bloed bezat, die stonden bekend om hun dapperheid. Hij was gewoon angstig en klein en had nooit zichzelf kunnen redden uit de situatie waarin hij was beland. Bloodhound had hem mee moeten nemen, nog voordat hij was vertrokken. Dan had hij nooit de verwondingen van Newtpaw hoeven verdragen. 'Ik beloof je dat als ik hem zie of tegenkom dat ik het aan je zal vertellen,' Mauwde Shine waardoor hij dankbaar knikte. Hij hoefde dan niet alleen te zoeken naar de rood met zwart gevlekte kater. 'Dankjewel!' Mauwde hij zachtjes.
De kat die recht voor zijn neus stond had een rijke geschiedenis ondergaan, was weggerend van zijn verleden op zoek naar ene kater die hij als enigste vriend beschouwde. Het was eigenlijk best wel ontroerend, vergeleken met Shine’s geschiedenis was die van Flutterpaw heel erg tragisch. ‘Dankjewel!’, mauwde de bruine cyperse kat zachtjes en hij voelde zich blij dat hij hem op deze manier toch wat kon troosten, vergeleken met daarnet. “Geen probleem”, lachte hij de ander toe voor hij wat met zijn oortje trok en naar de andere kant keek en bemerkte dat hij wel al een tijdje weg was. “Hmm, misschien moet ik maar eens terug naar de Cave.” hij was de Healer To-Be tenslotte, als hij te lang wegbleef maakte iedereen zich waarschijnlijk heel erge zorgen. Want Starteller was ook gewoon spoorloos verdwenen geweest, hetzelfde kon natuurlijk niet gebeuren met hem. Hij was een makkelijk doelwit voor gevaarlijke roofdieren, katten, en in het algemeen kon hij de weg ook wel eens kwijtraken...“Het was leuk je te ontmoeten Flutterpaw. Ik zie je binnenkort nog wel eens!” als hij er nog was tenslotte, en niet weer vertrok uit de bergen voor ze een vriendschap hadden kunnen starten. Daar hoopte de zwarte tom wel op, op een nieuwe vriendschap. Want vrienden maken was altijd fijn.