Alles tuimelde en draaide, alsof haar hele wereld aan het instorten was, maar ze beet door, schudde haar kop. De pijn drong niet zo tot haar door, maar de misselijkheid kon ze niet negeren. Ze slikte, maar de bittere smaak van eerder was terug en ze voelde een verkrampt gevoel naar haar keel opstijgen. Ze haalde even diep adem, haar fel gekleurde ogen schoten even naar haar neefje. Hij waagde het niet, doe het niet. Maar de spot kwam er wel. Ze wilde haar lip optrekken in een grom, maar wiebelde onhandig op haar smalle, onstabiele pootjes. Ze schudde haar kopje wat, maar probeerde haarzelf sterk te houden. Een bepaalde kracht kwam haar echter tegemoed, waardoor ze minder druk op haar eigen lichaam moest plaatsen. Het duurde even, maar na enkele tellen had ze door wat dit was. Ze draaide zich meteen weg van de kat en zette een stapje weg. Ze wilde niet geholpen worden. Hoe dan ook tolde haar hoofd en verloor ze meteen haar balans, waardoor ze al snel weer op haar zij lag. Ze kneep even kort haar ogen samen, een verkrampt gevoel in haar kopje. Ze zuchtte even luidkeels, draaide zich wat meer op haar andere flank en probeerde weer overeind te komen. Bloed parelde nog steeds uit het kleine wondje langs haar linkeroog, maar dat gevoel negeerde ze duidelijk, al de rest nam de overhand momenteel.