Twee lichte amberkleurige ogen schoten heen en weer, twee grote oren stonden naar voren gericht en een poes stapte naar voren. Ze was licht cypers, mooi, maar ook wat vreemd. Even een onzekere houding en toen richtte ze zich op. Ze rook Bloodclan. Haar clan, waar voor ze nooit iets had gedaan. Ze voelde spijt opkomen en woede tegen zich zelf, ze sloeg haar nagels in de witte sneeuw en keek naar de grond. Een plantje stak uit het dunne laagje sneeuw, Lumiére, zo heette ze, trapte het woedend plat. ''Rotzus!'' schreeuwde ze, ''Rotbroer!'' de stem ging over het Bloodcamp heen en was waarschijnlijk opgemerkt door wat katten. Lumiére draaide zich om en schreeuwde nog eens, ''Verrader!'' het was tegen haar broer bedoeld, maar die kon het niet horen. ''Verrader'' fluisterde ze nog een keer en toen rende ze het kamp in, ze zag katten naar haar kijken, maar lette er niet op. ''Zus, je bent net als Sombres, je verraad niet, maar verlaat'' fluisterde ze in het niets. Lumiére ging op de sneeuw liggen en tranen gleden over haar wangen, ze snoof en slikte de zoute tranen in.
Lumiére was een jonge poes, die al een maand geleden bij de Bloodclan was gegaan. Maar opeens had ze iets over haar zus gehoord en ze ging op pad, ze bleef dagen weg en vond haar. Maar Escrimeur was veranderd, de twee kregen ruzie. Lumiére was verlaten dor haar zus en verlaten door haar broer. Zo was het gegaan. Ze is weer terug en nu gaat ze haar best doen, haar best voor de Bloodclan! Ze zal gaan moorden en doden! Lumiére stond weer op, ze voelde zich een stuk beter. Opeens keek ze recht in de ogen van een andere kat.
Lumiére schrok en deinsde naar achteren, ''Ik ben Lumiére, ik behoor tot de Bloodclan. Door iets moest ik weg en nu ben ik weer terug'' zei ze vlug, om geen misverstanden te laten komen. Het gedoe met de Kittens, daar wist ze niets van af en daar ging zij zich niet mee bemoeien. Wist zij veel dat de clan aan gevallen was...
(Dit is dus na de aanval)
(Kearn)