Nocturnal zat netjes genesteld in de sneeuw, met een geconcentreerde blik die op de wilde rivier was gericht. Zijn poten waren doorweekt, door die pogingen die hij tot nu toe had gedaan om een voorbijgaande vis te vangen. Vissen was nooit zijn sterkste kant geweest, daarom was hij hier aan het oefenen. Maar tot nu toe heeft hij nog maar 1 vis weten te grijpen, waarna hij het heeft opgegeven. 1 vis was al genoeg, dacht hij, terwijl hij het dier netjes naast hem legde. Hij was eventjes naar de mengelingen van geluiden aan het luisteren; de stroming, de harde wind, de vogels die fluiten... De tom vond het kalmerend, en kon zo zijn gedachten even tot rust leggen. Opeens voelde Nocturnal een paar ogen op hem gericht, en hij keek rond van waar (of wie) ze kwamen. Toen merkte hij een andere kat op, die hem warm aankeek. Hij wist al snel door die blik dat het Frozen was, een kattin met wie hij nog niet vaak heeft gepraat. Ze knikte naar hem als uitnodiging om dichterbij te komen, en Nocturnal naam zijn enigste gevangen vis vast en liep voorzichtig naar haar toe. Maar omdat de sneeuw niet zo dik was hier hadden zijn lange poten geen probleem. Toen hij dichter was liet hij de vis vallen. "Goede namiddag," zei hij beleefd, en hij merkte dat ze haar vacht kort had gezet tegen de wind. "Ik was net bezig met vissen, wil je misschien een hapje?" Hij knikte naar de vis naast hem. Hij wou Frozen wel beter leren kennen en dit was een goed moment, dacht hij.